Super Lucky’s Tale

Het genre van de ‘ouderwetse’ 3D-platformer is wederom in opbloei. Als een ware renaissance lijken gamers in grote getalen weer interesse te tonen in de kunstige en klassieke formules van weleer. Met veel bombarie verscheen zo het met nostalgie aangevuurde Yooka-Laylee, maar had zeer recentelijk natuurlijk ook niemand minder dan Super Mario een wereldse verschijning.

Microsoft tracht ook een graantje mee te pikken en gooit daarvoor de avonturen van het vosje Lucky in de mix. Ooit begonnen als koddige virtual reality-hit, nu makkelijker aan de man gebracht. Maar maakt dat de lieve Lucky nu wel zo Super?

Hoe Lucky ‘Super’ werd…

Zij die (een vriend met) een Oculus Rift hebben, hebben hoogstwaarschijnlijk al kennis gemaakt met het lieve vosje van ontwikkelstudio Playful. Het originele Lucky’s Tale kon immers als tie-in game gevonden worden met precies die virtual reality headset, al werd deze later ook verkrijgbaar gesteld voor de concurrerende HTC Vive.

Het resultaat was uniek, maar niet bepaalde de game changer waar je op hoopt met een dergelijk dure aankoop. Terwijl je Lucky met een controller door 3D en 2D-leveltjes liet klimmen en klauteren, kon er vrijuit rondgekeken worden in de kleurrijke omgevingen. Als ware een soort platformer met een driedimensionaal kijkdooseffect. Leuk voor even, maar nergens echt enorm memorabel in gameplay.

Om de koddige Lucky een wat groter publiek voor te schotelen, sloeg Playful de handen ineen om vervolgdeel Super Lucky’s Tale onder Microsoft uit te brengen. Als zogenaamde Play Anywhere-titel binnen het Xbox-kamp; cross-buy en cross-play op zowel Xbox One en Windows 10, met zelfs een (native) 4K-versie in het verschiet voor de Xbox One X. Inderdaad een snelle manier om Lucky in de mainstream te mieteren, maar wellicht was het wat te voorbarig. Of eerder, ondoordacht.

Een vosje als vanouds

Kort door de bocht is Super Lucky’s Tale een 3D-platformer in hart en nieren. Kleurrijke wereldjes, genoeg obstakels en één alomvattende verzameldrang om erdoorheen te klauteren. De visuele praal, muziek en algehele sfeer resulteren in een directe opwelling voor vrijwel iedere speler, ware het niet dat Lucky op vrijwel alle andere fronten wat tekort schiet. De game slaagt er aardig in wat kindvriendelijke nostalgie uit de jaren 90 over te hevelen, maar neemt daarbij ook veel van de destijds al frustrerende foutjes mee…

Te beginnen met het camerawerk, als vanouds de grootste frustratiefactor binnen het genre. Als je dacht dat klassiekers als Conker’s Bad Fur Day tegenwoordig wat onwennig bestuurde, dan ken je Lucky nog niet. Doordat de basis van de game nog altijd in een VR-kijkdooslandschap gebouwd is, is Super Lucky’s Tale ook nu nog gebonden aan hoogstens drie verschillende kijkhoeken. Elk van deze drie plaatsen de speler als een soort alziende verteller achter Lucky, zonder de mogelijkheid je ooit volledig om te keren. Nog immer als die 3D-kijkdoos dus, maar dan met een bijgerecht van flinke frustratie. Lang niet altijd biedt het goed zicht op de omgeving noch Lucky zelf, waarmee foute sprongen en slagen al snel aan de orde van de dag zijn.

Nostalgie uit het Nintendo 64-era

En dat soort foutjes maken al snel korte metten met die warme gevoelens die de wereld — en diens koddige doch oppervlakkige inwoners — je geven. Nergens in Super Lucky’s Tale weet de game je daadwerkelijk uit te dagen, en tóch heeft het pijn voor je in petto. Of het nu trage obstakelparcours zijn of simplistische puzzeltjes; moeilijk wordt het nooit. En toch maakt Lucky je het leven zuur, puur door te ontbreken in precisie.

Dacht je dat je die sprong kon halen? Pech, Lucky’s voet vliegt gewoon vrij door de ondergrond. Maar die twee aaneensluitende stukken brug zijn toch wel te bewandelen? Jammer en tot ziens, dat was een optische illusie van de statische camera. Maak kennis met de zoveelste afgrond.

Dat soort fratsen waren wellicht nog te overkomen in het Nintendo 64-tijdperk (waaruit Lucky zo gewandeld lijkt te zijn), maar vandaag de dag getuigt het vooral van nalatigheid in afwerking. En dat terwijl Lucky nu ook nog eens zijn unieke VR-status heeft laten varen, en zich dus tussen grotere en bredere concurrentie moet weren. Zonder virtuele realiteitsbril, maar wél met de overgebleven wonden van dat game-design dus. Hoe wil je dan nog opboksen tegen bejubelde toppers als Nintendo’s huiseigen Super Mario Odyssey?

Matige, nieuwe materie?

