Let’s Make A Soccer Team!

Voetbalmanagement is zo oud als de sport zelf. Wie richtte immers de allereerste voetbalclub op? Juist, het bestuur daarvan. In Let’s Make A Soccer Team! van Sega ben jij de voorzitter van je eigen voetbalclub. Dat dat niet altijd over rozen gaat, probeer ik over te brengen in deze review…

Goedemorgen, ik ben Sjaak. Geen Sjaak Winkelhaak, maar gewoon Sjaak. Ik had ergens nog wat euri liggen dus ik dacht: “Laat ik eens wat geks doen.” Op een bepaalde dag zat ik in bad te bedenken wat voor gekke fratsen ik uit zou kunnen halen. Het badeendje zoenen? Nee, daar kwam ik niet mee van mijn geld af. Zeep eten? Liever niet. De achterkant van de shampoo-verpakking bestuderen. Nah, dan kun je beter… EUREKA! En ik wist het, ik zou een voetbalteam maken.

Jacqueline

Ik ging naar de Miljonairs’ Fair in Amsterdam en liep naar de secretaressenstand. Daar zag ik wat knappe mokkeltjes rondlopen, maar Jacqueline was toch wel de leukste. De anderen hadden misschien wat rondere vormen, maar Jackie had zo’n mooie ondeugende glimlach en haar uitstraling liet zien dat ze niet vies was van wat lichamelijk contact. Ik vroeg haar wat ze mocht kosten en enkele tienduizenden euro’s later was ze van mij. Dan maar eens op zoek naar een geschikte locatie. Jacqueline hield me een scherm voor, waarop ik kon kiezen in welke competitie mijn club zich wilde vestigen. Ik koos maar voor de goede, gezellige Neerlandsche Eredivisie, en koos mijn woonplaats uit. Almere natuurlijk, want het kán in Almere. De logische derde stap zou voor mij een clubnaam kiezen zijn, want dat vond ik al vanaf dat ik mijn idee kreeg eigenlijk wel het leukste. De Ballende Rakkers, de Rakkende Ballen, zoiets moest het worden. Maar nee hoor, die trut van een Jacqueline besloot zelf maar even om mijn levenswerk te dopen tot ‘FC Almere’. Is ze nou helemaal van d’r paasei gevallen ofzo, we zijn toch geen saai buurthuis? Mokkend kneep ik in haar bil, waarop ze me de volgende keus voorschotelde. Of ik vooral op de counter zou willen spelen, opbouwend aanvallen of extra van een spelmaker gebruik wou maken. Jaa, hoe moet ik dat nou in gódsnaam weten?! We hebben nog niet eens een stel spelers en misschien houden ze wel gewoon van valsspelen. Ik koos maar voor de spelmaker-optie, en als ik er geen eentje zou kunnen vinden werd ik die zelf wel. Met m’n vijfenveertig jaar, zware midlife-crisis, kalende hoofd en overhangende bierbuik was dit toch de perfecte positie voor mij? Gewoon ergens een stekkie uitzoeken waarvandaan ik dan af en toe ‘ns een leuk steekpassje kon geven… we dwalen af.

Play-offs

Mijn voetbalkluppie was dus geboren en ik betrad de laagste divisie. “Wááát?! De laagste divisie?” Een gebroken neus en twee rode billetjes verder stamelde die kutslaaf van me uit dat het immers zo gaat en dat ik niet meteen in de Eredivisie kon spelen. Wordt dit nou effe helemaal mooi, moet ik me eerst al die divisies opwerken. Gelukkig ging het volgende jaar snel voorbij en door middel van een aantal krantenkoppen besefte ik me dat we de play-offs voor de Gouden Gids Divisie hadden gehaald. Toen werd ik wakker uit mijn roes en begon een assistent-trainer tegen mij te lullen dat de thuiswedstrijd tegen AZWW op het programma stond en dat ik spelers (had ik trouwens spelers?) vooral op de goede positie moest neerzetten, anders zouden ze er niks van bakken. Ik liet een harde boer in zijn gezicht en riep iets in de trand van “Dat snap ik zelf ook wel, luie hond, en wat voor een flikker zou het anders uitmaken.” Die jongens krijgen betaald om te voeballûû en ik vroeg me af welke slet deze lulhannes aangenomen had. Toen kwam die Jacqueline weer aanlopen. Ik besefte me dat deze dame op eigen houtje zaken gedaan moest hebben en na een flinke preek kon ze me vertellen dat ene Gerard Stotijn met zijn o zo geweldige ‘Big Bang Corp.’ mijn voetbalclub wilde kopen wanneer ik de play-offs niet haalde. Nou poe hee, wat een druk. Het ging toch ook steeds beter met Chelsea nadat ze door die olie-Rus opgekocht waren?

