Review: The Outer Worlds (Switch)

Ontwikkelaar Obsidian bood met The Outer Worlds alles wat we van een Fallout-achtig rollenspel hopen: een diepe en gedegen RPG-ervaring. Maar, zo schreven we in de review, Obsidian legde de lat veel hoger dan dat. The Outer Worlds kreeg een eigen gezicht en bakken aan charme. Onze conclusie? “Dit is, zonder twijfel, een van de meest charismatische rollenspellen in tijden.”

Tof dus dat deze topper de overstap maakt naar de Nintendo Switch, zou je zeggen. Vaak wordt de potentiële draagbaarheid van een grote game immers aangedragen als bestaansreden van een uitgave op de Switch. De releaselijst van Nintendo’s console bevat de ene na de andere port, met als recent voorbeeld de Borderlands-, XCOM 2- en Bioshock-collecties. Dat de ene de andere port niet is, dat bewijst The Outer Worlds. Evenals het gegeven dat dikke games draaiend krijgen op de Switch soms pijnlijke concessies vereist.

Meer dan ‘Fallout in space’

Tijdens de aankondiging van The Outer Worlds zette Obsidian de game nadrukkelijk neer als een Fallout killer. Het moest een rollenspel worden dat kon meten met de beste Fallout (die Obsidian arguably zelf maakte met Fallout New Vegas) of in ieder geval met de bocht die rechtstreeks uit de Frankenstein-laboratoria van Fallout-eigenaar Bethesda kwam. Hoe dan ook, met die identiteit doet The Outer Worlds zich echt te kort.

Dat The Outer Worlds meer biedt dan een Fallout in space, een game die post-nucleaire woestenijen inwisselt voor de ruimte, is te danken aan zijn thema en de uitwerking daarvan – de gevolgen van ongebreideld kapitalisme. In het Halcyon-stelsel bepalen corporaties alles; de identiteit van de bevolking is het merk waarvoor ze werken.

Kapitalistisch absurdistisch

De uitwassingen van dit kapitalisme op steroïden doorspekt de hele game. Zo legt een grafdelver uit dat hij zijn hele leven al juniorfuncties bekleed met precies diezelfde taakomschrijving, het begraven van lijken. Of lees je over iemand die voor zijn verjaardag tien minuten werkpauze krijgt. Aangezien de werknemers in de kolonie zestien uur durende werkdagen maken in gevaarlijke omstandigheden voor nietige salarissen, kun je je voorstellen dat de game geregeld op de lachspieren werkt.

The Outer Worlds vindt de meeste van zijn komische momenten dan ook in kapitalistisch absurdisme. Zo vertelt een heel subplot over hoe een hele stad de grootst mogelijke moeite doet de zelfmoord van een werknemer te verdoezelen. Zij zouden namelijk beboet kunnen worden doordat deze werknemer met zijn zelfmoord bedrijfsbezit vernielde.

De game heeft meer te vertellen dan een eenvoudig ‘extreem kapitalisme is fout’. Hoe verder je kapitalisme doorvoert, des te dieper het systeem verziekt. Met de consequenties daarvan kampt iedereen (als je tegen wat lichte spoilers over het laatste gedeelte van de game kunt, is een artikel dat Polygon erover schreef zeker de moeite waard). Bovendien is Obsidian geïnteresseerd in het grijze gebied – bedrijven zijn niet per se puur kwaadwillend en werknemers zijn niet per definitie vrij van schuld.

Een écht rollenspel

Dat is de context waarin we ons in The Outer Worlds waren. Daarbinnen heb je de vrijheid om te doen en laten wat je wilt. Op macroniveau betekent dit dat jij je aan verschillende facties kunt liëren, op microniveau speelt het door alledaagse knopen die je doorhakt. Los je problemen op door de trekker over te halen of lul je liever in het wilde? Ben je een sarcastische zak of een gladjakker die iedereen naar de mond praat?

Je krijgt de ene na de andere keuze voor de kiezen en jíj bepaalt welke rol je daarin speelt. Voor de verandering voel je je daadwerkelijk een personage in de wereld – een personage wier persoonlijkheid je zelf bepaalt. Het doet in positieve zin denken aan de rollenspellen van weleer, zoals Baldur’s Gate en Planescape: Torment.

Een beetje vreemd wel dat we anno 2019/2020 een evolutie op klassieke gameplay presenteren als revolutionair. Hoe dan ook, na jaren van ‘rollenspellen’ waar je in de nauwe mal van een al gevormd personage wordt gedrukt, is de optie die The Outer Worlds biedt zeker welkom.

De switch naar de Switch

De recensie van The Outer Worlds staat nog altijd op Gamersnet, waarom vertel ik bovenstaande dan? Omdat ik wil benadrukken dat het fundament van de game zo enorm sterk is. The Outer Worlds zet een ijzersterke, gethematiseerde en karaktervolle RPG neer. Ook in de Nintendo Switch-versie is die kern aanwezig. Het is alleen wel lastig die kern te waarderen als alles eromheen aan het rotten is.

