Van alle aquatische dieren heeft de haai wellicht de slechtste reputatie van allen. Great Whites, hamerhaaien en stierhaaien, als we folklore en de filmindustrie mogen geloven zijn het stuk voor stuk meedogenloze moordmachines. Nee, orca’s zijn aandoenlijk, dolfijnen zijn superschattig en walvissen zijn ‘dom, lomp en famous’, maar haaien… onbetrouwbare apex predators zijn het.
Tripwire’s Maneater doet er niet veel aan om dat stigma te doorbreken, maar wel een beetje. Deze ShaRkPG toont namelijk dat – in dit geval – de Gulf Coast gevaarlijker is voor de haai dan voor de mens. Want terwijl de populatie lekker kan ronddobberen op een opblaasbare flamingo, moet de haai alles op alles zetten om zelf niet te grazen te worden genomen door andere toproofdieren zoals de krokodil, de barracuda of de ultieme apex predator; de door testosteron gedreven man.
De jacht is geopend
Scaly Pete is zo’n man. Deze rauwe, vol getatoeëerde zeebonk heeft het jagen op haaien in zijn bloed zitten. Zijn obsessie – een mythische mega-haai vangen – is wat hem op de been houdt. Dat hij daarbij ook wat minder mega haaien aan zijn speer rijgt, is bijzaak. Maar wanneer één van die haaien je moeder betreft, wordt het toch een ander verhaal.
In Maneater draait alles namelijk om de bovengenoemde synopsys. Je bent een vers geboren stierhaai, welke nota bene door Scaly Pete ter wereld wordt gebracht terwijl deze het levenloze karkas van je moeder aan het mutileren is. Pete zet je direct na de geboorte uit, puur omdat je niet bepaald trofee materiaal bent, maar niet voordat je z’n klauw eraf hebt geknaagd. Nu je voor het eerst Pete’s mensenvlees hebt geproefd, smaakt het naar meer, maar daarvoor dien je eerst wat meer vlees om het kraakbeen te vergaren.
Evolve. Adapt. Overcome
Voor een moederloze babyhaai zit er daarom maar één ding op. Je zult moeten jagen, eten en groeien. Je moet evolueren om in de uitgestrekte wateren te overleven, want je bent verre van het enige dier met een vlijmscherp gebit. De gameplay bestaat dan ook veelal uit rondzwemmen en alles opslokken dat een hartslag vertoont. Dit klinkt behoorlijk repetitief, wat het stiekem ook wel een beetje is. Er is nu eenmaal niet veel meer te doen dan dit, vooral in de opstartfase.
Het is pas wanneer je jezelf wat verder ontplooit tot een tienerhaai dat de gameplay iets interessanter wordt en de RPG-elementen echt hun intrede doen. Je skill set wordt veelzijdiger en de chemische teringzooi die de mens op de zeebodem achterlaat zorgt ervoor dat je de beschikking krijgt over mutagenen. Zodra deze mutagenen hun uitwerking beginnen te vertonen, wordt het pas echt leuk. Het leven van een reguliere huis-, tuin- en keukenhaai is maar boeiend tot een bepaalde graad, maar het leven van een haai met elektrisch geladen tanden en een uit botten bestaand exoskelet is vele malen interessanter.
Wanneer je er de buik vol van hebt…
Weet je wat ook interessant is? De Gulf Coast’s rijke geschiedenis aan aquatische ongelukjes en SNAFU’s die een scala aan herkenningspunten hebben opgeleverd. Naast rondzwemmen en alles verorberen wat voor je neus door zwermt, stuit je met enige regelmaat ook op een memorabel onderwaterscenario waar commentator Chris Parnell (Jerry’s stem in Rick & Morty) vaak wat nutteloze, doch amusante informatie over weet te verschaffen. Deze geinige ‘collectibles’ breken fortuinlijk genoeg de sleur van de eeuwige hap-slik-gameplay, iets wat Maneater echt nodig heeft.
