ARMS (hands-on)

Wiens vingers gaan niet jeuken bij het zien van de Nintendo Switch? Ondanks het soms wat omstreden imago, blijft het een aanlokkelijk stukje technologie. Draagbaar, doch voorzien van een punch. Ook financieel blijkt het een succes. Niet alleen voor de Japanse game-gigant; vrijwel elke betrokken partij lift mee op de populariteit. Maar laten we wel wezen: een nieuwe killer app zou de hybride console niet misstaan. Met Breath of the Wild inmiddels aardig uitgewoond, zijn veel Switch-spelers wel weer toe aan een nieuw avontuur. Iets vers, maar wel voorzien van die welbekende touch van Nintendo…

Enter ARMS, het kleurrijke knokspel waar we begin dit jaar al hands-on mee gingen, maar we deze week pas echt onze armen voor mochten openen. Wordt dit de Switch’ eerste competitieve knaller?

Vechten van veraf

ARMS weet zich binnen de wereld van de fighters in één oogopslag te onderscheiden. Niet alleen door een (relatief) kindvriendelijk en koddig overkomen, maar des te meer door de implementatie van afstand. Waar andere vechtspellen doorgaans kiezen voor de up close and personal aanpak, definieert ARMS zicht juist met een toespitsing op de springveerachtige en titeldragende armen. Denk aan dat plastic speelgoed dat je vroeger van de trap af proberen te laten ‘wandelen’. Flink rekbaar, af te buigen bovendien. Wie de tegenstander in zijn gezicht wil meppen, kan dat in ARMS dus ook van veraf doen. Twaalf meter rekbare armlengte van elkaar verwijderd, zo om en nabij.

Voor veel gamers zal het aanzien van de gameplay wellicht wat Wii Boxing flashbacks op doen borrellen. Onplezierige rillingen. Lomp zwaaiend je tegenstander, die evenals vrij in het rond zwiert, in elkaar timmeren. Een dergelijke associatie spreekt ergens voor zich, aangezien het wederom een gevalletje bewegingsbesturing betreft. Die vergelijking blijkt echter niet helemaal aan de orde van de dag met ARMS. De motion controls zijn weliswaar de hoofdzakelijke wijze van besturen, maar met wild in het rond zwaaien met je armen, kom je nergens. ARMS verkiest enig gebruik van tactiek boven spastisch en spierpijn inducerend tekeergaan.

Liever tactisch dan spastisch

Tactische kunde vindt met name zijn weg naar ARMS middels het verschil in vechtersbazen. Momenteel betreft het zeker een tiental uiteenlopende figuren, die elk aanvankelijk drie unieke vuisten en eigen voordelen tot hun beschikking hebben. Spelers kiezen respectievelijk twee verschillende ‘handwapens’ voor elke arm, waardoor een eigen vechtstijl gesmeden kan worden. De ene vuist is sneller en wendbaarder, dan andere stugger of met een opsplitsing in drie projectielen, en zo voorts. Daarbovenop zijn ze vaak voorzien van eigen, elementaire eigenschappen. Wind, vuur, elektriciteit; de hele reutemeteut. Door te experimenteren met verschillende krijgers en hun uiteenlopende knuistjes kent de game, naast de broodnodige variatie, ook een vorm van aan te leren expertise.

Ergens klinkt het als een snel bij elkaar geschraapt verkooppraatje, maar mijn inziens brengen deze allerhande handen wel zeker enige diepgang naar ARMS. De vuisten kunnen hevig van elkaar verschillen, waardoor lang niet elk potje even vanzelfsprekend hoeft te zijn. Spelers die daadwerkelijk de moeite nemen om bijvoorbeeld een ‘verdedigende’ vuist af te wisselen met een snelle klap in het gezicht, kunnen zichzelf gemakkelijk geniepige trucjes aanleren. Niet ongelijk een ‘volwassen’ vechtspel is dat een welkome factor om de interesse van ook de serieuzere speler te prikkelen. Wellicht een competitieveling, in het geval dat ook de eSports-wereld aan de haal gaat met Nintendo’s nieuwe fighter.

Ballen serveren, tegenstanders dunken

De andere voornaamste vorm van variatie komt voort uit de alternatieve spelmodi. Elkaar één-op-één met vuisten beproeven is uiteraard een gegeven, maar ARMS kenmerkt zich met meerdere manieren van spelen. Zo werpt V-Ball letterlijk een volleybalprincipe het veld op, terwijl Hoops je vraagt de tegenstander te dunken. Niet de bal, maar de tegenstander zelf. Pak die persoon gewoon op en mieter hem door die hoepel. Geinig bedacht, en oprecht een verfrissende afwisseling ten opzichte van het rechttoe-rechtaan knokken. Hoe lang het allemaal interessant blijft, is een tweede, maar ARMS laat zich duidelijk niet uit het veld slaan door eenheidsworst. Variatie lijkt overduidelijk welkom. De beloofde (gratis) uitbreiding voor extra vechters en modi moeten daar ook een handje bij helpen.

