Review: Carrion

Kun je je Jackie Estacado nog herinneren? Ik wel. Levendig zelfs. Bijna 13 jaar geleden introduceerde ontwikkelaar Starbreeze me met een gameplay mechanic waar ik veel te veel van genoot, namelijk het uit elkaar trekken van gewapend tuig. Ik kon er maar niet genoeg van krijgen. Het voedde mijn duistere, bijna morbide lusten. Maar Jackies “Darkness” kwam met een dikke drawback en er werd je toch al snel op het hart gedrukt dat je fout bezig was.

Ontwikkelaar Phobia Game Studio vindt die morele les maar een dikke hoop stierenstront en als je het uitgever Devolver vraagt, mag die ‘doeslief’-handel ook regelrecht het raam uit. Carrion is daar het bewijs van. Deze ‘reverse horror’-ervaring is rauw en brengt geen mooie taferelen, maar laat je wel naar hartenlust tweevoeters uit elkaar sleuren tot je er lamme tentakels van krijgt.

Frankenstein

“I’ve created a monster”. Dat is wat ik na enkele bloeddoorlopen uren aan viscerale gameplay tegen mezelf bleef zeggen. Een fokking lelijk monster, maar tegelijkertijd het meest voldoening gevende monster wat ik in tijden op mijn scherm heb gezien. Want ja, Carrion draait om een monster, een abominatie die nog het meest lijkt op een bord uitgekotste spaghetti bolognese, waarbij het kunstgebit tijdens de hevige peristaltiek mee in het bord is beland. Denk aan John Carpenter’s The Thing. Dit gedrocht proeft vrijheid na een leven van gevangenschap in een glazen pot en heeft zijn zinnen gezet op absolute vrijheid.

Deze getentakelde gruwel heeft daarnaast ook een andere wens. Het wil groeien en zich manifesteren in de structuur van het laboratorium waar het al die tijd in opgesloten heeft gezeten. Maar, “with great power comes great appetite”, dus alle aanwezige ingezetenen vormen het ideale dieet voor dit wangestalte. Je raadt het al, Carrion laat je vooral veel mensen uit elkaar trekken en manieren uitvogelen om van punt A naar eindpunt Z te geraken.

A-maze-ing

Om dat niet al te gemakkelijk te maken – want je wilt natuurlijk wel een uitdaging – heeft men van de faciliteit een waar doolhof gemaakt waar alles op slot zit, gebarricadeerd is en na verloop van tijd ook de beveiliging pittig hoog is. De gameplay van Carrion is wat dat betreft in grote lijnen vrij rechtlijnig en leunt vooral op omgevingspuzzels en de noodzaak om te evolueren om progressie te kunnen boeken. Waar je al klein hoopje tentakels naast het afslachten van laboranten alleen deuren kan openen en kleine obstakels kan wegslingeren, zorgen goed verstopte vaten met DNA-weefsel voor upgrades die nodig zijn om beter afgesloten plekken binnen de faciliteit te bereiken.

Dit betekent dat je nogal eens moet backtracken. Sommige barricades vereisen een bepaald niveau van evolutie en het kan zomaar voorkomen dat de oplossing voor een opgave zomaar eens enkele levels verder gevonden wordt. Gelukkig beweeg je jezelf vrij vlot voort en bevat het lab aardig wat sluipweggetjes wanneer deze ontgrendeld zijn, maar het gebrek aan een minimap maakt het er niet altijd makkelijker op. Het is aan de speler om te onthouden waar men iets heeft gezien wat interessant is, maar ook hoe je daar precies komt, iets wat niet altijd even gemakkelijk is wanneer je adrenaline heeft gestroomd gedurende een intensieve slachtpartij.

Hap-slik-groei

Die slachtpartijen zijn er namelijk in ruime getale. Gezien je ontsnapping het nieuws van de dag is geworden, heeft de meerderheid van de populatie zich een vuurwapen eigen en meester gemaakt. Zodra je je lelijke harses ook maar om het hoekje steekt, wordt deze eraf geschoten. Of ja, stukjes ervan, net zo lang totdat er niets meer van je over is. Tot overmaat van ramp groeit de intensiteit van gewapende tegenstanders met je mee. Hoe groter je wordt, hoe groter de tegenstand. Machinegeweren, turrets, one shot-one kill harpoenen, vlammenwerpers, drones en zelfs bi-pedal mechs worden ingezet om je te vernietigen. Die makkelijke slachtpartijtjes waar je op je gemakje met je prooi kon klooien zijn rap genoeg afgelopen. Zodra de mens terugvecht, wordt het nadenken over een plan van aanpak.