Want hoe je het ook draait, wendt of keert, de overgrote meerderheid van Maneater’s gameplay gaat op den duur vervelen. Na de zoveelste sidequest die je opdraagt om een x aantal clownvissen op te schrokken, weet je het onderhand wel, en elk van de zeven gebieden op de uitgestrekte map is bezaaid met vrijwel identieke, ongeïnspireerde uitdagingen. Tripwire had er misschien beter aan gedaan om hier wat afwisseling in te brengen door er bijvoorbeeld hier en daar een timetrial van te maken, maar in plaats daarvan wordt er constant van je verlangd dat je van hot naar her zwemt om een populatie uit te dunnen, zonder daar enige vorm van druk op te leggen.
Today’s special: Mens en andere toproofdieren
Pas wanneer je je tanden in badgasten en andere recreanten zet, komt daar enigszins verandering in. Het verorberen van een mals stuk mensenvlees trekt op den duur de aandacht van jagers in de buurt, welke niet schromen om met grof geschut de baai te terroriseren. De naam van de game zegt het misschien al, maar er wordt pas echt progressie geboekt wanneer mensenvlees je primaire voedselbron vormt. Zodra de wateren volstromen met premiejagers die allen een stukje van je willen, begint de chaos in Maneater interessante vormen aan te nemen. De relatief makkelijke gameplay wordt vanaf dat moment ingewisseld voor een ware overlevingsstrijd tussen jou en een oneindige horde aan niets ontziende scherpschutters.
Ook wanneer wat verder geëvolueerde varianten van andere apex predators ten tonele verschijnen, wordt er wat meer inspanning van je gevraagd. Een gevecht om territorium en dominatie met een van deze rakkers staat vaak in schril contrast met de rest van de gameplay, waarbij je slechts een handvol keren skills moet benutten om te zegevieren. De Apex-varianten van je aquatische medebewoners zijn heel andere koek. In de meeste gevallen wordt je zwaar overclassed en zul je het dus vooral moeten hebben van goede timing, behendigheid en volharding. Ik moet eerlijk zijn, het zijn vooral de bovengenoemde situaties die Maneater op den duur leuk houden.
Een acceptabel doch verbeterbaar dieet
Gelukkig komen deze momenten vaak net op tijd om de campaign van ongeveer 8 uur boeiend te houden. Het verzamelen van collectibles, het verkennen van de zeven prachtig uitgewerkte districten en de confrontaties die dit kan opleveren zijn allemaal leuk en aardig, maar Maneater lijdt over het algemeen wel aan een gebrek aan variatie in gameplay. Daarnaast kent Maneater louter een singleplayer campaign, terwijl de game zich uitstekend zou lenen voor een Evolve-achtige multiplayer. Misschien dat het nog komt. Tripwire heeft per slot van rekening medegedeeld dat er nog wat post-launch content op de planning staat.
Of Maneater de krappe vier tientjes waard is, ligt dus een beetje aan je verwachtingspatroon en je voorliefde voor flauwigheden. Wanneer het je ultieme wens is om vrij door een oceaan rond te zwemmen en af en toe je tanden in een ander wezen te zetten, dan ga je met Maneater zeker aan je trekken komen. Ben je al snel vermaakt door zouteloze monoloog over het aquatische leven, dan valt Maneater ook nog best aan te raden. Zoek je een haaienversie van Ecco the Dolphin met een legio aan veelzijdige uitdagingen, dan kan Maneater wellicht snel gaan vervelen.
Conclusie
Tripwire’s Maneater is zo’n game die werkelijk twee kanten op kan. Je vindt het geweldig of letterlijk geen zak aan. Aan welke kant de game voor jou valt is sterk afhankelijk van je preferenties. Zoek je een constante lading uitdagende beproevingen, dan ga je waarschijnlijk snel je buik vol hebben aan Maneater. Hoeft het van jou allemaal niet zo serieus en wil je vooral relaxed rondzwemmen, je tanden zetten in alles wat beweegt en van tijd tot tijd een flink potje knokken met een ander roofdier, dan kan Maneater de 8 uurtjes van je tijd waard zijn.
Watch out boy she’ll chew you up
@Noice!: ik zat er stiekem al op te wachten 😉
Ik vind hem geweldig en ondanks dat veel missies weer hetzelfde zijn blijft het super om al die vervelende mensen op te vreten.