Luie Spleetogen

Chagrijnig liep ik de kleedkamer in en vertelde m’n spelers dat ze maar beter konden verliezen, Gerard Stotijn zou immers mij en hun vast een beter salaris betalen dan nu. Ze begonnen te mekkeren dat als dat zo was er vast jongens als Ballack, Shevchenko, Robben, Kalou en Boulahrouz hun positie over zouden nemen en ze werkloos zouden worden. Wat zou mij dat in godsnaam kunnen schelen? Even later betraden we het spelersveld en de wedstrijd begon. Het leek wel alsof ik stoned was ofzo, alles was hartstikke wazig, onscherp en gewoonweg foeilelijk. Ik kon opeens maar een beperkt aantal zinnen roepen vanaf de zijlijn en die stinkende commentator had ook de fantasie van een lege eierdop. “Great takeover, he really deserved that.” “Ooh, what a shot. He missed it by an inch.” “Great pass.” “Great takeover, he really deserved that.” “Great pass.” Op een gegeven moment had ik echt de neiging om dat hoerenjong zijn microfoon in z’n reet de douwen. Maar mijn jongens wonnen wel geloof ik, ik kon het namelijk niet goed zien door die dikke mist die er over het veld hing en die spelers waren lelijk man, gewoon niet normaal. Later werd me ingefluisterd dat “die luie spleetogen bij Sega ook niet eens de moeite doen om Nintendo 64-graphics uit de PlayStation 2 te halen”, maar wat dat zou betekenen zou ik echt niet weten. Zou er dan toch nóg een betere manier zijn om mijn geld snel op te maken?

Fuck dit kutspel

Affijn, we kwamen door de play-offs en belandden in de Gouden Gids Divisie. Ik zat nog minstens een jaar vast aan deze rotclub en kreeg de grootste midlife-crisis ooit. Twee weken later werd ik dood gevonden in het materialenhok, mijn polsen doorgesneden en mijn shirt met bloed beklad met de letters “Fuck dit kutspel.” Dit was een mooi einde voor mij, vond ik. Wanneer ik personeel aannam voerden ze toch geen reet uit en duurt het soms wel tien seconden voordat ze begonnen met praten, wat door die mysterieuze persoon ook door die “luie Jappen die niet eens een stel menu’s op het scherm kunnen toveren zonder laadtijden” kwam. Spelers voerden geen reet uit en wanneer ik iets aan de opstelling wijzigde maakte dat toch geen flauß auß. De verkoop van kaartjes was beroerd en als er niet snel een stel hooligans kwamen om mijn stadion, trainingscomplex en clubhuis met die oersaaie mensen te molesteren, deed ik het zelf wel.

Testament

Ooh goedendag, ik ben Remco. Niet Remco Flamengo, maar gewoon Remco. Ik ben een soort notaris en vond dit testament van Sjaak in het archief. Hij liet zijn club achter aan ene Gerard Stotijn en zijn laatste wens was om aan de wereld te verkondigen om zeker niet aan het voetbalmanagen te slaan, zeker niet met de ingeving “Let’s make a soccer team!”. Dat was alles.

  1.   
    willem 1990's avatar

    dir is een spel van wijnig kwalitijd 😮

  2.   
    Hartmann's avatar

    toen ik deze review gelezen had moet ik kotsens