Als we het hebben over indie-games die hun benaming ontstijgen, dan komt Ori and the Blind Forest al snel ter sprake. Naast het feit dat de ‘onafhankelijke’ titel op flinke financiële steun van Microsoft kon teren, wist het spelletje ook ongekend meeslepend en sfeervol te zijn. Klein van opzet, maar groots in impact.
Geen wonder ook dat de game op een vervolg kon rekenen; Ori and the Will of the Wisps, dat anno 2019 alweer moet verschijnen. En ja, met slechts één korte speelsessie wordt al duidelijk: de olijke Ori doet dezelfde grandeur nog eens dunnetjes over…
Wat willen we van Will of the Wisps?
Ori and the Will of the Wisps pakt de draad op waar Blind Forest die achterliet; we stappen weer in de schoenen van het magische wezen Ori, die zich wederom ontfermt over een Metroidvania-achtig avontuur. In een nieuwe, wederom schilderachtige wereld trek je eropuit om een nog mysterieuze vijand te bevechten, uiteraard met tal van nieuwe foefjes voor onze flexibele protagonist.
In globaal overkomen lijkt de formule van Ori dan ook nauwelijks aangepast. Prachtige omgevingen, razendsnelle gameplay. Toch is er onder de motorkap aardig gesleuteld aan wat Blind Forest nu precies zo goed maakte; het momentum van de game.
Iedere nieuwe move kan naadloos aan een ander geregen worden, wat uiteindelijk resulteert in een vloeiende dans des doods. Een soort eindeloze kralenketting van razendsnelle stukje gameplay. En juist dat vloeiende gevoel, dat vergroot Moon Studios nu significant uit.
Kunstig knokken
Met name combat-mechanieken zijn op de schop gegaan. In plaats van eindeloos op B blijven bashen om het feetje Sein richting vijanden te meppen, krijgt Ori nu de beschikking over tal van verschillende ‘wapens’ en spreuken. In een mum van tijd schiet je magische pijlen af, zwaai je met een loeizware hamer of werp je met spectrale speren richting gespuis. Stuk voor stuk vloeiend en gebruik, maar vaak ook nog eens tweeledig in functionaliteit.
Net als in het originele Ori, staan de beschikbare abilities voor meer dan enkel één doeleinde. De complete moveset is voor allerhande diverse scenario’s in te zetten, waarbij ook puzzels en platforming komen kijken. En ook dat levert Will of the Wisps in vergrote mate.
Sowieso zal elke speler een eigen flow in het spel prefereren, maar die speelstijl wordt nu ook aangesterkt door verzamelbare Spirit Shards. Aan de hand van deze nieuwe krachtbron, kan Ori een viertal verschillende passieve vaardigheden aannemen. Deze zijn op hun beurt ook weer sterker te maken, en variëren van gesplitste pijlen tot het automatisch opzuigen van ervaringspunten.
Competitief in Metroidvania
De focus op meer diepgang – en daarmee flexibiliteit – in de daadwerkelijke spelformule, is eentje die door veel Ori-liefhebbers omarmd zal worden. De loeizware game is nu op allerhande verschillende manieren te tackelen, waarbij spelers meer en meer uiteenlopende patronen onder elkaar zullen zien. En juist iets meer van elkaar meekrijgen, is nota bene óók een heel nieuw spelelement…
Op Gamescom 2018 deed Moon Studios voor het eerst de nieuwe Spirit Trials uit de doeken. In wezen een soort korte speedrun van bepaalde omgevingen in de wereld, zij het dan wel eentje die opgewogen wordt tegen de complete spelersgemeenschap.
Doordat je ervaring aangevuld wordt door een handvol ghost-opnames, leer je interactief van andermans stijlen en tactieken. Iets waar voorheen urenlange Twitch-streams voor nodig waren, wordt nu integraal onderdeel van het vervolg.
