Eindelijk kunnen spelers van Star Wars: Battlefront weer aan de slag met een nieuw stukje DLC. Death Star doet iets wat de fans al heel lang willen en introduceert het vernietigende station in de game. Met een nieuwe modus, een aantal nieuwe mappen, helden, voertuigen en upgrades kunnen we weer duiken in uren vol plezier. Tenminste, als je van vliegen houdt.
Man your Battle Stations
Want het vliegen is in Death Star alom vertegenwoordigd. DICE heeft zijn best gedaan om een wens van fans van het eerste deel waar te maken. Allereerst gaan we binnen één modus vechten op zowel land als in de lucht en ten tweede zijn de dogfights niet meer boven land, maar in de ruimte. Sterker nog, je gaat vechten boven de Death Star, waarbij het gevoel van de films echt tot leven komt. Dit alles gebeurt in de nieuwe modus van de game, Battle Station. Voor het eerst wordt er geen Walker Assault-map toegevoegd, omdat het ruimteschip simpelweg te klein is voor die enorme tanks op poten. Wat je wel krijgt is een enorme modus met drie stappen. Stap één van Battle Station is het verzwakken van een Star Destroyer, tenminste, dat is de taak van de rebellen. De Empire moet het simpelweg voorkomen. Hierbij kom je voor het eerst nieuwe vliegmachines tegen. Natuurlijk kun je kruipen in je oude vertrouwde X-Wings, A-Wings, TIE Fighters en TIE Interceptors, maar er zijn ook nieuwe Hero Pick-Ups. Zo kun je als rebel ook de iets minder bekende B-Wing besturen. Dit rare voertuig is enorm goed bepantserd, maar is dan weer iets langzamer. De Empire kan in een TIE Advanced kruipen, die je wel kent van Darth Vader in Episode 4. Ook is Red Five van Luke Skywalker aanwezig.
De gevechten in open space zijn niet geheel nieuw (het vliegen werkt hetzelfde), maar het gevoel is wel anders. Je vliegt rondom die enorme Destroyer, maar ook zweeft er enorm veel troep langs. Stukken vernietigde schepen, maar ook astroïden, waarin vaak de toffe upgrades te vinden zijn. In de eerste fase krijg je net als in andere modi vaak hulp van computergestuurde Y-Wings, totdat je de Destoyer genoeg verzwakt hebt om aan boord te kunnen.
It’s a trip!
Dat aan boord gaan gaat niet in één keer, er is een laadscherm aanwezig. Maar de tweede fase is daadwerkelijk in deze Destroyer. Het is jouw missie om R2-D2 te redden (of dat te voorkomen). Er volgt een spel van verdedigen en doordringen. Het interieur ademt in alles Star Wars. Grote computers waar je de ballen van snapt worden afgewisseld door grote krachtpilaren. Hier komen ook de nieuwe gadgets goed van pas. Je kunt een nieuwe droid inzetten die de omgeving van health voorziet, maar ook vallen plaatsen met de Laser Trip Mine. Deze zijn overigens goed te zien, maar zorgen wel voor nog meer chaos in een al chaotische modus. Als je R2-D2 weet te bereiken kun je hem daadwerkelijk besturen. Hij heeft rookbommen om de aandacht af te leiden en hij kan tegenstanders een stroomstoot geven. Toch ben je niet sterk als deze droid. Je dient beschermd te worden. De nieuwe Heroes helpen hier een handje mee. Chewbacca is al supersterk met zijn Bowcaster, maar deze is ook nog eens te upgraden tijdens het potje. Ook kan hij buffs uitdelen bij vrienden. Bounty Hunter Bossk kan zichzelf daarentegen healen bij elke kill en heeft ook Predator Instinct, waardoor je tegenstanders beter kunt zien. Eigenlijk is hij hierom een stuk krachtiger dan de stuurman van Han.
Mocht het de rebellen lukken om R2-D2 uit de Destroyer te loodsen, dan is het tijd voor de laatste fase, toepasselijk genaamd Trench Run. Hier speel je letterlijk de iconische scène na uit Episode 4. Je gaat met heel veel vliegmachines de Trenches van de Death Star in en de ruimtes zijn hier behoorlijk klein. Over de boordradio hoor je Luke en Wedge Antilles daadwerkelijk quotes uit de film roepen. De game selecteert de drie personen die de film mogen naspelen en de drie personen die ze moeten tegenhouden. De rest moet elkaar zo veel mogelijk verzwakken. Het gevoel van de film komt echt tot leven.
Toch is er wel een nadeel aan Battle Station en dat is de rol van de Empire. Hun rol is namelijk simpelweg om de Rebellen te stoppen. Als je het als imperial troopers goed doet, dan sloop je in feite de game en ga je geen laag verder. Hierdoor voelde het heel dubbel om als slechterik te spelen. Dat nog buiten het feit dat de ruimteschepen van de rebellen nog steeds veel lekkerder vliegen. Naast Battle Station zijn er ook twee levels voor Blast aanwezig en is het Destroyer-gebied van de eerste fase ook te gebruiken in Fighter Squadron. Het binnengebied is heerlijk voor Blast, want overal zijn grote afgronden te vinden en de muren komen letterlijk op je af. Soms weet je niet wat een deur is en wat niet, wat het interieur echt Star Wars maakt.
Conclusie
Death Star doet echt wel iets nieuws met de basis van Battlefront. Een modus waar je meerdere fases doorloopt is erg tof, al voelt het als Empire een beetje alsof je de modus sloopt als je wint. De nieuwe helden zijn tof, want wie wil er nou niet als Chewbacca spelen. Wel dien je natuurlijk van vliegen te houden, want anders is deze DLC niets voor jou. Doe je dat wel, dan heb je de meest diepgaande en chaotische modus uit de game te pakken. Nu is het wachten op de laatste DLC, die de naam van de nieuwe film draagt: Rogue One: Scarif. Deze zal begin 2017 verschijnen en plaatsvinden op één van de planeten uit de nieuwe film. Een mooi vooruitzicht.
Klinkt erg gaaf deze DLC. Helaas weet Battlefront mij niet meer erg te boeien. Sterker nog, ongeveer 1 week nadat ik de game had aangeschaft speelde ik deze al niet meer. Als ik constant mijn wapen min of meer ‘leeg’ op een tegenstander en deze loopt vrij eenvoudig verder waarna ik met 1 schot op de grond lig dan is de fun er voor mij vrij snel af.
De game had erg veel potentie. Meer woorden wil ik hier niet aan vuil maken.