State of Decay 2

Het in 2013 verschenen State of Decay was per definitie het schoolvoorbeeld van een titel met potentie. Gevangen in een oververzadigd genre, uniek in zijn soort, maar nergens een regelrechte uitschieter. Wat State of Decay deed, was verfrissend, maar kwam nooit voor de volle honderd procent aan. Een game rondom zombie-survival met zowaar een eigen gezicht, maar slechts gematigd in het geslaagd uitwerken van de verborgen potentie. Het vorig jaar onthulde State of Decay 2 moest daar eindelijk verandering in brengen, en met ingang van deze E3 was het ons de eer om de staat van die vooruitgang (of het verval daarvan) te mogen ervaren…

Poging twee…

In vrijwel alle opzichten is State of Decay 2 een directe voortzetting van wat het origineel introduceerde aan de wereld. Allereerst lijkt de achterliggende engine onveranderd, maar ook de insteek van het spel is grotendeels gelijk gebleven. Nog altijd levert State of Decay een zombie-apocalypse fantasie om zelf naar smaak in te vullen, zij het dan nu voorzien van een coöperatieve modus. Samen met andere spelers is het mogelijk te overleven in een met zombies gevuld Amerikaans landschap, waarbij de focus nog altijd op het samen overleven ligt. Als speler ben je niet een persoon, maar eigenlijk een complete gemeenschap van unieke overlevers.

De coöperatieve modus was een van de meest aangevraagde features van het eerste deel. Een underdog origineel wat op zichzelf al op 4.2 miljoen spelers kon rekenen. Stuk voor stuk suggereerden zij, ondergetekende alsmede, het liefst de mogelijkheid om met een groep vrienden te spelen. Precies daarin voorziet State of Decay 2 nu, al komt het wel met een nare bijsmaak.

Niet zo coöperatief als gewenst?

Samenspelen in State of Decay 2 betekent namelijk niet het opstarten van een gezamenlijk spel. De zogenaamde shared world. Nee. In dit vervolgdeel wordt het enkel mogelijk om tijdelijk spelers in jou solo ervaring te trekken, of om zelf een bezoekje te nemen aan andermans wereld.

Natuurlijk betekent dat we eindelijk gezamenlijk door hordes lijken kunnen ploegen, maar de progressie binnen de wereld blijft ten alle tijden aan een enkeling toebedeeld. Alsof je iemand uit kan nodigen in het originele State of Decay, zonder daarbij ooit echt gedeelde werelden te implementeren.

Dezelfde staat

In wezen oogt en voelt heel State of Decay 2 als een wellicht iets te directe overzetting van dat aardig ontvangen eerste deel. De graphics zijn weliswaar overgeheveld naar een hogere standaard, maar in vrijwel elk ander aspect lijkt State of Decay onveranderd. Of het nu de mechanieken van het aanwinnen, trainen en uitsturen van unieke overlevenden is, of de soms wat onbeholpen physics en gunplay; nergens lijkt de game daar echt sprongen te maken.

De klachten die dan ook in veelvoud opdoemden in het origineel, lijken zonder gêne een comeback te maken in dit vervolg. Klungelige controls, onstabiele framerates en schokkerige auto’s; alle sores zijn terug van weggeweest. En dat is wellicht wat zorgwekkend.

Progressie in verval

Hoeveel plezier er ook voort kan vloeien uit het concept van State of Decay coöperatief te kunnen beleven, voelt de nalatigheid van Undead Labs bij de rest van hun potentie wel als een schadelijk iets. De Amerikaanse studio wist donders goed wat er allemaal mis is met het toch veelbelovende origineel, maar heeft besloten slechts één veelgevraagde feature mee te nemen naar het vervolg. En zelfs die komt wellicht nog niet heel vernieuwend over, juist door dat gebrek aan de mogelijkheid op gedeelde ervaringen. Samenspel is leuk, maar de binding blijft zoek als telkens maar één speler daadwerkelijk progressie boekt in zijn/haar spel.

Begrijp me niet verkeerd: State of Decay 2 weet op sommige fronten wel zeker geslaagd voort te borduren op de bekende formule. Het bouwen van unieke zombie-bestendige forten en het zo efficient mogelijk aansturen van je overlevenden, dat is en blijft een genot om te doen. Maar tegelijkertijd voelt het zuur dat we anno 2017 nog altijd met onstabiele beeldverversing en onbeholpen auto-physics moeten kampen. Over het verloop van vier jaar zou je denken dat Undead Labs die valkuilen had kunnen overbruggen. Al helemaal nu het Xbox-platform sterker staat met de Xbox One X, en de Windows 10-versie ingebakken met Play Anywhere-ondersteuning komt.

Voorlopige conclusie

Het is zonder meer een goede zaak dat Microsoft de ondersteuning voor State of Decay voortzet en, samen met Undead Labs, de veelbelovende franchise in leven houdt. Het probleem is echter wel dat de titel voor nu nog altijd aanvoelt als een titel met veel potentie. Potentie die gek genoeg nog niet helemaal ten volste benut lijkt te worden. Het concept van een zombie-survival spel vol basebuilding, veel manage-werk en permadeath blijft immer welkom, maar dit vervolg lijkt wederom in een boel van de al bekende valkuilen te struikelen. En dat gun je State of Decay eigenlijk niet.

Nee. Gun die game (en daarmee ons) gewoon de mogelijkheid tot gedeelde werelden, een vloeiende vertoning en wellicht wat fatsoenlijke natuurkundewetten voor auto’s. Op deze manier voelt State of Decay immers meer als een opgepoetste kloon van het origineel. Maar hé, we kunnen het nu wel samen beleven. Tot op een zekere hoogte.

Het is niet mogelijk om op dit bericht te reageren