Eigenlijk is het onwaarschijnlijk dat wij, de homines sapientes, de spreekwoordelijke top dog zijn geworden op deze aardkloot. Fysiek zijn we namelijk verre van de sterkste diersoort en dat was ook al het geval toen we net op deze planeet waren ontstaan. Sterker nog, zelfs onder de mensachtigen waren we destijds niet de sterksten: onder meer de beroemde neanderthalers waren sterker dan wij. Toch heeft de Schepp… – sorry, de evolutie ervoor gezorgd dat wij bovenaan de voedselketen staan. In Ancestors: The Humankind Odyssey zoeken we uit hoe ons dat gelukt is. Maar of dat een leuke game oplevert…
Monkey see, monkey do?
In Ancestors begin je met een kleine groep mensapen die tien miljoen jaar geleden rondliepen op aarde. Een moeder en haar kind worden ontvoerd door een gigantische roofvogel, waarbij die laatste weet te ontsnappen. Aan jou de taak om het kleintje op een veilige plek te krijgen en vervolgens met een volwassen exemplaar (je uiteindelijke startaap) terug naar je kampje te brengen. Dit is het punt waarop de game zegt: nou, daar heb je je tutorial, ga nu zelf maar evolueren. Hier en daar krijg je nog een hint, maar verder word je behoorlijk in het diepe gegooid.
Die eerdergenoemde hints zijn overigens vaak ook redelijk vaag, dus veel van de systemen in het spel blijven onduidelijk totdat je de boel zelf (vaak per toeval) uitdoktert. Begrijp me niet verkeerd, ik ben groot voorstander van games die hun spelers niet urenlang aan het handje houdt. Echter, Ancestors draaft wel heel erg door en lijkt daarmee te vergeten om spelers een goede basis mee te geven.
Prehistorische bugs
Naast de slechte uitleg van veel systemen is het ook zo dat die systemen zelf niet altijd even goed functioneren. Zeker in het begin vraag je jezelf dus nog wel eens af of het aan jouw (gebrek aan) begrip van een feature ligt, of toch aan de game zelf. Ancestors: The Humankind Odyssey is een ambitieuze game, maar het probleem is al bij de eerste keer opstarten duidelijk: de namen van het gehele ontwikkelteam passen in redelijk groot lettertype op je beeldscherm. Ik twijfel er zeker niet aan dat ontwikkelaar Panache voldoende ambitie heeft, maar het ontbreekt de studio wel duidelijk aan mankracht.
Dat is echt heel jammer, want de game zit vol met potentie. Zeker met één van de breinen achter de Assassins Creed-serie, Patrice Désilets, aan het roer, hoop je toch dat het net zo’n knaller zou worden. Begrijp me niet verkeerd, er zijn wel degelijk momenten dat Ancestors heerlijk aanvoelt, vooral bij het klimmen door het (letterlijke) oerwoud. Maar de immersie wordt keer op keer weer gebroken doordat mijn aap bijvoorbeeld blijft proberen om door een plafond heen te klimmen, of juist doordat je een plek niet kunt bereiken die op het oog makkelijk groot genoeg zou moeten zijn om je lichaam te huisvesten.
Ook het evolutiesysteem werkt in eerste instantie prima: je levelt neuronen door dingen te doen en je verteringsstelsel ontwikkelt zich doordat je bepaalde dingen eet. Echter, na een tijdje merk je wel dat de boel wat repetitief wordt. Dit is overigens niet heel vreemd, want precies hetzelfde was het geval bij de eerste Assassin’s Creed-game. Toch is het jammer om te zien dat Désilets hier geen les uit heeft getrokken – vooral ook omdat hij tot aan Assassin’s Creed: Black Flag betrokken was bij de franchise.
Op verkenning in de bush
Wat ik wellicht het beste aspect van Ancestors: The Humankind Odyssey vind, is het verkennen van de wereld. Dit doe je namelijk niet op basis van icoontjes op de map, maar op basis van je zintuigen en intelligentie. Op die manier loopt de verkenning dus een stuk organischer en meer relaxed. Het is echter wel een beetje jammer dat je volledig stil moet staan om nieuwe bestemmingen te vinden, waardoor je nog wel eens de weg kwijtraakt, bijvoorbeeld doordat je onderweg wordt aangevallen door roofdier. Maar aan de andere kant zorgt dit er wél voor dat elke playthrough anders verloopt, want je ziet elke keer andere interessante omgevingsfactoren.
Wat aan dat laatste nog verder bijdraagt, is dat naarmate je meer speelt, je ook meer locaties vindt waar je volgende games kunt starten. De herspeelbaarheid is misschien niet zo groot als van sommige AAA-titels, maar ik denk dat het wél mogelijk is om meerdere playthroughs gevarieerd te houden.
Prachtige repetitiviteit
Echter, het is maar zeer de vraag of je meerdere games wílt spelen. Zoals ik al eerder zei wordt de boel na een tijdje wat repetitief. Ook zijn de minigames in het spel eigenlijk nooit meer dan een kwestie van een enkele knop ingedrukt houden of meerdere keren achter elkaar in te drukken. Denk daarbij aan het paren met andere exemplaren van je apensoort, bedden bouwen en bevallen van een kind. Dit maakt de boel natuurlijk niet minder herhalend.
Om toch op een positieve noot te eindigen, nog een woordje over de audiovisuele verzorging van de game. Buiten de typische open wereld-bugs ziet de game er namelijk wél goed uit. De landschappen zijn prachtig en ook de verschillende prehistorische dieren zien er erg gaaf uit. Tel daarbij de heerlijke muziek op, die lekker ontspannend is tijdens het verkennen en behoorlijk opzwepend als er gevaar dreigt. De sfeer is helaas een van de weinige delen van Ancestors die niet gaan vervelen na een tijdje spelen.
Conclusie
Repetitiviteit is het sleutelwoord om Ancestors: The Humankind Odyssey te beschrijven. De game begint vol potentie, maar doordat het veelal een herhaling van zetten is, voelt het soms wat langdradig om de mensheid te maken tot wat die nu is. De graphics en het geluid zijn weliswaar goed verzorgd, maar een gebrek aan uitleg en de nodige bugs zorgen ervoor dat je jezelf nooit écht verliest in het spel. De combat werkt niet lekker en de minigames zijn simpelweg niet leuk. Dit alles zit het speelplezier danig in de weg, terwijl Ancestors toch zóveel potentie heeft.
lekker
Ergens zonde om dit te lezen, maar tegelijkertijd ook geen verrassing. Er was geen enkele trailer of belofte die me echt over de streep trok; dit hele project voelde voor mij altijd aan als een soort uit de kluiten gewassen tech-demo.
Leuk concept, maar verder blijft het daar dus ook bij.