Review: Pokémon Let’s Go

Een Pokémon-game die elementen uit het nog altijd immens populaire, doch ernstig versimpelde, Pokémon GO overneemt, maar zich toch als een main-line spel profileert; voor menig fan van de franchise klinkt dit als een ware nachtmerrie. Toch probeert ontwikkelaar Game Freak dit met Pokémon Let’s Go: is het mogelijk om de gigantische schare fans van Pokémon GO naar de “échte” games te lokken? In deze review lees je het antwoord van Gamersnet.

Nostalgie ten top

Het eerste dat opvalt aan Pokémon Let’s Go: Pikachu en Let’s Go: Eevee, is dat deze twee games zoveel mogelijk proberen te grijpen naar de nostalgie die vooral Pokémon Yellow bij veel mensen opwekt. Pokémon die als je buddy achter je aanlopen, zoals Pikachu in de game uit 1998 dat deed (nee, ondergetekende voelt zich nu niet oud, begrepen?!); Gym Leaders die precies dezelfde pose aannemen als in de games van weleer, noem maar op. Een heleboel aspecten staan in dienst van het oproepen van nostalgie en mán, wat slagen de games hier goed in.

Toch weet Pokémon Let’s Go wel degelijk de nodige vernieuwingen door te voeren, zelfs als je kijkt naar recentere verschijningen als Pokémon Ultra Sun en Ultra Moon. Uiteraard is er je Partner Pokémon (Eevee of Pikachu, afhankelijk van welke versie je koopt), maar daarnaast kun je nog een ander wezen uit zijn of haar Pokéball halen, zodat die achter je aan loopt. Zo ben je dus niet gedwongen om een Pokémon achter je te hebben die Game Freak voor je kiest; je kunt je ook gewoon laten volgen door je favoriete Pokémon uit de Kanto-regio.

Ook zijn er Coach Trainers en Master Trainers te vinden in Kanto, waarbij dat laatste alleen geldt als je de Elite Four hebt verslagen. De Coach Trainers dienen om je een indicatie te geven of je klaar bent om bijvoorbeeld Mount Moon te betreden: als je de Coach Trainer voor deze machtige berg weet te overmeesteren, kun je de bergverbinding tussen Pewter City en Cerulean City ook wel aan.

Maar wellicht het meest duidelijke verschil met eerdere Pokémon-games zijn de graphics: deze zijn danig opgepoetst en naar een resolutie van 1280 bij 720 pixel (in handheld-modus) gebracht. Maar zoals wel vaker met ontwikkelaars die net aan de Switch beginnen, heeft ook Game Freak het lastig met het weergeven van een stabiele framerate op de hybride-console. Met enige regelmaat kakt die namelijk wat in. Gelukkig heeft dit vanwege de opzet van de games nooit echt invloed op je eigen prestaties, maar toch doet het wat mij betreft enigszins af aan de ervaring.

Poké Ball Plus: leuk, maar gaat te ver

Maar een nostalgische bril wil niet zomaar zeggen dat een game perfect is, verre van zelfs. Eerder noemde ik al de Poké Ball Plus, waar een gratis Mew bij wordt geleverd. Maar dat is niet het enige dat dit apparaat toevoegt. Sterker nog, dat is niet eens het meest oneerlijke aspect van deze paywall. Mew is een erg veelzijdige Pokémon met prima stats en een zieke move pool, maar in de Poké Ball Plus kun je ook een Pokémon naar keuze mee op pad nemen.

Daarmee verdien je beloningen, zoals Candy die verschillende effecten teweegbrengen – en een bizar grote hoeveelheid XP-punten voor de Pokémon die je in je fysieke Poké Ball hebt zitten. En ik bedoel bizár groot: een bezoekje aan een dierentuin leverde mijn Mew een XP-bonus op van bijna 24.000 punten; genoeg om Mew van level 1 naar level 30 te brengen. Als bewijs hieronder een screenshot:

Ook roept de Pokémon die je in je Poké Ball Plus meeneemt, regelmatig naar je. Als je antwoordt door op de knop van het apparaat te drukken, krijg je extra bonussen in de vorm van bijvoorbeeld Candy voor je digitale wezens. Dat is natuurlijk makkelijk verdienen: neem je de Poké Ball Plus mee naar je werk (of op je Pokémon GO-avonturen), en je Pokémon is ineens honderden of zelfs duizenden XP-punten rijker, zelfs als je tijdens je werk alleen maar loopt om aan je pauze te beginnen.

Dit alles is beschikbaar van het eerste moment dat je een Pokémon hebt om mee op pad te nemen. Je Pokémon kunnen dan ook hypothetisch al vóór je überhaupt een Trainer Battle hebt gevoerd, elk gevecht al transformeren tot een formaliteit.

