Game of the Year 2019 volgens Patrick

Ja hoor, het is weer december en in Huize Meurs betekent dat veelal drie dingen: Ik ben enkele kilo’s aangekomen door een overdaad aan kruidnoten, Kerstmis begint me door artiesten als John Lennon, George Michael en Mariah Carey behoorlijk de strot uit te komen en ik blik weer terug op een majestueus of desastreus gamejaar. Nu hoor ik om me heen al mensen roepen dat 2019 een behoorlijk tegenvallend jaar was, of “tam”, zoals men het ook wel wil noemen.

Hoewel er zeker wat van te zeggen valt – mede te danken door enkele pijnlijke uitstellen – moet ik toch concluderen dat 2019 helemaal niet verkeerd is geweest voor gamend Nederland. Vooral wanneer we het blikveld wat verruimen en indies onder beschouwing nemen, heeft dit jaar toch best wel wat moois weten te presenteren. Ik noem gedoodverfde kneiters als Control, Borderlands 3 en The Outer Worlds, maar er zijn er nog wel een paar die ik kan benoemen.

#5 – Ace Combat 7: Skies Unknown

Neem bijvoorbeeld de magnifieke terugkeer van de Ace Combat-reeks, welke in al zijn melodramatiek toch weer een heerlijk toegankelijke flight sim vormde. Hoewel ik zelf altijd een tikkeltje cringy dreig te worden van het über-Japanse sausje wat over een “Amerikaanse” storyline wordt gesodeflikkerd, zorgde de strakke gameplay er toch voor dat ik de slappe dialoog vaak door de vingers zag. Daarnaast gaven de VR-missies – hoe summier deze ook waren in duur en hoeveelheid – me eindelijk weer ens een valide reden om de PlayStation VR weer eens uit het stof te trekken.

#4 – Devil May Cry 5

Ook de eer van de Devil May Cry-franchise werd weer glorieus gered met het vijfde officiële deel, welke de wrange nasmaak van Ninja Theory’s onderneming met succes wist weg te spoelen. Niet iedereen was even hard te spreken over de toevoeging van V, die emo dude met zijn twee bloedlustige huisdieren. En ja, ik volg ‘m, een gozer die een beetje uit een boek loopt te lezen is wel effe wat anders dan die andere twee knakkers – Nero en Dante – die hun handen wel vuil maakten, maar toch heb ik me geen enkel moment geërgerd aan de totaal verschillende speelstijlen. Sterker nog, ik heb Devil May Cry 5 met heel veel liefde en plezier van voor tot achter doorlopen.

#3 – My Friend Pedro

Heel af en toe komt er een pareltje voorbij en als het even kan, pik ik deze met liefde en plezier op. My Friend Pedro is zo’n pareltje. Zo’n game waar totaal niemand wat van gehoord heeft, tot er ineens iedereen over begint te spreken, iets waar de rebelse uitgever Devolver Digital toch vaak een handje van heeft. My Friend Pedro valt wat wat betreft in dezelfde categorie als de Hotline Miami-games: simpel as fuck in diens opzet maar oh zo effectief en verslavend. Gortdroge humor en liters digitaal bloed, het is bij mij vaak inherent verbonden aan eindeloos vermaak en laat My Friend Pedro van beiden nou meer dan voldoende bieden.

#2 – Call of Duty: Modern Warfare

Okay, voordat iedereen helemaal tegen me los gaat… ik ben me er absoluut van bewust dat deze keuze controversieel is. ‘Call of Duty’ en ‘GOTY’ gaan al lang niet meer hand in hand, dat besef ik me echt wel. Maar Modern Warfare heeft me iets geboden wat Call of Duty me in geen jaren meer verschaft heeft, namelijk speelplezier tegen een eerlijk verdienmodel. Ja, ik zal de laatste zijn die ontkent dat er genoeg mis is met Modern Warfare (achterlijke respawns, camper heaven, overpowered arsenaal), maar de campaign wist de nodige emoties in me los te trekken en de multiplayer vermaakt me tot op de dag van vandaag nog, terwijl ik die normaliter binnen een paar weken kotsbeu ben. En ja, over de Battle Pass valt ook wat te zeggen, maar ik voel me voor het eerst in tijden niet financieel genaaid door Activision “omdat je die map packs maar gewoon moet kopen als je online met anderen wilt spelen”. Dus… love it or hate it, maar Call of Duty: Modern Warfare heeft me voor het eerst in jaren weer over de streep weten te trekken.

#1 – Resident Evil 2

Hij mag in het overzicht van Peter dan al genoemd zijn, maar de remake van Resident Evil 2 is voor mij toch wel de game van het jaar geworden. Noem het sentiment, maar ik werd bijna week in de knietjes toen ik na meer dat twee decennia weet door het verdoemde Raccoon City wandelde, de stad waar ik als tiener menig nachtmerrie aan heb overgehouden. Capcom liet zien hoe remaken moest en wist met het vernieuwde Resident Evil 2 zelfs meer exemplaren te verkopen dan met het origineel in 1998, wat maar weer liet zien hoe stevig de fans het tweede deel in de franchise omarmen. Het heeft in ieder geval de toon gezet voor de remake van Resident Evil 3: Nemesis, welke we in 2020 onder handen mogen nemen. Ik kan in ieder geval niet wachten.

Tegenvallers: Terminator Resistance, Days Gone en Wolfenstein: Youngblood

Helaas is niet alles even florissant geweest en heb ook ik me menig keer geërgerd aan een game. Het meest recente voorbeeld daarvan is Terminator Resistance, welke beter tot zijn recht was gekomen als die een jaar of tien geleden was uitgebracht. Ook Days Gone – één van Sony’s paradepaardjes van 2019 – wist mij niet lang te boeien. Waar het exact aan ligt… ik durf het je echt niet te zeggen, maar ik kwam er gewoon niet in. Maar waar ik meer van baalde was Wolfenstein: Youngblood, waarvan ik blij was dat ik deze bij mijn nieuwe GPU kreeg en dat ik er niet de volle mep voor heb geschoven. Onnozele checkpoints, het offline co-op systeem wat voor geen kanten werkte en het gevoel van een volbloed Wolfenstein-game wat ontbrak; het zorgde er in mijn geval voor dat ik niet eens de moeite heb genomen om de game te voltooien.

Het is niet mogelijk om op dit bericht te reageren