Review: DOOM Eternal

Het wachten leek voor eeuwig te duren. ‘Eternal’, zou je ook wel kunnen zeggen. Maar nu – iets meer dan vier jaar na de originele encycliek van id Software – heeft deze noodgedwongen anachoreet weer alle reden om het evangelie van DOOM wederom onder de mensen te brengen middels dit Gamersnet-concilie. DOOM Eternal is als het nieuwe testament, want wie denkt dat DOOM uit 2016 al bruut was, mag zich gaan voorbereiden op geweld van apocalyptische proporties. Voor zij die horen willen waarom, aanschouw mijn dogma.

DOOM 2.0: Meer, beter, harder en smeriger

DOOM Eternal is één van die sequels die vrijwel alles beter doet dan zijn voorganger. Laten we dit voorop stellen; wie vier jaar geleden DOOM niks vond, gaat zich door DOOM Eternal niet laten bekeren, ondanks de vele veranderingen die id Software in de gameplay heeft aangebracht. DOOM Eternal is allereerst een ‘run and gun’ shooter waarbij stilstaan vrijwel onmogelijk is en even op adem komen slechts mogelijk is tussen de bedrijven door. Wie daar vier jaar geleden al moeite mee had, gaat nu helemaal in de problemen komen.

Toch is id’s helse franchise met DOOM Eternal inmiddels tot meer uitgegroeid dan een hyperactieve shooter. Platformen heeft een grotere rol gekregen, waarbij puzzelen en correct timen van handelingen ineens noodzakelijk zijn geworden om progressie te boeken. Toegegeven, DOOM uit 2016 liet je ook al klimmen en springen om collectibles te scoren, maar DOOM Eternal gooit er niet een schepje, maar een hele kruiwagen bovenop. Sterker nog, het platformen zorgt met vlagen voor meer frustratie dan de myriaden helse creaturen die erop gebrand zijn om jou – de profetische Doom Slayer – het leven te ontnemen.

Meer dan run & gun

Want demonische schepselen zijn er ook in DOOM Eternal in overvloed, waarbij id Software vrijwel ieder wezen uit het verre verleden heeft voorzien van hernieuwde bloedlust en ons – als speler – meer laat nadenken over de correcte aanpak. Met klakkeloos rondrennen en schieten op alles wat vuig naar je kijkt – wat je in het vorige deel nog richting het einde kon brengen – kom je in DOOM Eternal maar tot zo ver. Deze strategie werkt namelijk allemaal prima tegen het simpele verdoemde kanonnenvoer, maar wanneer DOOM Eternal wat verder geëvolueerde tegenstanders richting het slagveld schuift, moet er toch echt worden nagedacht over een strijdplan.

De wat beter uitgeruste demonen zijn namelijk een royale pijn in de anus en absorberen meer munitie dan jij kunt sprokkelen, tenzij je gretig misbruik maakt van hun zwakheden. De o zo wendbare Arachnotrons worden namelijk een stuk minder lastig wanneer je met een welgeplaatst schot zijn plasmakanon verbrijzelt en wanneer je een granaat richting een Cacodemon slingert, zorgt zijn vraatzucht er al snel voor dat je jouw ammo kunt bewaren voor andere vijanden die wat minder vlot gaan liggen.

Zodra Archviles, Doom Hunters en Marauders het veld betreden – en geloof me, je merkt het vanzelf wanneer ze dat doen – wordt DOOM Eternal een uitputtingsslag waarbij het managen van je resources ineens een uitdaging op zich wordt. Als Doom Slayer word je met regelmaat op je sterfelijkheid gewezen. Hoe je deze dodelijke situaties tackelt, bepaalt al snel hoe vlug dat gebeurt. De omgeving helpt je maar tot zo ver in je queeste en het vergt dan ook een tactische insteek om je bevoorrading te faciliteren.

De alom bekende kettingzaag – met die zeer beperkte benzinetank – laat elke doorgezaagde opponent van alles wat uit zijn opengespleten lichaam spuien, terwijl de immer heerlijke Glory Kills je voorzien van louter health. Wie krap in zijn armor zit, kan deze druppelsgewijs aanvullen door anderen in de hens te zetten met een vlammenwerper genaamd Flame Belch, die op je schouder is gemonteerd. Zo op papier (nou ja, beeldscherm in dit geval) klinkt dit alles niet al te ingrijpend en eenvoudig toe te passen, maar wanneer je van alle kanten wordt belaagd door demonische tegenstrevers die allen hun eigen aanpak vereisen, kan dit alles in de pure chaos wel eens vergeten worden. Maar goed, je went eraan. Je moet wel.

Mick Gordon, the MOOD-maker

Deze chaos wordt daarbij ook nog eens gevoed door een Australische man genaamd Mick Gordon, die wederom de soundtrack van deze DOOM-game voor zijn conto heeft genomen. Mick heeft vier jaar geleden laten zien dat id’s “geen gitaren a.u.b.”-regel er een was die serieus gebroken moest worden, en met DOOM Eternal lijkt de ontwikkelaar dat ook te hebben ingezien. Het heeft er alle schijn van dat de studio ditmaal de componist carte blanche heeft gegeven en heeft gezegd: “weet je, doe maar wat jij geschikt vindt”.