Om die concurrenten het vuur aan de schenen te leggen, leunt Lucky vooral op meerdere spelelementen van weleer. In elke wereld zijn legio kortere leveltjes in te duiken, waarin vervolgens klavertjevierbladen verzameld moeten worden om weer verder te mogen. Soms driedimensionaal, af en toe als 2D-platformer. Wederom klassiek met een vleugje nostalgie, ware het niet dat Super Lucky’s Tale op dat front bijzonder weinig materie weet te bieden. Niet alleen lijken tal van levels in grote lijnen op elkaar, de game is daarbovenop ook nog eens bijzonder kort. Met slechts vier overkoepelende werelden en een handvol écht unieke ervaring daarin, weet Lucky weinig hoge ogen te gooien.

Daar komt bij dat lang niet alle van de 99 groene blaadjes verplicht zijn om door het spel te komen. En mochten ze dat wel zijn; ook dan blijken ze zelden moeilijk te vinden of te verdienen. Met de beperkte duur en grootte van de spelniveaus liggen er per level sowieso al twee à drie voor het oprapen, terwijl die laatste paar minimale inzet vereisen om alsnog bij elkaar te rapen. Dan zijn Lucky’s eigen letters verzamelen een mooie ode aan weleer, maar aan echte diepgang of uitdaging schiet het hevig tekort.

Toegegeven, ten opzichte van het originele Lucky’s Tale lijkt het ‘Super’ her en der wel verdiend. Het oog voor detail is vergroot, evenals de visuele variatie van het alles. Waar de virtuele, reële voorganger vaak echt als een aaneenschakeling van dezelfde elementen voelde, heeft Super Lucky’s Tale daadwerkelijk wat nieuwigheden in zijn mars. Een handvol unieke eindbazen, legio geheime levels en her en der wat koddige kleinigheden. Op dat front is zeker vooruitgang geboekt, maar voor velen zal er weinig écht memorabel te noemen zijn. Afgezien van de bijtijdse frustratiemomenten dan.

Technische stappen voor- én achteruit?

Als laatste pijler heeft Lucky’s avontuur wél een visuele voorsprong op de competitie. Qua charme speelt het hoogstens gelijkspel in de competitie, maar technisch maakt het meters. Hoe cru het eigenlijk ook klinkt, is Super Lucky’s Tale namelijk wel een van de weinige ‘Xbox One X Enhanced‘-titels die daadwerkelijk een échte 4K-resolutie en (relatief consequente) framerate van 60 frames per seconde ondersteunt op de nieuwe console.

Wellicht is dat minder sierlijk voor Xbox One X in kwestie, maar toch een mooi unicum voor Lucky. Dat plaatst het aandoenlijke vosje namelijk per direct naast Forza Motorsport 7 als het gaat om visuele bragging rights en stabiliteit. En net als die razendsnelle simcade-racer, draait het geheel ook bijzonder aardig op een gemiddelde game-pc. Toch leuk als extraatje, al verbloemt het natuurlijk weinig van Lucky’s minder charmante momenten.

Daarom voelt het ook zo scheef dat Playful het complete VR-concept in de ban heeft gedaan. Terwijl de basis van de game nog overduidelijk gemaakt lijkt te zijn als het eerste deel, blijkt er nu totaal geen mogelijkheid om dit vervolg in virtual reality te beleven. Dat had de game weliswaar net dat beetje minder toegankelijk gemaakt, maar zodoende was wél dat rottige camerawerk te overkomen. Of in ieder geval iets duidelijker te verklaren. Nu zitten we met de gebakken peren in een game die amper weet te vernieuwen. Kortom: de ongemakkelijke problemen van de jaren 90, nu in hoge resolutie te beleven anno 2017. The future is now.

Conclusie

Al met al is Super Lucky’s Tale een aardige poging van Playful en Microsoft om meer concurrentie te bieden in de 3D-platformer wedergeboorte. Een heerlijk sfeervolle en bij vlagen charmante poging, maar wel eentje die tekortschiet in daadwerkelijke materie. De speelduur is simpelweg te kort, de uitdaging te oppervlakkig. Tel daarbij op dat deze platformer vooral in pijnlijke perspectieven speelt en zelden echt precies aanvoelt, en je snapt waarom Lucky niet kan excelleren binnen zijn genre.

Oprecht, ik had het Lucky met liefde gegund. Een nieuwe topspeler om één-op-één tegen grootmacht Nintendo in te gaan? Dat klonk als muziek in de oren. Maar nee, het mag niet bepaald baten. Ironisch genoeg zal het de sterke muzikale soundtrack zijn die ik wél graag nog een keertje speel.

Gamersnet Score

Wat is HOT

  • Aardige artstyle en muziek
  • Getuigt van vooruitgang
  • Draait goed op Xbox One X en pc

Wat is NOT

  • Ongemakkelijk camerawerk
  • Onprecieze platformactie
  • Kort
  • zonder kracht

5.5

  1.   
    the ultimate gamer boss's avatar

    leuk hebben we na yookah laylee weer een 3D platformer

  2.   
    noah81's avatar

    Jammer, wacht wel tot hij gratis word met xbox gold

  3.   
    Tom's avatar

    Ik geef ’t een jaartje eer die daar gratis binnen te halen is.

  4.   
    the ultimate gamer boss's avatar

    gratis tom vertel yooka laylee kost ook nog steeds paar tientjes

  5.   
    Tom's avatar

    Ik zei dan ook dat het nog een jaar gaat duren voordat ie gratis zou zijn op Xbox Live Games With Gold. Gezien de game een first-party titel is voor Microsoft, zit het aardig in het verwachtingspatroon om ‘m een keertje daarin aan te treffen. Dat zien we immers vaker gebeuren met titels die nét niet helemaal aan de verwachtingen voldeden.