Langzaam verzwelgt het pay to win-model de gamewereld. Het principe is vooralsnog het terrein van de niet-zo-gratis casual games, maar er zullen weinig triple-A uitgevers zijn die nog nooit met een bevlekt onderbroekje wakker werden door een levendige droom over het verdienmodel. Pogingen om betaald voordeel naar de consoles te brengen, stuiten echter zonder uitzondering op een poeplading weerstand. Helaas is deze column niet zonder reden een pleidooi tegen de verspreiding van de spreekwoordelijke olievlek, die ons gamers als zeehondjes laat stikken op de zeebodem. Het gaat om een persoonlijke boetedoening, omdat ook ik onder de druk ben bezweken. Gelukkig gaat het niet om boosters die Candy Crush-progressie forceren, want dat tijdverdrijf is iets voor moeders die hun spaarzame tijd zonder de kinderen het liefst met gedachteloze vingerbewegingen vullen. In Candy Crush valt trouwens ook niets te winnen, behalve misschien het plezier van de digitale middelvinger die de moeders via Facebook opsteken als de highscore van een ander in het miljoenmiljardste level wordt verbeterd.
De Ultieme Viking
Voor mijn stap naar de dark side is spellenmaker Plarium verantwoordelijk. Ik ben ten prooi gevallen aan een professioneel opgezette valkuil die Vikings: War of Clans heet. Het begon met het welbekende soort pop up-advertentie in een andere gratis game. Ik weet nog steeds niet waarom deze keer met succes mijn aandacht werd getrokken, maar misschien heeft het wel alles te maken met de Ultieme Viking-serie. Feit blijft dat de wereld van Vikingdorpen met een duimtikje bereikbaar werd en zo begon een avontuur dat mij twee weken geleden verleidde om keiharde flappen uit mijn zak te trekken. Dat deed ik nooit eerder, behalve dan die ene keer dat ik Chinese goldfarmers geld stuurde om het virtuele leven van mijn World of Warcraft-personage een beetje te vergemakkelijken. “Consume you, it will…”, hoor ik een groene vriend in gedachten murmelen en inderdaad, dat gevaar ligt nadrukkelijk op de loer.
Subtiele aankoopmassage
Eigenlijk is de opzet van Vikings: War of Clans briljant. Iedere keer als je de game opstart, wordt het scherm volledig gevuld door een ‘unieke’ aanbieding. Pakkende namen als The Strongest for the Mightiest, The Best Collection of Boosts en Hasten the Moment of Triumph fungeren als subtiele aankoopmassage en het model daarachter is behoorlijk doortrapt. Na de eerste aankoop worden de packs namelijk minder voordelig. Waar voor vijf euro eerst nog 400.000 goud werd uitgekeerd, is de ‘winst’ bij een vervolgaankoop nog maar 40.000 munten. Een nulletje minder, maar Plarium heeft je toch al bij de ballen. Pas nadat je een aantal weken niet bent komen winkelen, worden de aanbiedingen weer gunstiger. Hoe langer je dus wegblijft, des te aantrekkelijker het aas zal worden, tot het moment dat je opnieuw toehapt. De schreeuwerige aanbiedingen zijn overigens lang niet allemaal de beste deals en ervaren spelers berekenen daarom tot in het kleinste detail welk bestedingspatroon hen de maximale winst oplevert.
De dikke drol na het comazuipen
Snel na mijn binnenkomst in de Engelstalige clan R3gulators2, las ik al dat spelen zonder geld uitgeven geen langdurige optie is. De waarschuwing was gegeven, maar eigenwijs klikte ik mij een weg door de eerste dagen. Huisjes bouwen voor de zilverproductie, een mijn om ijzer te winnen, molens voor het hout en natuurlijk boerderijen om voedsel te produceren voor de soldaten. Er was in het begin nog niet veel aan de hand, maar de timers verschoven van één uur naar hele weken en zo verliep de progressie al snel zo traag als de dikke drol na een avond comazuipen. De voorraden raakten op en zonder de benodigde grondstoffen was de bouwvak begonnen. Tot overmaat van ramp werd mijn dorp ook nog aangevallen omdat ik mijn schild was vergeten te verlengen. Dat kostte nogal wat soldaten en het had het einde moeten zijn. Met de hulp van clanleden herstelde ik echter de schade en ik zinde op wraak.
