Indiana Jones and the Emperor’s Tomb

Na zijn avonturen op het filmdoek verscheen ’s werelds bekendste archeoloog al in acht games. Tijd om te stoppen? Mooi niet en daarom is er nu de negende game met Indiana Jones in de hoofdrol, waarin hij zoals gewoonlijk op zoek gaat naar een kostbaar kunststuk en met zoals gewoonlijk de Nazi’s op zijn hielen.

Acht?
Zijn er voor The Emperor’s Tomb al acht andere Indiana Jones games verschenen? Ja, en je kunt ze op de volgende site rustig bekijken: http://www.mobygames.com/game_group/sheet/gameGroupId,80/ Waarschijnlijk zal een groot aantal van jullie de meeste genoemde games niet kennen, maar ik weet zeker dat de meeste van jullie wel gehoord hebben van The Fate of Atlantis en The Infernal Machine.

The Fate of Atlantis was nog een point ‘n click adventure, die zeer goed ontvangen werd en volgens mij hoopte iedereen op eenzelfde soort vervolg. In 1996 kreeg Indiana Jones echter concurrentie van Tomb Raider, die in 3D als action/adventure gespeeld werd. Point ’n Click adventures waren toen al bij de meeste ontwikkelaars uit de gratie gevallen en met Indiana Jones was dat ook niet anders. The Infernal Machine (1999) was ook een 3rd person 3D Action/Adventure en The Emperor’s Tomb is niet anders.

Adventure?
The Infernal Machine had echter met The Fate of Atlantis nog gemeen, dat de eerste ook nog veel puzzelen was, naast hier en daar wat getimed springen en enkele schietgevechten. The Emperor’s Tomb wijkt hier nogal vanaf.

In The Emperor’s Tomb zit je je nooit langer dan een halve minuut af te vragen waar je heen moet. Schakelaars zijn bijzonder opvallend aanwezig, bij ‘moeilijkere’ puzzels krijg je een cutscene te zien met daarin de te bezoeken locatie en als je je zweep of explosieven nodig hebt om verder te komen, dan zie je dat aan een icoon op het scherm.

Action!
Het adventureaspect van action/adventure is dus niet sterk vertegenwoordigd in deze game, maar het actionelement des te meer! Indy is daarvoor zeer goed uitgerust. Allereerst kan hij bijzonder goed met zijn vuisten vechten. Met de linker- en rechtermuisknop laat je elk van zijn vuisten slaan en als je goed door slaat, dan mep je al snel een tegenstander met een combo tegen de grond.

Als je vuisten niet genoeg zijn, dan zijn er in de omgeving vaak veel zaken te vinden waarmee je tegenstanders te lijf kunt gaan. Sla bijvoorbeeld een tafel kapot en je hebt een tafelpoot om mee te slaan, maar ook de stoelen kun je als slagwapens gebruiken. Natuurlijk is niet iedere tegenstander op die manier makkelijk te verslaan en daarom kun je ook nog een aantal vuurwapens gebruiken. Indy’s zweep ontbreekt natuurlijk ook niet in de gevechten en wie dit wapen goed beheerst, die kan wapens uit de handen van tegenstanders trekken of een tegenstander naar zich toe halen.

Altijd weer die camera
Dat je in The Emperor’s Tomb veel moet knokken is niet zo gek, als je bedenkt dat de engine die voor de game gebruikt is dezelfde is als die voor Buffy The Vampire Slayer. Deze engine zet de game op een aardige manier neer. Het geluid en de muziek zijn goed en ook de graphics zien er goed uit, al is het niet bijzonder.

De besturing is een ander verhaal. Het bewegen gaat goed en ook over het springen en vechten kan ik niet klagen, maar de camera verpest het af en toe wel, zoals dat vrijwel altijd het geval is in 3rd person games. De camera wil namelijk niet in de muur vast komen te zitten. Dit leidt er dichtbij muren toe, dat de camera ineens heel snel om Indy heen gaat draaien. Dit is bijzonder vervelend als je van een open ruimte een nauwe gang inloopt, want het komt dan vaak voor, dat je door de te ver doorgeschoten camera ineens weer daar naartoe loopt, waar je net vandaan kwam. Verder wil Indy nog wel eens een vechthouding aannemen, met zijn rug naar de (enige) vijand. Dat ziet er een beetje slordig uit.

Console port
De PC-versie van The Emperor’s Tomb is een port van de Xbox-versie die onlangs uitkwam. Een erg directe port moet ik wel zeggen en dat is voor PC-gamers soms even slikken.

Dat het een directe port is, is bijvoorbeeld aan de menustructuur te zien. Die wijkt een beetje af van PC-gamestandaarden en dus snapte ik bijvoorbeeld niet waarom ik langs vier schermen moest om slechts één savegame te laden.

Over saven gesproken: de game slaat de speeltoestand automatisch op aan het begin van elk level. Nou weet ik dat PC-gamers wel een beetje erg verwend zijn met quicksaves en saven waar je wilt, maar is dat dan ook een reden om daar geheel van af te zien? Gelukkig blijken de levels, hoewel ze natuurlijk naarmate je verder komt moeilijker worden, nooit onmogelijk en zijn de meeste levels wel in één keer te halen. Toch zijn het die paar levels waar je net die ene sprong of dat ene gevecht op het einde niet haalt die je je blijft herinneren.

Nog een nadeel van een directe console port is het, ondanks het feit dat steeds meer consoles online gaan, ontbreken van een multiplayeroptie. De speelduur is dus helemaal gebaseerd op het single player gedeelte. Toch hoeft het uitspelen daarvan niet direct te betekenen dat je de game direct aan de kant legt, omdat er in verschillende levels nog een artefact gevonden kan worden. Overigens moet ik zeggen dat de game lang genoeg is om je een redelijke tijd te vermaken.

Conclusie
Indiana Jones and The Emperor’s Tomb is een 3D action/adventure met veel vecht- en weinig denkwerk. Ik vond het een bijzonder vermakelijke game, die alleen af en toe door de vervelende 3rd person camera geplaagd wordt. Een goede game, als je van het genre houdt.

Het is niet mogelijk om op dit bericht te reageren