De een noemt het pure kunst, de ander een hopeloos bundeltje pretentie. Koddig ogende indie-games komen in alle vormen en maten, en het recent verschenen Pikuniku valt absoluut onder die noemer. Maar is deze schattige puzzel-platformer meer van het een of het ander? Ik speelde de titel twee uur geleden dubbel en dwars uit, vooralsnog heb ik nog steeds geen flauw benul wat me zojuist overkomen is. En, weet je? Dat is helemaal prima.
De rode pil
Pikuniku plaatst de speler in een onbekende, tweedimensionale wereld. Een die van nature enorm zorgeloos oogt en waar een dubieuze “Mr. Sunshine” iedereen en alles gratis geld belooft. Terwijl jij als een roodgekleurde pilvormig wezen ontwaakt en je plekje zoekt in je omgeving, ontketent zich echter een groter epos. Een ludiek verhaaltje, waar vooral je eigen nieuwsgierigheid je weer dat volgende stapje laat zetten.
Zo wordt een aanstekelijk recept voor een geinige puzzel-platformer gevormd. Als de dappere rode pil los je nietszeggende probleempjes op, terwijl je vrolijk door de platte wereld struint. Een puzzeltje hier, platformpje daar. Nergens maakt Pikuniku zichzelf onnodig moeilijk, en daarin ligt juist de kracht van het hele indie-spelletje.
Gameplay-technisch komt dat vooral neer op minuscule puzzeltjes oplossen — je gemiddelde sudoku vergt vaak meer inzichtelijk vermogen — die je telkens weer iets verder door de wereld slepen. Beloningen zijn vaak frivool van aard en zelden echte gamechangers voor de ervaring in het geheel. Je rolt, slingert en stuitert simpelweg in het rond op basis van je eigen ontdekkingsdrang.
Gortdroog, maar oprecht
Met een verhaallijn die je grofweg vier tot vijf uur bezighoudt, klinkt dat misschien als een schraal avontuurtje, maar het tegendeel blijkt waar. Pikuniku schittert namelijk in gortdroge humor. Per tekst en opzettelijk idiote doelstellingen (alsmede de voorspelbare consequenties daarvan) weet de wereld iets unieks uit te stralen. De hele ervaring is misschien kort van stof, maar voelt afgeladen met humoristische gebeurtenissen.
Of je nu zelf een gezicht voor de plaatselijke vogelverschrikker tekent of pasgeboren, rebelse kuikens terugbrengt naar hun bezorgde moeder; Pikuniku heeft altijd een zorgeloos en komisch overkomen. Zie het als een speelbaar seizoen van Adventure Time of een ingedampte versie van andere culthits als Wuppo, zij het dan zonder chaotische combat. Waar andere indie-games bijtijds proberen méér te zijn dan ze kunnen, laat Pikuniku zijn eigen nietszeggendheid voor zich spreken. Hoe ironisch die contradictie ook is.
Die tegenstrijdigheid klinkt scheef, maar het wérkt gewoon in Pikuniku. Gedurende de paar uren dat ik door die kleurrijke wereld dwaalden, wist het spel keer op keer een glimlach op mijn gezicht te toveren. Regelrechte schaterlach bleef uit, maar die grijns was meer dan genoeg. Met domme tekstballonnen en een reeks bizarre zijverhaaltjes was het telkens weer raak. Pikuniku is vrijwel constant gortdroog, terwijl dat nergens té gemaakt of geforceerd voelt.
Hate it or love it, maar Pikuniku is bijzonder oprecht in wát het je voorschotelt. Dat precieze ding is vaak droger dan schuurpapier, maar wel authentiek.
Piku en Niku
Die hele wereld en het bijbehorende verhaal maken dat de richtprijs (om en nabij) een tientje al snel vrij schappelijk voelt. Dat geheel is misschien niet enorm herspeelbaar, maar Pikuniku gooit nog een andere bonus in de mix: een coöperatieve modus. Voor tien losse levels worden Piku en Niku opgesplitst om zich samen door wat puzzeltjes en competities te storten.
Ook dát is misschien geen enorm epos, maar het biedt wederom een goed uurtje vermaak voor twee. Ditmaal echter niet bijgestaan door koddige verhaaltjes; in ruil daarvoor krijgen we nu wat physics-gebaseerd puzzelwerk of een raceje met zweverige (bots)autootjes.
Afzonderlijk gezien komen die levels misschien eerder over als de vervelingsprojecten van een groepje studenten gamedesign, maar gebundeld in het geinige overkomen van Pikuniku vormt het weer nét iets meer van hetgeen deze game sterk maakt: een goede grijns op je gezicht. Of twee, dan.
Conclusie
Al met al is Pikuniku geen kunstige indie, maar het getuigt ook zeker niet van pretentie daartoe. De game schotelt je simpelweg een schattige wereld voor, met alle (on)logische avontuurtjes van dien. Daarmee is de puzzel-platformer niet diepgaand, ietwat kort en nergens bijzonder episch, maar het heeft wel iets. Dat ene ding komt vooral neer op een dosis droge humor, die zelden teleur weet te stellen. Voor een uur of vijf waan je je gewoon in een geinige wereld, waarin banaliteit overduidelijk de eerste viool speelt.
Pikuniku pak je eerder op voor de grap dan voor de gameplay, en dat is ook helemaal prima. De hoeveelheid gelach en gegniffel die je hier (samen) uit kan halen, zijn het zachte prijsje al snel waard.
Pikuniku is 24 januari verschenen op pc en Nintendo Switch. Afhankelijk van waar de game digitaal gekocht wordt, hangt de richtprijs tussen 10,79 (op onder meer Steam) en 12,99 euro (via de Nintendo eShop).