Je moet het ontwikkelaar Virtuos Games nageven: optimistisch zijn ze zeker. Nadat ze Switch ports voor Dark Souls Remastered, Final Fantasy XII: The Zodiac Age en LA Noire ontwikkelden, besloten ze een current gen-titel naar Nintendo’s apparaat te brengen. Goedgemutste woorden over hun The Outer Worlds port mogen niet verhullen dat ze teveel hooi op hun vork namen.

Wie heeft er zin in soep?

The Outer Worlds op de Nintendo Switch ziet er niet uit. Details in je omgeving zie je tot ongeveer twee meter voor je; noodgedwongen roleplay je als een bijziende. In de afstand lopen kleuren in elkaar over alsof een kleuter een tekening heeft uitgesmeerd. De beloofde 1080p- en 720p-resoluties (voor respectievelijk docked- en handheld-modus) haalt de game geen moment. Verwacht een maximum 720p in docked-modus en 520p in de hand. Soms dipt hij nog lager.

Het allereerste wat opvalt zijn de textures. Iemand lijkt met een pollepel flink in de omgeving te hebben geroerd. De resulterende texture-soep is allesbehalve fraai. Vreemd genoeg zit die soep niet eens op elk oppervlakte. Een boomstronk deed aan zijn onderkant denken aan retrotijden; aan de bovenkant kon hij mee in het PlayStation 3/Xbox 360-tijdperk.

Zoek de verschillen

Andere concessies zie je in het gebrek aan complexiteit van de modellen. Je haar lijkt op gras; het gras lijkt op uitgeknipte knutselwerkjes uit de kinderopvang. Het ontbreekt stenen en bomen grotendeels aan polygonen. Er zijn geen wolken. Loop je een huis binnen, dan kijk je soms te lang naar een object op dezelfde manier dat je in een Lego-bouwwerk fantasie nodig hebt om te ontrafelen wat die paar blokjes op de tafel in dat huis nou eigenlijk voor moeten stellen.

Sterker nog: visuele details vallen in The Outer Worlds dermate weg, dat het karakter bouwen aan het begin van de game een ‘zoek de verschillen’-oefening is. De standaard hoofden waar je uit kunt kiezen en de diverse sliders waarmee je daarop nog aanpassingen kunt maken, doen weinig. Ook de kleurrijke personages die de game rijk is, komen door visuele eenheidsworst niet altijd even goed uit de verf.

Een hele prestatie

Oké duidelijk, The Outer Worlds op de Nintendo Switch is lelijk, maar is hij speelbaar? Los van het feit dat je tegenstanders meester in camouflage zijn doordat ze zo goed opgaan in de blurry omgeving? Jazeker.

Alles werkt. Dat Virtuos de game überhaupt werkend heeft gekregen op de Nintendo Switch, mag een mirakel heten. Je kunt in een enorme wereld rondlopen zonder laadtijden en met minimale haperingen. Dat is een flinke prestatie.

Nou ja, het werkt althans aan het begin. Naarmate je verder speelt, des te erger lijken de pop-ins te worden. Zo wachtte ik secondes lang tot ik een poster, waarvan de pixels telbaar waren, kon bekijken. Toen deze eenmaal inlaadde, bleef hij lastig leesbaar. Vaker dan niet moet je op textures wachten op momenten dat je het niet kunt gebruiken. Tijdens hectische gevechten bijvoorbeeld. De kans dat de lag daar toeslaat, ligt overigens ook nog eens op de loer.

Conclusie

We zijn concessies gewend bij ports naar de Nintendo Switch. Vaak is de draagbaarheid een dusdanig groot voordeel, dat je voorbij kleine gebreken in de grafische kwaliteit kijkt. Dat is bij The Outer Worlds niet het geval. Kleine concessies zijn oké, maar hier stapelen kleine en grote concessies zich op – een ware texture-soep, pop-ins en een lage resolutie doen de game geen recht aan.

De kern van The Outer Worlds komt op de Nintendo Switch nog steeds over. Het is een toffe game, met toffe verhalen, tof stemmenwerk en toffe personages. Op de Switch is The Outer Worlds alleen wel een bare bones-ervaring ten opzichte van zijn grote broer. Ontwikkelaar Virtuos ging op grafisch en technisch vlak namelijk als een te fanatieke chirurg te werk. Met het oog op de hardware, kon het waarschijnlijk ook niet anders. Dat doet echter afvragen of deze port überhaupt gemaakt had moeten worden.

De screenshots in deze review zijn geleend van Kotaku, Thumbsticks en Cudilero.

  1.   
    Heccer's avatar

    Oké duidelijk ik ben Witcher fan. En speel deze game nog steeds met liefde mods ect op de p.c. Ik dacht af en toe een een missie op bed voor slapen op de switch. Ik weet ik weet. Maar ik vond het niet te pruimen de Witcher op de switch knap ja. Mooi nee “ goed speelbaar “ nee naar mijn mening.
    Nu ik dit lees weet ik genoeg Nintendo word is wakker maak een switch pro. Hoeft geen 4K Ect maar ik ben van de partij op vakantie even op bed zo tussen door maar snap het de doelgroep van N kids. Maar jmmr dat er niet word gekeken naar Big N fans. Die toch wel extra betalen voor een 2k switch. Voor de rest top review.