Dat is uitermate geweldig nieuws voor de liefhebbers van schreeuwende gitaren, zoals die in tracks als BFG Division en Rip & Tear al eerder te horen waren. De soundtrack van DOOM Eternal bevat hier namelijk een stuk meer van en neigt meer naar metal dan de soundtrack van DOOM uit 2016. Het uiteindelijk doel hiervan is uiteraard dezelfde als die van vier jaar geleden; tempo houden en de sfeer goed opnaaien. En ja, lieve mensen, ook daarin is Mick anno 2020 met vlag en wimpel geslaagd. Houd je dus niet zo van metal, tja… dan zit er maar een ding op. Dan zul je de muziek moeten muten of zorgen dat je zo snel mogelijk uit de combat zone kunt komen.

Jump & Dash, until it is done

In dat geval zul je meer plezier halen uit het platformen binnen DOOM Eternal, of wat ik wil noemen: Super Mario Galaxy aan de steroïden. Het leven van de Doom Slayer bestaat namelijk uit meer dan ‘rippen’ en ‘tearen’, namelijk ook uit zwemmen, springen, slingeren, double jumpen, dashen en getimed puzzels oplossen. Waarom? Nou, om alle geheimen die DOOM Eternal herbergt, te kunnen ontrafelen (zoals de bekende figurines, cheat codes, LP’s en andere snuisterijen om je hub genaamd Fortress of Doom mee op te leuken). Maar ook omdat het simpelweg moet om verder te komen.

Ja, je kunt er helaas niet onderuit komen. Het leveldesign is erop gemaakt om je timing en je ruimtelijk inzicht te testen. Er moet geslingerd worden. Het is onontkoombaar dat je double jumps en dashes aan elkaar moet rijgen, met de kans je het net niet haalt en alles opnieuw mag doen. Het zal je meer dan eens overkomen dat het grappling/klimmen nét niet uitpakt zoals je het wilt, en dat kan allemaal superfrustrerend zijn, al breken deze mechanics gelukkig de flow van de game niet al te erg. Het volgende adrenaline opwekkende gevecht ligt namelijk nooit al te ver van je verwijderd.

Moeilijk, maar goed te ‘doom’

DOOM Eternal mag zich dan ook scharen onder de games die als bruut moeilijk worden bestempeld. Het is geen Dark Souls, maar toch, DOOM Eternal zal je veelvuldig laten kennismaken met de dood en je vorige checkpoint. De game heeft absoluut geen medelijden met je en deelt de apathische instelling van de Doom Slayer zelf, die ook nergens een fuck om geeft. Toch is id Software niet onmenselijk en gooit het je een reddingsboei wanneer je het echt niet meer trekt. Switchen naar een andere moeilijkheidsgraad wordt niet bestraft en zelfs het gebruik van cheat codes – welke je wel zelf dient op te duiken – belemmert de progressie niet, behalve dat het extra in-game arenagevechten ontoegankelijk maakt. Maar goed, als dat alles is. Ik vermoed dat sommige spelers die arena fights met liefde en plezier skippen om het einde van DOOM Eternal te kunnen halen, wat je in een krappe 15 tot 20 uur wel moet kunnen zien.

Dit is overigens de speeltijd die benodigd is om de campaign te voltooien wanneer je geen ene reet om collectibles geeft, geheimen ontsluieren niet echt in je aard zit en pleuris-taaie arenagevechten je aan de anus mogen oxideren. Wie zich wel inlaat met deze bezigheden, kan er al gauw op rekenen dat de speelduur met enkele uren kan worden verlengd. De completionists onder ons zullen in ieder geval een stuk meer te doen hebben dan vier jaar geleden, al moet ik bekennen dat zelfs ik – een notoire anti-completionist – actief op zoek ging naar collectibles, puur om te zien wat voor lolligs de ontwikkelaars op een LP-hoes hadden geplempt.

Conclusie

DOOM Eternal is alles wat de liefhebber van het deel uit 2016 had kunnen wensen. De gameplay is wederom zenuwslopend, snel en adrenaline-opwekkend hard, al zal iedere oudgediende DOOM-gamer in Eternal noodgedwongen moeten gaan nadenken over zijn of haar tactiek. Hersenloos ‘run & gun’ door het level stieren gaat je onherroepelijk bestraffen en resource management valt niet te onderschatten in DOOM Eternal. Het platformen, tja… het is nu eenmaal verplichte kost geworden en kan net zo frustrerend zijn als een ogenschijnlijk onmogelijk gevecht met een Marauder, maar gelukkig loert een hels gevecht om iedere hoek. Wat mij betreft is DOOM Eternal het bewijs dat een sequel niet altijd ‘de mindere’ is. Ik heb er dan langer op moeten wachten dan ik leuk vond, maar ik ben id Software ‘eternally’ dankbaar voor deze digitale onslaught.

Gamersnet Score

Wat is HOT

  • Heerlijk viscerale actie
  • Meer dan domweg knallen (meer tactiek vereist)
  • Mick Gordon = HELD!
  • Goed voor je verzamelwoede
  • Grafisch heerlijk smerig
  • Ongenaakbaar uitdagend

Wat is NOT

  • Platform-elementen soms frustrerend

9.5

  1.   
    ChielB's avatar

    Heerlijk een achtbaan aan knallen die ook gewoon nog eens een fijne speelduur heeft. Snel tijd maken voor deze verdoomenis.

  2.   
    mmx's avatar

    Prachtig ouderwets knallen ik vind het top.

  3.   
    Patrick Meurs's avatar

    @ChielB: “verdoomenis”… netjessss

  4.   
    mmx's avatar

    Blijft een goede game .Maar dat platformen is af en toe flink frustrerend ja.