Al met al vind ik dan ook dat Game Freak ietwat overdrijft met de Poké Ball Plus. Het idee is absoluut gaaf, aangezien je een diepere band met je Pokémon kunt krijgen. Maar aan de andere kant is het wel heel eenvoudig om een voordeel te verkrijgen middels dit apparaat, waarmee je je Pokémon traint zonder je Switch daadwerkelijk aan te hebben staan.

Zeker in PvP-omgevingen kan dit al snel een oneerlijk voordeel vormen, aangezien spelers die de Poké Ball kopen, hun Pokémon gratis XP-punten kunnen geven. Wandel je veel op je werk? Dan wordt het leven een stuk makkelijker als je competitief speelt. Spelers die daar geen 50 euro voor over hebben, lopen (no pun intended) dat voordeel mis.

Geef me je handje

Maar de Poké Ball Plus is lang niet het enige aspect dat Pokémon Let’s Go simpeler maakt. Ook zonder paywall is er namelijk genoeg veranderd ten opzichte van Pokémon Yellow. Zo kun je bepaalde Gyms niet eens betreden zonder dat je een Pokémon van een bepaald type of level bezit.

Ook neemt je Partner Pokémon een heleboel denkwerk van je over. Dit gaat zelfs zóver dat je partner je de weg wijst in het door Team Rocket overvallen huis in Cerulean City. Want zelf zou je die gigantische voetstappen natuurlijk nooit opmerken.

Dat wil overigens niet zeggen dat álle aanwijzingen van je Partner Pokémon zinloos zijn. Zo is er in Cerulean City een fontein te vinden die niet in het oorspronkelijke Pokémon Yellow zat. Dit is een voorbeeld van iets waar je Pokémon je op wijst, en als je er genoeg geld in gooit ontvang je een cadeautje van je Partner.

Maar niet alleen je Eevee of Pikachu neemt je bij de hand. Ook de game zelf is aardig agressief begeleidend in je doen en laten. Zo kun je Brock, de eerste Gym Leader, alleen uitdagen als je kunt bewijzen dat je een Pokémon van het gras- of watertype hebt; oftewel dat je Brocks Pokémon aan kunt omdat je een type-voordeel hebt. Misty kun je vervolgens niet uitdagen totdat je een Pokémon van minimaal level 15 hebt.

Wat mij betreft zijn deze dingen niet echt nodig, zeker ook omdat Let’s Go vooral bedoeld lijkt om Pokémon GO-spelers naar de hoofdserie te trekken; in het mobiele spel zijn de types zo ongeveer de enige vorm van diepgang, dus zelfs mensen die alleen bekend zijn met Pokémon GO, zullen al wel weten dat je Rock-wezens als die van Brock moet bevechten met water- of gras-Pokémon.

Pokémon GO maakt je (g)een Pokémon Master

De Master Trainers vereisen daarentegen een geheel andere aanpak: deze NPC’s specialiseren zich in één specifieke Pokémon en alleen in dat wezen. Aan jou de taak om hem of haar te verslaan met diezelfde Pokémon. Heb je bijvoorbeeld te maken met de Charizard Master Trainer, dan mag je die alleen bevechten met je eigen Charizard. En deze trainers zijn voor élke Pokémon aanwezig: voor alle 151 Pokémon uit de Kanto-regio is een Master Trainer beschikbaar. Weet je ze allemaal (inclusief Mew) te verslaan, dán weet je dat je de ultieme Pokémon Master bent.

Maar natuurlijk hoor ik jou, de lezer, al zeggen: er zijn toch exclusieve Pokémon voor de Pikachu- en Eevee-versie? Ja, dat concept blijft traditiegetrouw bestaan. Je kunt in Pokémon Let’s Go: Eevee bijvoorbeeld geen Growlithe vangen, waar de Pikachu-editie is ontdaan van de Vulpix-lijn. Maar door de connectie met Pokémon GO is deze hindernis eenvoudig te overwinnen: in mijn exemplaar van Pokémon Let’s Go: Pikachu kon ik eenvoudig een Vulpix importeren die ik had gevangen in Pokémon GO. In zekere zin moet je dus wel aan GO (of het ruilen met andere Let’s Go-spelers) beginnen om een échte Pokémon Master te worden.

De enige keer dat die vlieger niet opgaat, is in het geval van de mythische Mew. Dit wezen kan niet vanuit GO worden getransporteerd naar Let’s Go. In dit geval is de Poké Ball Plus (op het moment van schrijven) dus de enige manier om álle Master Trainers te verslaan. Naar mijn weten is dit de eerste keer dat Pokémon zich (buiten de versie-exclusieve Pokémon) houdt aan een paywall, en dat is ook meteen een pittige: voor 50 euro heb je een Poké Ball Plus waar Mew bij wordt geleverd. Aan de andere kant: in de oorspronkelijke games werd Mew uitgegeven op speciale evenementen, waarvan er buiten Amerika en Japan maar bar weinig werden gehouden. Nu is Mew in ieder geval voor iedereen beschikbaar. Typisch gevalletje van pick your poison dus.