De wraak moet nog komen, want ik ben nog steeds een kleine vis in de grote oceaan vol diepzeemonsters. Daar heeft de vijftien euro die ik besteedde niets aan kunnen veranderen. Wel opende de besteding een (tijdelijke) wereld van mogelijkheden. Een verschil van dag en nacht en een beetje het gevoel alsof je na felle kuitkramp opeens weer pijnloos kunt lopen. Precies dat is de achilleshiel en veel spelers gaan van de ene transactie naar de andere, tot het moment dat er duizelingwekkende bedragen naar de ontwikkelaar zijn gestort. Opvallend is het hoe makkelijk er in de clan over wordt gesproken. De voornamelijk Amerikaanse leden buitelen over elkaar heen om hun uitgaven te melden en meer dan honderd dollar per maand is eerder regel dan uitzondering. Ze nuanceren de bedragen met de redenatie dat ze anders een avond gaan feesten of pokeren en ze het geld dan helemaal snel kwijt zijn. Het is dus maar net op welke manier je van je geld wilt genieten.
Kansen voor Ghana?
Persoonlijk denk ik dat ik het er maar bij moet laten. Mijn tijd met prominente clanleden als Bruce the Insane, Mateo-DA-Boom en Odins Profit is vermakelijk geweest, maar ik weet dat er uiteindelijk geen voldoening gaat volgen. Het betaalgeweld om mij heen is te groot en hoewel tactiek echt een rol speelt, gaat het er uiteindelijk om wie bereid is het meeste geld te investeren. Het sadistische genot van iemand met een aanval daadwerkelijk financiële schade toebrengen, weegt niet op tegen het feit dat de verliezen in het omgekeerde geval dus ook extra hard aankomen. De grens van entertainment wordt voor mij persoonlijk overschreden, maar er zijn waanzinnig veel gamers die daar geen enkele moeite mee hebben. Daarom zijn dit soort games zo talrijk en omdat er een grote behoefte bestaat, is daar ook niets mis mee. De voorwaarde is wel dat de game goed is uitgewerkt en de speler kan rekenen op een goede supportafdeling. Of het principe nog meer terrein gaat winnen, is aan de gamers zelf.
Het lijkt mij in ieder geval een mooie nieuwe strategie voor Ghanese scammers. Het is een geaccepteerd verdienmodel en veel effectiever dan het oplichten van voornamelijk blanke, eenzame Westerlingen. Het is beter vol te houden dan het spel van de fictieve liefde, en de tegenpartij ervaart daadwerkelijk plezier in ruil voor zijn geld. In plaats van intensief één op één contact kunnen bovendien duizenden mensen tegelijk geld opbrengen. Er is in Accra vast wel iemand te vinden met de vaardigheid om te programmeren en misschien kan een wanhopige zakenman wel wat hardware sturen om de start van een nieuwe game mogelijk te maken. Het is maar een idee.
Gegroet!
Heerlijke column. Lekker buiten op mn laptop even doorgelezen tussen het leren door. Ik voel je emoties die je door het proces heen dwaalden. Gelukkig ben je nu weer op het juiste pad.
(null)
Wtf is (null)?
Ik heb juist soms diarree na het comazuipen.
Dat komt soms voor. Een foutje in de site.
Je moest je schamen. Nee, weer leuk geschreven 🙂
Ik heb laatst voor het eerst een losse commander voor Starcraft 2 co-op gekocht. Dat doe ik anders nooit, maar wilde het wel eens proberen. Maar mobiele games financieren met echt geld? Dat zal ik nimmer doen.
Nou ja, als ik genoeg plezier aan een mobiel spelletje beleef, wil ik het best financieel ondersteunen. Als het echter een verplichting wordt om (op een levensvatbare manier) te kunnen blijven spelen, haak ik af. Goeie mobiele games weten het zo te brengen dat je ook kunt winnen zónder geld uit te geven. Pokémon GO is een goed voorbeeld: je kúnt geld uitgeven, maar het is geen verplichting echt bevrediging uit het spel te halen. Ik heb de neiging om juist dat soort mobiele games financieel te steunen, omdat ik dan betaal voor daadwerkelijk plezier, niet slechts om überhaupt te kúnnen genieten.