Het is geen geheim dat The Legend of Zelda: Breath of the Wild mij teleurstelde. Een grote open wereld is natuurlijk prima, maar dan moet ‘ie wel gevuld zijn met interessante personages. Want wat bleek het geval? Al die toffe personages – van de stoere Gerudo-aanvoerster Urbosa tot de timide Zora-prinses Mipha – wier charme Nintendo ook ruim uiteenzette in trailers? Die bestaan alleen in een handjevol te verzamelen filmpjes. Want ze zijn allemaal al een eeuw morsdood. Dikke pech.
Er bekroop me een geval van FOMO. Ik wilde helemaal niet door de uitgestrekte leegte van Breath of the Wild’s Hyrule sjokken. Ik wou de rivaliteit aangaan met de vogel Revali. Wou stenen opblazen met rotsenvreter Daruk. Wou tot persoonlijke ridder worden benoemd van prinses Zelda. En het dan uiteindelijk samen met mijn nieuwe vrienden in een episch eindgevecht opnemen tegen Ganon.
De vrouwen en mannen van Omega Force moeten hetzelfde hebben gedacht. Hyrule Warriors: Age of Calamity belooft je namelijk het verhaal van honderd jaar voor Breath of the Wild te doen ervaren. Ik was voorzichtig hyped. Als The Legend of Zelda-liefhebber, zou Age of Calamity misschien enkele fantrauma’s kunnen helpen verwerken?
Ander genre…
Ontwikkeld door Omega Force – die eerder al Hyrule Warriors (2014) maakten voor de Nintendo Wii U (later geport naar de Nintendo 3DS en Nintendo Switch) – is Age of Calamity verre van een typisch Zelda-avonturenspel. Net als de eindeloze stroom ‘Warriors’-games die uit de Omega Force-fabriek worden geperst, vecht je als individu tegen honderden tegenstanders tegelijkertijd. Met simpele combo’s onder de knoppen en uit te wisselen kompanen aan je zijde, wals je door hordes en maak je bazen een kopje kleiner.
Datzelfde principe geldt voor de zeven personages die ik in de eerste twee hoofdstukken (de eerste vijf uur) die ik voor deze preview mocht spelen, al zijn er belangrijke onderlinge verschillen. Link komt weg met eenvoudig hakken met wat pijlen uit zijn boog ter afwisseling; dat geldt niet voor de anderen. Elk personage heeft geheel eigen combo’s, maar vooral ook unieke speciale aanvallen.
De Zora-prinses Mipha kan bijvoorbeeld waterbronnen oproepen en er vervolgens uit teleporteren. Plaats in een gevecht dus een bron, ontwijk een aanval en duik dan vanuit de bron om zo gelijk door te gaan met een combo. Persoonlijke favoriet tot nog toe is de ninja Impa. Zij kan uit nabije tegenstanders één voor één klonen oproepen. Een trage start, maar daarna ben je een ontembare golf.
… maar een Breath of the Wild
Elk van de tot dusver speelbare personages kenmerkt zich door een eigen smoel die past bij de persoonlijkheid waar we in Breath of the Wild ook een beetje van hebben kunnen proeven. Sterker nog, Age of Calamity belooft heel erg goed naar zijn grote broer te hebben gekeken. Dat zie je eigenlijk overal in terug.
Vooral leuk is dat de vier Rune-vaardigheden van de zogeheten Sheikah Slate ook in Age of Calamity zitten. En elk personage kan daarrvan gebruikmaken. Simpel gezegd houdt dit in dat je bommen, een magneet, het plaatselijk vastzetten van tijd en bevriezing in de strijd kunt gooien. Elk van de speelbare figuren doet dit op een eigen manier. Link gooit bijvoorbeeld een hoop bommen, terwijl Mipha achter een bom aan duikt.
Andere Breath of the Wild-zaken zitten ook in de game. Gras kan bijvoorbeeld verbranden en ijsaanvallen bevriezen tegenstanders in water. En dan kun je nog zoals in Breath of the Wild ingrediënten verzamelen om gerechten te bereiden. Het gevoel dat dit een prequel is van die Zelda-game is daarom zeker aanwezig.
Divers genoeg?
Na vijf uur spelen rees een belangrijke vraag: hoe lang blijft het leuk? Dat ligt ‘m niet alleen in de al dan niet eentonige hack-and-slash gameplay loop waar Omega Force’s spellen wel vaker mee kampen. Misschien is het toch stiekem vooral het bronmateriaal wat hiervoor zou kunnen zorgen.
Een groot kritiekpunt op Breath of the Wild is dat de omgevingen dan wel enorm groots en divers zijn, maar de monsters die je keer op keer moet bevechten eigenlijk steeds hetzelfde zijn. Uiteindelijk zijn het kleurschakeringen die het tevergeefs proberen op te lossen. Datzelfde kan mogelijk gelden voor Age of Calamity.
Na de eerste twee hoofdstukken van de game, ben ik namelijk bang dat ik het meeste al wel heb gezien. Ik heb gevochten tegen vrijwel elke vijand uit het arsenaal van Breath of the Wild. Bokoblins, Moblins, Lizalfos, Wizzrobes en zelfs de ninja van de Yiga Clan zijn langsgekomen. En ja, ik heb ook al een hoop kleur- en formaatvariaties gezien.
Dit lijkt een probleem te zijn dat Omega Force ook zelf inziet, waardoor je soms ook tegen Hylian-soldaten, Gerudo en Rito moet opnemen. Vraag blijft: hoeveel diversiteit is er mogelijk? Die vraag interpreteer ik breed, want hoeveel potentieel speelbare personages heeft het Breath of the Wild-universum eigenlijk, zonder dat onbekende en nieuwe gezichten moeten worden geïntroduceerd om Age of Calamity fris te houden?
Voorlopige conclusie
Die eerste vijf uur van Hyrule Warriors: Age of Calamity? Het is een haast helende ervaring voor mij geweest. Gebreken uit Breath of the Wild worden opgelost door de vele verwijzingen naar dat spel. Dat moet alleen geen tweesnijdend zwaard blijken. Ik heb in de eerste twee hoofdstukken namelijk al tegen bijna elke tegenstander van het origineel gespeeld in bijna elk denkbare omgeving. Hoeveel diversiteit blijft er nog over voor de rest van de game?