Maar terug naar de connectie met Pokémon GO: op deze manier wordt het natuurlijk wel erg eenvoudig om je Pokédex volledig te vullen: speel Pokémon GO actief wanneer ontwikkelaar Niantic weer een onvermijdelijk event houdt waarbij Pokémon uit de eerste generatie centraal staan, en je bent al een heel eind op weg. Zeker als je, in tegenstelling tot ondergetekende, geen rekening houdt met het bijhouden van een living Dex in de mobiele game, is het wel heel erg simpel om alle 151 Pokémon te verzamelen. Je hebt immers maar één Vulpix nodig om ook evolutievorm Ninetales te registreren in je Pokédex in Pokémon Let’s Go Pikachu of Eevee.

Is versimpeling een probleem?

Nu hoeft versimpeling lang niet altijd een probleem te zijn, en dat is het ook lang niet altijd in Pokémon Let’s Go. Zo kan ik het wel waarderen dat je Pokémon nu op de map ziet lopen, zodat je kunt kiezen welke wezens je wel en niet wilt vangen. Nooit meer keer op keer ongewild lastiggevallen worden door Zubat terwijl je in Mt. Moon op zoek bent naar Clefairy, nooit meer oneindig veel Rattata in elk veldje dat je betreedt… heerlijk! Ook is er wat voor te zeggen dat het fijn is dat je niet meer meerdere Switch-exemplaren en gameversies bij elkaar hoeft te brengen om alle 151 Pokédex-plekken op te vullen.

Echter, wat mij betreft draaft Pokémon Let’s Go de versimpelingen iets té ver door, vooral door de verregaande integratie met Pokémon GO en wel heel erg overduidelijke hints. Zeker als de Pokémon-game die voor volgend jaar gepland staat, inderdaad de extra diepgang biedt die we van de serie gewend zijn, zou het zelfs een fout kunnen zijn om Let’s Go zo te versimpelen: Pokémon GO-spelers worden naar de franchise getrokken, maar vervolgens weer afgeschrikt door een volgende hardcore-game.

Conclusie

Dus, tijd voor het eindoordeel na die flinke lap tekst. Al met al vind ik Pokémon Let’s Go vermakelijk, maar de versimpelingen gaan mij persoonlijk te ver. Sommige veranderingen zijn fijn (nooit meer Zubat!), maar de keerzijde is dat ál het denkwerk je uit handen wordt genomen.

Ik hoop dan ook dat de volgende Pokémon-game voor de Switch wat meer diepgang en minder handje-vasthouden zal bieden. Maar in tegenstelling tot het teleurstellende Pokémon Quest is Let’s Go wél een perfecte game voor de Switch: makkelijk om even op te pakken, maar tegelijkertijd kun je er uren in kwijt.

Gamersnet Score

Wat is HOT

  • Pure nostalgie
  • Opgepoetste graphics
  • Vernieuwingen in de serie
  • Pokémon op de map
  • Perfecte Switch-game
  • Veel verschillende besturingsmogelijkheden

Wat is NOT

  • Soms wel erg versimpeld
  • Framerate niet altijd stabiel
  • Poké Ball Plus
  • Mew achter paywall
  • Pokémon vangen à la GO
  • Geen optie voor Pro Controller

7.5

  1.   
    WesterW's avatar

    Duidelijke review, Mike. Ben het met je eens dat versimpeling in deze game niet zozeer nodig was. Al ziet het er, zo geef je zelf ook aan, grafisch dan wel weer erg aangenaam uit.

  2.   
    ronineter's avatar

    Het is inderdaad een super vette game, Echter nog een extra minpuntje is dat gamefreak geen optie heeft toegevoegd om je pokemon via iets online van GO naar Lets GO. Na alle advertenties van dat je pokemon overgezet kunnen worden, ben je alsnog genaaid als je bluetooth hardware in je telefoon lager is dan 4.2. Wat voor mij het vangen van alle pokemon een stuk lastiger maakt. Plus deze methode van overzetten werkt op een hoop switches niet omdat de bluetooth meestal gebruikt word voor de switch controllers.

  3.   
    Tom Kauwenberg's avatar

    Ik ben he-le-maal down om de oude Pokémon-games weer opnieuw te ervaren, maar er lijken wel érg veel haken en ogen aan de reboot te zitten.

    Niet hoeven vangen als vanouds, daar kan ik nog mee leven, maar ergens gaat met al die kleine veranderingen misschien ook wel weer wat van de charme van weleer verloren. Tegelijkertijd kan ik me voorstellen dat de nieuwe, superschattige stijl en alle nostalgie je er wel makkelijk doorheen trekken.