Review: Battletoads

Haal de tubetjes huidcrème en de potjes uierzalf maar weer uit de medicijnkast, want ‘s-werelds favoriete huidaandoeningen – Rash, Pimple en Zitz – zijn weer terug van weggeweest. Na een hiatus van maarliefst 26 jaar maken de Battletoads hun rentree in een gamewereld waarin inmiddels een hoop veranderd is, dus het is aan Rare en het Britse Dlala Studios om ons paddentrio weer helemaal hip, swek en relevant te maken.

Over het algemeen is Battletoads best een guitige game geworden, al heb ik wel het gevoel dat het ontwikkelteam iets te fanatiek is geweest tijdens het brainstormen. Waar je namelijk zou denken dat Battletoads een revamp van een oude beat-‘em-up moest worden, is het werkelijk een chaotisch allegaartje waar je U tegen zegt.

Een opgekikkerde klassieker

Anywho… de Battletoads. Ken je ze überhaupt nog wel? Wanneer je – net als ik – een frivole dertiger bent, is de kans groot dat de namen Pimple, Zitz en Rash de nodige jeugdtrauma’s bij je oproepen. Wie niet bekend is met dit trio, Battletoads was ‘vruuger’ de reden voor gebroken controllers en een tyfushoge bloeddruk. Vooropgesteld, Battletoads was een klassieke beat-‘em-up waarin drie padden de nodige petsen uitdeelden, waarbij de lolligheid schuilde in de Looney Tunes-eske animaties van de handen en de voeten. Keileuk allemaal.

Maar Battletoads was niet alleen vechten. Wie de traumatische ervaring nog niet heeft weggezopen kan zich nog voor de geest halen hoe Rare het bloed onder je nagels vandaan haalde met andere activiteiten binnen de game, zoals een tergend kutte speeder race die tot op de dag van vandaag nog te boek staat als regelrecht onmogelijk. Oh jazeker, Battletoads was leuk en verschrikkelijk tegelijk, en ik kan je op een briefje meegeven dat dat anno nu weer het geval is, maar dan om heel andere redenen.

Toad-ally niet voor iedereen

Laten we maar beginnen met het ‘make or break’-punt dat direct voor de hand ligt: de humor. Eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik persoonlijk over een zeer curieuze vorm van humor beschik. Zo’n soort waar velen geen hout van snappen. Ik kan veelal stuk gaan om dingen waar een ander echt niet om kan lachen. Vaak betreft dit ook nog eens cringe humor, en laat Battletoads hier nu tot de nok toe mee gevuld zijn.

Er gaat bijna geen zin voorbij zonder dat men grappig wil zijn. Ik persoonlijk kon er vaak de humor wel van inzien en er ronduit van genieten, maar ik kan me levendig voorstellen dat de appreciatie voor geforceerde grappen niet voor iedereen geldt en dat het dan ook snel op de zenuwen kan gaan werken. Maar goed, als het knokken lekker bevredigend is, kun je jezelf daar héél misschien nog overheen zetten.

‘Pad’s-boem-shit

Nu kan ik verklappen dat het uitdelen van een flink pak slaag over het algemeen best leuk kan zijn. Battletoads kent geen enorme waslijst aan moves en de speciale varianten die er zijn, vallen op één hand te tellen. Het is veelal slaan, schoppen, uppercutten om de boel uit het veld te rossen, met kauwgom spugen om iemand op z’n plek te houden, je tong gebruiken om juist dichterbij te komen en een charged defense breaker om de wat stuggere tegenstander van diens block of armor te ontdoen. Wie zin heeft in wat extra sjeu tijdens het vechten, kan er ook nog wat lollige specials doorheen gooien die vooral goed zijn voor de sfeer, want die kan vrij vlot omslaan.

Wanneer het veld wat vol begint te lopen met het nodige klapvee, kan het namelijk een regelrechte clusterfuck worden waarin je vlot met de grond gelijk wordt gemaakt. Wie het aandurft om de game op de normale of zelfs de Battletoad-moeilijkheidsgraad te spelen, zal al snel tot de conclusie komen dat overleven al een hele klus is. Als je dan ook nog eens van alle kanten wordt belaagd en je verplicht aanvallen moet opladen om je van sommige tegenstanders te ontdoen, kan je zomaar eens aan het kortste eind trekken. Wellicht is het allemaal wat beter te doen wanneer je met z’n drietjes op de bank aan het co-oppen bent, maar alleen is er soms geen houden aan.

What the frog is this?!

Daarnaast is het ook zo dat Battletoads veelvuldig uitstapjes maakt naar een ander genre, en dat kan ook best rauw op je dak vallen wanneer je juist behoefte hebt aan het betere schop- en slagwerk. Sterker nog, Battletoads zit zo ramvol minigames dat het bijna meer tijd opslokt dan het daadwerkelijke beat-‘em-up gedeelte. Wie spontaan AIDS krijgt van QTE’s is op voorhand al af, want daar word je mee doodgegooid. Daarnaast is Battletoads er ook niet van om zijn eigen varianten van games als Keep Talking & Nobody Explodes, Rayman Legends, Galaga en *vul hier je random platformer in* in de mix te gooien.

