Review: State of Decay 2

Terwijl de auto op topsnelheid begint te rammelen, gutst het bloed uit mijn kersverse gevechtswonden. Achterin ligt voedsel en munitie voor zeker een dag of twee, maar daar heeft niemand iets aan als ik hier de pijp uitga. Een verdwaald lijk langs de weg maakt kennis met mijn deur, die vervolgens abrupt losvliegt van de carosserie. Dit wordt krap. En dat terwijl we juist nu zo veel kans op overleven maakten…

Ik grijp het stuurwiel goed vast, me voorbereidend op de laatste paar straten richting ons kamp. En net als onze veilige parkeerplekken in zicht komen, valt de voorzijde van het voertuig plots gedeeltelijk door de grond. De motor vliegt razendsnel in de fik, om nog geen vijftien seconden later de volledige auto in een vuurbal te veranderen, de materialen voor altijd verwoest.

Dat wordt weer twee nachten ruziën en teren op de vier overgebleven zakjes chips. Welkom in State of Decay 2.

Opnieuw overleven?

Laten we wel wezen; State of Decay (2013) was een parel van een game. Een ongepolijste, maar toch ontiegelijk potentiële parel. Waar andere titels in het slenterende zombie-genre focusten op lompe actie, draaide State of Decay juist om het bijeenhouden van een groep noodlottige overlevenden. Tot op de puntjes voorzien in hun benodigdheden, dromen en natuurlijk overlevingskans. Fantastisch in concept, maar iets wat slechts in beperkte mate strak uit de verf wist te komen. Technische kwaaltjes en beperkte vrijheid deden de kern ietwat af, maar de fundering voor iets moois was in ieder geval aangelegd.

We springen een jaar of vier verder, en daar is dan eindelijk het uitsluitsel: State of Decay krijgt een vervolg. Een tweede kans om het initiële idee eer aan te doen. Een schone lei om nu écht eens te laten zien hoe grimmig het post-zombie bestaan kan worden. Nota bene een vervolg met nu wél de aanwezigheid van langverwachte co-op, maar vooral de belofte op méér uniek en ondood plezier. Mijn adrenaline was al preventief aan het pompen.

Maar nee, al vroeg schemert door dat Undead Labs niet bepaald heel veel groter is gaan denken — waarvan al akte in onze E3 preview. State of Decay 2 is in vele vormen een directe herhaling van zetten. Van de klungelige combat tot aan onoverzichtelijke interfaces en bakken met minder frappante technische foutjes; vrijwel alle missers van het origineel lijken een glorieuze comeback te maken in dit vervolg.

Wij, tegen de lijken

Nog altijd draait State of Decay 2 om een vorm van gezamenlijk succes boeken. In een post-apocalyptische wereld, waar vijandige lijken vrijuit wandelen, dien jij een leefbaar bestaan voor jezelf en je gemeenschapje te creëren. Elk van de overlevenden kan bij jouw onder de knoppen komen, om het algehele leven weer een beetje beter te maken. Haal broodnodig materiaal binnen, cultiveer een tuintje, verhelp een etterende ziekte of ruim een dorp vol gevaarlijke zombies op; alle handarbeid is welkom. Elk leven kan een kostbare toevoeging voor je kampement blijken, maar elk van die gemoedelijke gebroeders en gezusters kan ook ieder moment het permanente loodje leggen. Het is letterlijk spelen met leven en dood, op alle denkbare niveaus.

En ja, die formule kan aardig verslavend werken. Met talloze statistieken, menuutjes en mogelijke upgrades, drijft de game je alsmaar verder. Durf je die extra meter gaan met je verzwakte vechtersbaas voor wat nieuwe medicijnen? Zou het niet mooi zijn om een stroomgenerator te bouwen, ook al trekt deze meer zombies aan? En moeten we niet eens heel snel die arme vrouw in nood redden, twee met lijken overrompelde dorpen verderop? State of Decay 2 doet met diens micromanagement zijn uiterste best je alsmaar weer die open wereld in te laten trekken, met alsmaar gevaarlijkere gevolgen.