Gelukkig brengen je evoluties ook hier wat voordelen met zich mee. Je monster ontwikkelt door het absorberen van het gevonden DNA-weefsel vaardigheden, die variëren van webben schieten en een pantser genereren tot dodelijke stekels kweken en tijdelijke onzichtbaarheid. Deze vaardigheden zijn daarentegen niet allemaal tegelijk voorhanden en gebonden aan je hoeveelheid biomassa. In Carrion bestaan de puzzels daardoor vooral uit het bereiken van de juiste hoeveelheid biomassa om de correcte vaardigheid te kunnen gebruiken. In poelen slijm kun je daarom je vergaarde biomassa dumpen en weer oppikken. Ook op save points – scheuren in het complex waar je jezelf in kunt nestelen – kun je de verloren biomassa weer aanvullen.

Tentakke-controls

Laat ik voorop stellen dat Carrion bruut is. Mensen decimeren… het is nog nooit zo fijn geweest. Carrion is wat dat betreft echt de perfecte game voor gefrustreerde zielen die ooit ‘monsterlijk’ zijn genoemd en die zich eens lekker willen afreageren op de pixelated mensheid. Maar Carrion kan zelf ook behoorlijk frustrerend worden en dat heeft het te danken aan de controls. De twin-stick kant van het controleschema laat te wensen over wat accuratesse betreft. Met je rechterpookje bepaal je waar je tentakel interactie mee gaat hebben en hier is het vaak swing or miss. In de chaos gebeurt het vaak dat je vlak naast je zwaarbewapende prooi grist en een willekeurig stuk omgeving begint rond te zwieren, wat nog wel eens tot onfortuinlijke situaties kan leiden.

Ook wordt je gehele biomassa een stuk lastiger te besturen wanneer deze dicht bij zijn final form komt. Gezien je letterlijk een blob zonder kop of staart bent, kan alles als kop of staart fungeren, en daardoor wordt het navigeren door krappe tunnels met kleine toegangspoortjes erg tricky. Maar goed, tegen de tijd dat dit echt de spuigaten uit kan lopen, ben je waarschijnlijk klaar met Carrion. De game is namelijk maar een uurtje of zes lang. Dat lijkt heel kort, maar het zijn absoluut zes schitterende, monsterlijk sadistische uurtjes.

Conclusie

Carrion is een beest van een indie. Weg met dat keurslijf en genieten van je duistere kant, dat is het devies van Phobia Game Studio en ik ga er gretig in mee. Deze pixelated ode aan jaren ‘80 horror is perfect voer voor iedereen die eens het monster wil zijn in plaats van de mens, zonder dat er een morele les aan je acties wordt gehangen. “Rip and tear, until it is done” is niet langer exclusief aan DOOM verbonden. Glibber door het lab waar men je ooit in opgesloten hield, ruk iedereen aan flarden en groei tot je de vrijheid proeft. Het is zes uur aan puur genot. Het is jammer dat Phobia Games het principe van “let nobody take control over you” iets te letterlijk heeft genomen, maar soit. Het is een kleine prijs die je moet betalen voor je vrijheid.

Gamersnet Score

Wat is HOT

  • Ongegeneerd evil zijn
  • Lekker spelen met je eten
  • Tot het einde uitdagend
  • Gevarieerd door het evolutie-systeem
  • Nette ode aan jaren '80 horror

Wat is NOT

  • Controls niet altijd even handig
  • Gebrek aan minimap

8.7

Meer Carrion

  1.   
    rolf1977's avatar

    Had deze graag gespeeld op de playstation. Helaas switchloos hier.

  2.   
    Patrick Meurs's avatar

    @rolf1977: kwestie van tijd, denk ik. Andere Devolver-games als Mother Russia Bleeds zijn in een later stadium ook naar andere consoles geport.

  3.   
    rolf1977's avatar

    @Patrick Meurs: daar ga ik dan ook maar vanuit. Ik ben geduldig

  4.   
    Patrick Meurs's avatar

    @rolf1977: je kan ‘t wellicht ook op de pc proberen. Carrion draait zelfs op een frikandellen-pc.

    Minimum specs:

    CPU: 2 core processor.
    RAM: 1024 MB.
    OS: Windows 7 SP1.
    VIDEO CARD: compatible with OpenGL 3.0.
    FREE DISK SPACE: 500 MB.