Laten we dit hele verhaal beginnen met een disclaimer. Ondergetekende is een ongekende Overcooked-speler. Zowel deel één als twee heb ik samen met mijn betere helft compleet uitgespeeld en we zijn duidelijk enorme liefhebbers van de franchise. Toen Cannibal Cuisine toevallig op het bord kwam te liggen was het enthousiasme groot.
Goede (lokale) co-op games worden steeds zeldzamer in de industrie en een paar uitzonderingen na, compleet verdwenen uit het triple-A segment. Gelukkig hebben kleine studio’s nog degelijke successen gehaald, met als grote uitblinker de eerder genoemde Overcooked-franchise. De Belgische ontwikkelaar Rocket Vulture heeft dit ook gezien en met Cannibal Cuisine is er een dodelijke twist aan de kookformule toegevoegd, met het vermoorden van toeristen voor mensenvlees. Het idee is grappig, alleen kan de uitwerking nog wel wat zout en peper gebruiken.
Dodelijke vakantie
De verhalende kapstok waar deze game aan wordt op te hangen, vind ik stiekem wel heel geinig. Je bent een inwoner van een primitief, inheems dorp en de god Hoochooboo heeft trek in mensenvlees. Gelukkig bevindt het dorp zich op een eiland die populair is onder toeristen, dus is er genoeg voorraad al moet je er nog wel achteraan rennen.
Cannibal Cuisine maakt er verder geen geheim van dat ik heel erg graag Overcooked wilt zijn, want op de lopende vleesfabrieken na komt de gameplay behoorlijk overeen. Links in de hoek staan de recepten die je zo snel mogelijk moet preparen, zodat Hoochooboo niet te lang hoeft te wachten op geroosterde manribs. Hoe sneller je bent, hoe meer punten je binnenhaalt en de echte pro’s zijn alleen tevreden met drie sterren. De game is te spelen in co-op tot vier spelers en je kan het ook in je eentje doen. Al is dat veel minder leuk, aangezien Cannibal Cuisine een echte partygame is.
De messen slijpen
Het echt unieke element van Cannibal Cuisine is het slachten van de toeristen om vlees te verzamelen. In elk level komen een aantal mensen geleidelijk het speelveld op en het zijn van die heerlijk flauwe stereotype toeristen. Denk aan Duitsers in een tiroler pakje of een sassy bitch op zonvakantie in haar bikini. Mocht je een recept moeten maken met een stukje vlees erin, dan weet je waar je dat moet halen.
De toeristen vechten echter ook terug en dat kan ook voor jouw personage dodelijk aflopen en dat moet niet te vaak gebeuren, want doodgaan kost je punten in Cannibal Cuisine. Er zijn gelukkig een handjevol skills die je het leven makkelijker maken, zoals een totem die je geneest als je in de buurt staat. Vind je dat het vlees niet snel genoeg gaar wordt, dan is er ook een skill die je de mogelijkheid geeft om vuur te spuwen. Dan kan Hoochooboo meer eten en minder wachten.
Wat fijn is aan Cannibal Cuisine is dat je na elk level de mogelijkheid krijgt om je personage weer aan te passen. Ben je uitgekeken op je rode mannetje met piratenhoed dan kan je dat voor je een nieuwe “keuken” ingaat wijzigen. Hetzelfde geldt ook voor de skills en dat is heel fijn als je tijdens het spelen erachter komt dat je niet het goede gereedschap bij je hebt voor het specifieke level.
Over de levels heb ik ook weinig te klagen ze zijn uitdagend, afwisselend en zien er ontzettend leuk uit. Ook wordt het niveau vrij rap omhoog gegooid en zijn er een paar bijzondere levels, zoals bijvoorbeeld een platformlevel waar je moet vluchten voor de Spiky Log of Doom! En dit soort levels zijn net zo stressvol, als het draaien van een goede keuken.
Overigens is het ook nog mogelijk om tegen elkaar de strijd aan te gaan. In principe speel je exact hetzelfde spel alleen probeer je uiteraard het snelste team te zijn met de meeste punten. Leuk tussendoortje, maar mijn voorkeur ligt toch bij het samenwerken en op die manier ruzie krijgen.
Nog even marineren
Het is lastig om Cannibal Cuisine los te beoordelen, als het echt zo hard een andere game probeert te zijn. De vergelijking met de Overcooked-games is onvermijdelijk en in die vergelijking komt Cannibal Cuisine zeker niet als bovenliggende partij eruit. Het opjagen van die toeristen is erg geinig en de unieke skills geven de game net wat diepgang, maar er zijn toch een flink aantal dingen die beter kunnen en moeten.
Allereerst de algemene besturing. Je personage lijkt bijna geen massa te hebben, waardoor je nooit echt goede controle lijkt te hebben over je inboorling. Ik ben gemiddeld ook veel vaker doodgevallen of verdronken, dan in Overcooked 2. Ook mis ik wat feedback, zij het visueel of middels een trilling in de controller, als je groenten en fruit oppakt. Vaak zat dat ik er heilig van overtuigd was dat ik een banaan had gepakt, om halverwege mijn sprintje erachter gekomen dat ik niets vast heb. Iets wat Overcooked beter doet door te laten zien dat je een kratje openmaakt.
Ook is de moeilijkheidsgraad veel te hoog. Het is heel leuk dat ze uitdaging willen bieden door die drie sterren te willen halen, maar het is echt praktisch onmogelijk om dat te behalen. Dit heeft deels te maken met de wat onwennige besturing, je verliest punten als je sterft, maar ook door willekeurigheid. De toeristen laten verschillende soorten vlees achter, maar de kans is best groot dat je niet het stukje krijgt wat je nodig hebt voor het eerst volgende gerecht.
Dit kost gewoon te veel tijd en als je te veel pech heb in zo’n level dan kan je twee of drie sterren wel uit je hoofd zetten.
Conclusie
Cannibal Cuisine is an sich helemaal niet zo slecht en je kan er echt een aantal gezellig uren met je vrienden hebben, zowel op de bank als online. Het spelletje is gemaakt door een klein team, kost je maar dertien euro voor Nintendo Switch of pc en het biedt genoeg plezier voor de prijs. Het is knullig, luguber en gewoon degelijk. Ben je echter die doorgewinterde Overcooked speler zoals ik, dan weet je dat het veel beter kan al blijft Cannibal Cuisine een lekker tussengerecht.