Niks nieuws onder de zon…

In wezen staat State of Decay 2 met alleen al dat concept als een huis, ware het niet dat deze nagenoeg onveranderd is gebleven sinds het eerste deel, met een uitzondering of twee. Overlevenden kunnen nu doorgroeien tot de zelfverkozen leider van je gemeenschap om daarmee één enkel einddoel te verschaffen, terwijl zogenaamde Plague Hearts een virale ziekte verspreiden in jouw directe omgeving. Weliswaar twee geinige mechanieken, maar na vier jaar ontwikkeltijd simpelweg te weinig om echt als significante vernieuwingen door het leven te gaan. Van uur tot uur ziet je dagvulling in State of Decay 2 er immers exact hetzelfde uit.

Het gros van je tijd in State of Decay 2 spendeer je met de zelfbedachte runs de buitenwereld in. Soms aangedreven door nieuwsgierigheid, vaker door noodlottige schaarste of wat optionele beunhazerij. Men neme een of twee van de meest gezonde en gevechtsklare survivors, pendelt van A naar B voor het een of ander en probeert in de tussentijd alle morsdode tegenstand een kopje (of armpje) kleiner te maken. Ondertussen mag je minder gezonde zombie-voer uitrusten in het thuiskamp, je zuurverdiende materialen verspillen en misschien nog een stapelbed van IKEA bouwen. Morgen is het immers weer hun beurt om zich in de ondode massa te storten.

Enorm diepzinnig wordt die interactie met je groepje ook nergens. Het gros van de overlevenden in je wereld worden op willekeur in jouw richting gegooid, maar geen enkele van hen voelt uniek. Elk nog levend mens heeft weliswaar een eigen pakket aan statistieken en specialiteiten, maar van echte persoonlijkheid is geen sprake. Puur op hun aangewezen klasse (waaronder Builder, Sheriff, Warlord en Trader) en bepaalde eigenschappen krijgen ze een eigen end game toegewezen en wat ‘persoonlijke’ missies toegewezen. Het geeft wat duiding, maar echte binding met de personages, die ga je niet snel aantreffen. Mocht een van je survivors het loodje leggen, dan rouw je nog wel het langst om hun statistiekjes en de zeven kogels die ze nog bij zich droegen.

Plezier in progressie

Maar goed. Zodoende vul je met talloze runs en een handvol overlevenden al snel tientallen uren. Al verzamelend heen en weer rijden, je kamp een keer verhuizen, hier en daar eens een andere gemeenschap helpen — of uitroeien, ik oordeel niet. Bijtijds leveren die activiteiten een nieuw wapen of een kleine upgrade voor een van je faciliteiten op, maar nog altijd sta jij aan de bakermat van een nieuw bestaan creëren. Welke overlevenden doen er mee (en waarom), en hoe precies wil je als gemeenschap groeien; dat is allemaal aan jou.

Al met dat resulteert dat in prima vertier, maar vaak wel voorzien van een nare twist. Over verloop van tijd verandert het spel in een trage eenheidsworst, die meer dan eens getroffen wordt door opvallende obstakels. De runs voelen op den duur als puur routinewerk, waarin enkel de aanwezige bugs een welkome verandering vormen. Een bevriende overlevende die gedurende onze hele reis in brand denkt te staan, een kameraad met hoognodige spullen die plots van de aardbol verdwijnt, een bestuurbare natte krant die zes keer over de kop vliegt na over een kiezel te struikelen; je kunt de technische misstanden zo gek niet bedenken, of ze schitteren in State of Decay 2.

Ten opzichte van het eerste deel is er weliswaar gewerkt aan wat grafische verbeteringen, alsmede ietwat meer overzicht in de vele menuutjes, maar van echt grote stappen is geen sprake. Camerastandpunten en gevechtsanimaties voelen nog altijd wat onverfijnd aan en ook van je computergestuurde partners hoef je nagenoeg geen intellect te verwachten. Vrijwel elke speelsessie wordt geteisterd met concessies, meer omwille de techniek dan de daadwerkelijke gameplay.

Coöperatief knokken voor één iemand?

En juist daarin had een ijzersterke co-op het verschil kunnen maken. Een middelmatige game kan immers, onder het genot van goed gezelschap, alsnog prachtig schitteren. Maar nee, ook op dat front weet Undead Labs op frappante wijze tekort te schieten. Coöperatief spelen is weliswaar een gegeven in State of Decay 2, maar de uitwerking ervan voelt allesbehalve modern aan.