Daarbij kan uiteraard gekozen worden voor een lokale of op vriendschappelijkheid gebaseerde filter, maar de aanwezigheid van de nieuwe feature onderstreept van zichzelf al iets moois. De competitieve drang om beter te worden, maar tegelijkertijd ook de blootstelling aan andere speelstijlen. Ori maakt van Metroidvania een directe competitie, iets wat we doorgaans maar weinig zien.
De wereld kleuren, met karakters
Wel houdt Moon Studios de lippen stijf over het narratief van Ori. Uiteraard, de verbeterde gameplay staat voorop, maar het verhalende segment is voor de serie ook niet onbelangrijk. De ontwikkelstudio verzekert dat er, ook in de nieuwe wereld, vaak genoeg terugverwezen wordt naar bekende plekken en karakters, maar er is ook ruimte voor meer.
In Will of the Wisps komt Ori meer en meer in aanraking met diverse, vriendelijke figuren in zijn omgeving. Een persoonlijk gemis van de voorganger, als je het mij vraagt. Blind Forest was ijzersterk in gameplay, maar bood daarentegen weinig personificatie of interessante backstory in de wondere wereld. Ook dat moet anders.
Verspreid over de world map vinden we nu meer zijpersonages, die een aantal uiteenlopende functies met zich meenemen. Sommige geven je unieke opdrachtjes of uitdagingen, anderen kopen en verkopen wijsheid over de omgeving.
Hoeveel, en in hoeverre de nieuwe karakters echt bijdragen aan het geheel, blijft verder nog onduidelijk. Maar zelfs dan; meer bewoners van Ori’s kunstige wereld, dat verwelkomen we zonder meer.
Voorlopige conclusie
Het behoeft geen helderziende om aan te zien komen dat Ori and the Will of the Wisps wel degelijk wat los kan maken bij liefhebbers van Ori and the Blind Forest. Enigszins voorspelbaar, maar daar is absoluut niets mis mee.
De snelle spelformule en schilderachtige stijl zijn terug van weggeweest, maar worden daadwerkelijk ook vergroot en verbeterd ten opzichte van het origineel. Will of the Wisps kent meer diepgang, flexibiliteit en klaarblijkelijk ook competitie. En dat kunnen de ‘indie’-liefhebbers onder ons niet anders dan toejuichen.
Duidelijke preview Tom! Tof voor je dat je de game hebt kunnen checken. Grappig om te zien dat het combat-systeem van Will of the Wisps meer gaat leunen op zijn grootste inspiratiebronnen, zoals Castlevania. Was hun eigen keuze voor een simpel B-ramfestijn blijkbaar toch niet zo’n geslaagde.
Ik ben zelf nog niet zo heel ver in Ori and the Blind Forest, maar ik vind in de game juist dat eenzame gevoel dat ik ook in bepaalde Metroid-delen zo ontzettend waardeer. Zijpersonages met ‘quests’ (of diverse, vriendelijke figuren, zoals jij schrijft) lijken me, gezien mijn huidige ervaringen met de eerste Ori, dan ook niet nodig, noch passen.
Ghosts lenen uit racegames en die toepassen in het Metroidvania-genre, dat is dan wel weer een mooie vondst. Geen idee of ik daar zelf echt hard op ga, maar ik kan me voorstellen dat de fans van het eerste uur hier zeker lekker mee uit de voeten kunnen en willen.
@WesterW: Haha, dank. En ja, ik zou iets meer personages dus wél waarderen. Die wereld is prachtig, ik wil gewoon weten wat voor figuren daar allemaal nog meer in leven.
De ghosts die voel ik ook wel hangen. Naast pure competitie is het ook gewoon fraai om (interactief) te zien hoe anderen hetzelfde trucje flikken. Naar mijn idee onderstreept het vooral de breedte en flexibiliteit van de moveset.
Ik kan niet wachten op deze game. ‘Blind Forest’ was echt geweldig!