Dlala’s grootste fout is misschien wel dat het te veel de nadruk heeft willen leggen op diversiteit binnen de game, waardoor je jezelf werkelijk afvraagt welke game je nu eigenlijk aan het spelen bent. Een minigame op z’n tijd is best leuk en kan de sleur breken wanneer het gepast is, maar wanneer je tot drie keer toe dezelfde shmup moet spelen om progressie te boeken, gaat de lol er toch wel af. Je verwacht per slot van rekening een volbloed beat-‘em-up, geen collectie arcadegames. Het is bijna alsof het ontwikkelteam op een warme zomeravond knetterstoned is geworden en letterlijk elke brainfart in de game heeft willen stoppen ‘omdat het fakking hilarisch is’. Het past als een vuist in een oog.

Vechten tegen de bierkaai

Het zijn dus vooral de door Dlala gemaakte keuzes die Battletoads ervan weerhoudt om een epische opvolger van het origineel te zijn, en dat terwijl ik er werkelijk waar om in de scheur heb gelegen. Battletoads weet niet zo goed wat het wil zijn – op cringy na dan – en doet zoveel dingen tegelijk dat het nergens écht in uitblinkt. De hardcore liefhebbers van het origineel zullen helaas ook snel tot de ontdekking komen dat niet alle elementen van weleer deze versie hebben gehaald, al weet ook Dlala maar al te goed dat een Battletoads zonder een gruwelijk irritante speeder race bij voorbaat al gedoemd is om te mislukken. Dat zit er dus wel gewoon in.

Naast dit alles moet Battletoads het vooral hebben van zijn esthetiek en absurditeit, welke rechtstreeks uit de hersenpan van Rick & Morty’s Dan Harmon en Justin Roiland had kunnen ontspruiten. Op het gebied van kleurgebruik weet Dlala er bijna voor te zorgen dat je spontaan gaatjes in je kiezen krijgt en qua design kan het allemaal niet vreemd genoeg, en dat kan ik absoluut waarderen. Ook is de voice cast fenomenaal en zijn het vooral de cutscenes die meer dan de moeite waard zijn, maar het zal voor velen niet genoeg zijn om de pleurisbende te rechtvaardigen. Dat Battletoads dan ook nog eens niet via online co-op te spelen is, is helemaal doodzonde.

Conclusie

Ondanks dat ik mezelf bijna heb bezeken van het lachen, moet ik toch tot de conclusie komen dat Battletoads niet voor iedereen het succesverhaal zal zijn waar men op had gehoopt. In plaats van een gemoderniseerde beat-‘em-up is Battletoads is een beetje een allegaartje van genres geworden waarbij je jezelf af en toe echt afvraagt waarom je doet wat je moet doen.

Audiovisueel zit het allemaal wel heerlijk in elkaar en ook qua besturing valt er niks te klagen, maar het huidige Battletoads wijkt gewoon te veel af van de formule die de game ooit groots maakte. Battletoads is nog steeds niet makkelijk en kan anno nu wederom zorgen voor gebroken controllers, maar de vraag is of dat komt door de uitdaging die de game biedt, of door de zoveelste cringy oneliner of QTE. Als je daar namelijk moeite mee hebt, is het uitspelen van de game misschien nog wel de grootste uitdaging.

Gamersnet Score

Wat is HOT

  • Audiovisueel uitstekend
  • Uiterst uitdagend
  • Cringe humor ;-)

Wat is NOT

  • Gruwelijke tyfusbende
  • Meer minigame dan beat-'m-up
  • Geen online co-op
  • Cringe humor

7.0

  1.   
    CozierMass's avatar

    Fijn dat jullie een review van dit spel hebben gedaan. Wel vind ik het niet passend om met ‘tyfus’ te vloeken. Jullie website heeft volgens mij bezoekers van alle leeftijden.

  2.   
    Petor's avatar

    @CozierMass: Bedankt voor je reactie! Het internet is natuurlijk toegankelijk voor alle leeftijden, echter hanteren we bij Gamersnet een doelgroep van 16-35; we zijn niet gericht op kinderen. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat er mensen buiten die leeftijdscategorie op de site komen, maar dat is wel waarop we ons taalgebruik aanpassen. Als je bekend bent met de Gamersnet Podcasts dan weet je dat we geen blad voor de mond nemen.

    Dat je het niet passend vindt spijt me, maar onze redacteurs hebben de vrijheid om te schrijven voor een volwassen publiek.

    Groetjes,

    Peter Bouwman
    Eigenaar Gamersnet.nl