Tot vier spelers kunnen gezamenlijk de staat van verval betreden, maar enkel binnen het avontuur van één vriend. Als co-op partner kom je ‘op bezoek’ in iemands singleplayer ervaring, om vervolgens gebonden aan de gastheer of -vrouw mee te gaan op avontuur. Alles wat je doet of bereikt, moet vervolgens weer achtergelaten worden in die wereld. Natuurlijk, zelfs de domste vreemdeling op Xbox Live overtreft de intellegentie van welke AI-kameraad dan ook, maar het voelt tegelijkertijd wel erg 2006 aan. Geen gezamenlijke progressie, enkel een helpende hand die je tijdelijk toerijkt. Als een linea recta tegenovergestelde van een shared world ervaring, iets wat vandaag de dag toch wel tot de standaard zou moeten behoren.

Charme door merg en been

Toch, ondanks al die missers en ondanks de slordige afwerking, schuilt er nog altijd iets moois in State of Decay 2. Het permadeath ploegen tegen hordes zombies heeft een bepaalde charme. Het werkt niet enorm precies en resulteert vaak genoeg in wat ongepaste frustratie, maar het heeft wel iets. En dat maakt State of Decay 2 meteen ook weer zo ontzettend cru. De tweede poging om het eerste deel eer aan te doen, blijft zitten met precies dezelfde probleempjes. De formule van Undead Labs is nog altijd die ongepolijste parel, zij het nu dan wat groter uitgedacht. En dat blijft toch zonde.

Conclusie

Het is en blijft aardig schraal om te zien dat Undead Labs met State of Decay 2 er niet in slaagt de potentie van het eerste deel waar te maken. Sterker nog, dit vervolg lijkt her en der in precies dezelfde valkuilen te tuimelen als diens voorganger. Grafisch en technisch is het geheel wellicht ietwat opgepoetst, maar het gebrek aan echte verbetering en vernieuwing resulteert in een karige tweede poging. De gevechten voelen als vertrouwd rommelig, natte kranten dienen nog altijd als vervoer en legio game breaking bugs zijn nog altijd aan de orde van de dag. Dit is niet hoe we gezamenlijk een ondode wereld zouden willen trotseren, vooral niet met het oog op de halfslachtige multiplayer.

State of Decay 2 is daarmee niet direct een desastreuze miskoop, maar met vier jaar aan ontwikkeltijd en slechts deze vorm van ‘vooruitgang’ wél een duidelijk statement voor de serie. De formule heeft potentie, maar staat op deze wijze zelf in verval te raken. En dat is oneindig zonde, vooral nu een unieke draai in zombie-survival zo veel kans op overleven zou hebben…

Gamersnet Score

Wat is HOT

  • Meer unieke zombie-survival
  • Nu eindelijk met co-op

Wat is NOT

  • Vernieuwd noch veranderd
  • Multiplayer anno 2006
  • Nog altijd technische chaos

6

  1.   
    Puddingboom's avatar

    En juist daarin had een ijzersterke co-op het verschil kunnen maken. Een middelmatige game kan immers, onder het genot van goed gezelschap, alsnog prachtig schitteren. Maar nee, ook op dat front weet Undead Labs op frappante wijze tekort te schieten.

    Zeer tegenvallend. Had hem hiervoor op willen pakken. Nette eerlijke review!

  2.   
    kanniet's avatar

    Weet niet wat ik met de review moet. Ik vermaak me prima met deze game en heb ook nog geen gebruik gemaakt van de multiplayer functie. Waarom MP zo belangrijk is geworden voor spelers?
    Wat mij betreft is het cijfer veel te laag.

  3.   
    Tom's avatar

    Het cijfer wordt verantwoord met de tekst; ik ben gewoon niet te spreken over de het gebrek aan nieuwigheden in de serie. De formule is (nagenoeg) hetzelfde gebleven, tot aan de foutjes aan toe. Veel bugs, klungelige besturing en dus een erg halfslachtige co-op. En dat met vier jaar ontwikkeltijd en een erg potentieel eerste deel.

    Voor mij voelt State of Decay 2 gewoon als een opsomming van gemiste kansen. Niet zo zeer dat het meteen een slecht spel is (vandaar de voldoende), maar de serie komt op deze manier wel een beetje op zijn gat te liggen.

    Ben je wel bekend met het eerste deel of de Year One Survival Edition? De gelijkenissen zijn namelijk vrij uncanny.