Mutant Year Zero. Nog nooit van gehoord? Je hoeft je niet te schamen. De game is gebaseerd op de Zweedse table-top RPG Mutant — År Noll, in 2014 vertaald als Mutant — Year Zero, al geniet het spel weinig bekendheid buiten zijn land van origine.
Niet geheel vreemd dus dat het een Zweedse ontwikkelstudio is die de table-top-ervaring overzet naar het rijk der computerspelletjes. The Bearded Ladies, opgericht door voormalige medewerkers van IO Interactive, is verantwoordelijk voor Mutant Year Zero: Road to Eden. Ze hebben nauwlettend gekeken naar de concurrentie.
Post-Apocalyps
De mensheid is niet meer: in de nieuwe wereld zijn er alleen Mutants en hersenloze, gewelddadige Ghouls. Helaas valt de overgrote meerderheid van het levende grut onder de laatste categorie en hebben de mutanten nog één laatste basis om zich in te verschansen: de Ark. Maar om dit op palen gebouwde bastion te kunnen doen voortbestaan, zijn Stalkers nodig, mutanten die de Zone induiken op zoek naar materieel. En daar kom jij bij kijken.
Je neemt aanvankelijk twee Stalkers onder de knoppen: de tof ontworpen Dux en Bormin, respectievelijk een mensachtige eend en een mensachtig zwijn. Normaliter zijn de twee hardgekookte mensdieren op zoek naar materiaal (verzamel je tijdens je avonturen scrap of wapenonderdelen, dan kun je die in de Ark omzetten tot zinvoller zaken, zoals geweren, granaten, med packs en nieuwe vaardigheden). Wanneer het technisch genie Hammon echter verdwijnt, is het aan Bormin en Dux om hem op te zoeken. Alleen Hammon kan de Ark namelijk draaiende houden.
Mist van clichés
Uiteraard ontmoet je tijdens je avontuur nieuwe personages, ontrafel je een complot en kom je erachter hoe de mensheid aan zijn einde is gekomen. An sich leuk en aardig, maar de post-apocalyptische setting hebben we inmiddels wel vaker meegemaakt en Mutant Year Zero doet weinig om deze van verse ideeën te voorzien. Doordat de game nauwelijks geïnteresseerd lijkt om zijn eigen verhaal te vertellen, blijft het plot veelal gehuld in een mist van clichés.
Ook de omgevingen doen weinig om die mening bij te stellen. Tijdens je avontuur doorloop je onder andere bossen, verwoeste huizen en besneeuwde velden, bestrooid met de restanten van menselijke technologie. Het zijn geen willekeurig gegenereerde omgevingen, doch hadden ze dat wel kunnen zijn: ze ontstijgen nooit hun generieke uiterlijk.
Lichtje aan, lichtje uit
De focus van Mutant Year Zero ligt dan ook bij de gameplay en dat is dan ook waar de game schittert. In real-time doorloop je de lineaire levels. Doe je je zaklamp aan, dan zie je meer en kun je tevens rennen. Zet je ‘m uit, dan zien tegenstanders je minder snel en kun je langs ze sluipen. Erg belangrijk, gezien de focus van Mutant Year Zero ligt op stealth.
Je bestuurt altijd één van de mutanten, de rest van je team volgt, al kun je ten alle tijden tussen de personages wisselen. Dat laatste is belangrijk, omdat je zo je personages naar wens kunt positioneren alvorens je tot de aanval overgaat. Jij kiest wáár je vecht en kiest wélke gevechten je aangaat.
XCOM
Vanaf het moment dat je op de spatiebalk drukt, wordt de wereld opgedeeld in tegels en kun je aan de slag met het in beurten neerpoffen van je tegenstanders. Mensen die XCOM hebben gespeeld, weten precies hoe dat in zijn werk gaat, gezien Mutant Year Zero een vrijwel identiek gevechtssysteem kent. Zelfs elementen als Overwatch (schieten op zicht) en halve en hele dekking zijn linea recta van de concurrent overgenomen.
Waar Mutant Year Zero in de combat wél verschilt, zijn de diverse extra vaardigheden van je mutanten. Dux kan bijvoorbeeld mottenvleugels groeien om de hoogte op te zoeken, de gehoornde meid Selma kan met boomwortels tegenstanders tijdelijk aan de grond nagelen. Het houdt de formule vers en verbreedt je keuzemogelijkheden in de gevechten.
Luisterende oren
Toch zul je de meeste (lange) gevechten willen voorkomen. Aangezien je eigenlijk altijd in de minderheid bent én je tegenstanders vaak hun vrienden kunnen (op)roepen, is het de bedoeling om tegenstanders apart te nemen en ze zo snel mogelijk uit te schakelen. Dat vereist, allicht vooral voor de doorgewinterde XCOM-speler, nogal wat aanpassingsvermogen.
Vanuit stealth naar een tegenstander toe rennen en bij wijze van spreken een geweer in iemands mond duwen, is helemaal oké in Mutant Year Zero en zal er niet per definitie voor zorgen dat zijn vriendjes van jouw aanwezigheid op de hoogte zijn. Zolang je jouw tegenstander binnen één beurt kunt uitschakelen én de andere vijanden je niet horen, kun je het gevecht onmiddellijk winnen.
Deze andere aanpak werkt en is tof, al is het onduidelijk vanaf welke afstand je tegenstanders jouw schoten kunnen horen. De game moedigt haast save scumming aan, gezien het feit dat de gehoorafstand van je vijanden informatie is waar je niet achter kunt komen zonder gedegen trial-and-error-sessies. Eigenlijk een doodzonde.
Pittig lastig
Dat gezegd hebbende, Mutant Year Zero is hard-as-nails en niet vergevingsgezind. Zelfs op de middelste moeilijkheidsgraad ondervond ik geregeld problemen met tegenstanders waarvan ik dacht dat ik ze aan zou horen te kunnen. De game legt je namelijk niet uit hoe je het hoort te spelen. Dat moedigt aan de ene kant tactisch experimenteren aan, maar aan de andere kant heb je geen idee of je het spel speelt zoals het bedoeld is.
Dat gevoel wordt nog eens versterkt doordat er geen enkele vorm van tutorial in Mutant Year Zero zit. Mocht je niet bekend zijn met XCOM, dan heb je pech en zal je alles zelf moeten uitvogelen.
Conclusie
Mutant Year Zero: Road to Eden is een geslaagde poging om stealth-elementen met een XCOM-gevechtssysteem te combineren. Weet je een situatie naar jouw hand te zetten vanwege je tactisch inzicht, is waar je de meeste voldoening in kunt vinden. De rest van Mutant Year Zero – specifiek het verhaal, de setting en de omgeving – is helaas te generiek om van de game iets écht speciaals te maken.