Een plaatselijk favoriet bleek de vierspelermodus; twee versus twee. Niet alleen werpt deze modus enige vorm van teamspel en communicatie in de formule, maar het is bovenal de ultieme blijk van ARMS’ potentie als partygame. Doordat medespelers aan elkaar bevestigd zijn met een elastisch koord, dien je meer rekening te houden met de chaotische situatie in zijn geheel. Wordt je maat weggerukt, dan vlieg jij erachteraan. En vice versa uiteraard. In alle hectiek en het manische geschreeuw van vier spelers (hopelijk gevolgd door een epische zege) bewijst ARMS zijn mannetje te staan als gezelschapsspel, precies hetgeen waar de Nintendo Switch als console ook voor staat.

De keuze is reuze

ARMS weet daarmee meteen ook de sterke punten van de Nintendo Switch te onderstrepen. Niet ongelijk Mario Kart 8 Deluxe, waarvan overigens het ontwikkelteam deels overlapt, stelt ARMS spelers in staat op vrijwel alle verschillende configuraties tekeer te gaan. Tot vier man op één scherm? Check. Lobby’s voor twintig spelers? Check. Ondersteuning voor Local Play, alsmede talloze online functies? Check. Te gebruiken met bewegingsbesturing én knoppen? Dubbel en dwars gecheckt. Typisch een gevalletje ‘bekijk zelf maar hoe je speelt’. Nintendo smijt wederom met de multi-inzetbare functionaliteit van de Switch, en dat mogen we aanmoedigen.

De keuze in hoe je precies ARMS onder de knoppen neemt, is op zichzelf ook een kwestie die mogelijk nog een staartje krijgt. Met het oog op competitieve potentie deden velen het idee van motion controls als inferieur af, maar dat is wellicht niet helemaal gegrond. Uiteraard kan de game ten alle tijden met pookjes en toetsen gespeeld worden, maar de beweging kent zijn eigen voordelen. Niet alleen voelt het simpele slagwerk daarmee intuïtiever, het levert op sommige vlakken ook meer precisie. Het afbuigen van je twee vuisten gaat per pookje immers altijd parallel aan elkaar, terwijl je met je fysieke beweging gemakkelijker de ene arm over de andere laat slaan. Mogelijk een voordeel tegenover de ietwat ‘droge’ knoppenbesturing, en zo veel vermoeiender is het echt niet. Zelfs deze doorgewinterde bankzitter heeft geen druppeltje zweet gelost.

Voorlopige conclusie

Met The Legend of Zelda en Mario Kart 8 Deluxe achter de rug, maakt de Nintendo Switch zich nu op voor de volgende potentiële system seller van het apparaat. ARMS zal voor menig gamer als een underdog overkomen, maar meer en meer lijkt de nieuwkomer zich te bewijzen als een gedegen vechtspel. Kindvriendelijk, maar niet zonder diepgang. Variatie te over, bovendien. Verschillende vechters en vuisten leveren de mogelijkheid tot unieke speelstijlen, om nog maar niet te spreken over toffe uitstapjes als de Hoops of de 1-on-100 modi.

De enige twijfelfactor die ons resteert, is wellicht de implementatie van een verhaallijn. Een op zichzelf staande singleplayer. Zeer uitgebreid hoeft het volgens fighter-normen niet te zijn, maar juist in een kleurrijke wereld als deze, zou een licht narratief zeker geen verkeerde zet zijn. Het zou ARMS ook meer houvast geven buiten diens potentie als partyspel of competitieve knaller, maar daarover blijft het vooralsnog even stil. Hopelijk niet voor lang, al helemaal nu de zogenaamde ‘Global Test Punches’ in zicht zijn. Mocht je zelf al over een Nintendo Switch beschikken, dan raden we het ten zeerste aan om binnenkort zelf de armen te openen voor ARMS.

  1.   
    RiiLaKuma's avatar

    Van wat ik tot nu toe heb gezien en heb kunnen spelen lijkt deze game mij best wel dope. Als ik uiteindelijk een Switch fiks dan wordt dit zeker een titel om aan te schaffen.

  2.   
    Tom's avatar

    Denk oprecht dat je er goed aan doet, Ricardo! Al helemaal als je al een beetje thuis bent in de vechtspellen, voelt dit als een frisse wind door het genre. ARMS voelt daarin een beetje als de Splatoon van zijn eigen genre: enigszins kindvriendelijk geworden, maar daarin nul brekend voor het geheel.

    Ben oprecht benieuwd naar het eindproduct, maar kort door de bocht heeft deze laatste hands-on een bijzonder positieve indruk achtergelaten.