No One Lives Forever

De jaren zestig: Hippies, Woodstock, Koude Oorlog, psychedelische kleuren, bloemetjes en spionageverhalen met superslechteriken, superspionnen en opzwepende muziek. Nu kon dit alles niet worden samengevat in één spel, het laatste gedeelte van de opsomming was in ieder geval wél tot spel te verwerken. Het resultaat is een interactieve spionagefilm met een goed verhaal, een stevige soundtrack en een heel aantrekkelijke hoofdrolspeelster.

UNITY en HARM
De volledige titel is ‘The Operative – No One Lives Forever’. The Operative is de hoofdrolspeelster van het spel, voor vrienden en familie beter bekend onder de naam Cate Archer. Deze dame leefde als jonge volwassene van de zaken die ze kon stelen van anderen, maar werd eens gesnapt door Bruno Lawrie . Deze bleek voor een geheime dienst te werken die UNITY heet en hij nodigde haar uit hetzelfde te gaan doen. Ze bleek geïnteresseerd en zo werd ze de eerste vrouwelijke agent van UNITY, een organisatie die tegen terrorisme strijdt. Aangezien men in die tijd zeer sceptisch was wat betreft werkende vrouwen, heeft Cate voornamelijk saaie karweitjes en vervelende klusjes moeten doen.

Nu is het eindelijk haar beurt om aan het grote werk te beginnen. Sinds korte tijd worden namelijk één voor één geheim agenten van UNITY vermoord en dus komt UNITY een beetje in een personeelstekort. Hoewel men er bij UNITY nog niet helemaal overtuigd is van de bruikbaarheid van vrouwen bij gevaarlijke missies worden Cate en Bruno toch op een missie gestuurd. Ze moeten namelijk de ambassadeur van de Verenigde Staten beschermen tegen een moordaanslag. Dat verijdelen van de aanslag gaat nog net goed, maar dan begint het gedonder. De agenten van UNITY werden namelijk vermoord door ene Dmitri Volkov, één van de topmensen van een terroristische beweging genaamde HARM. Bruno had al eens geprobeerd Dmitri te elimineren, maar daarbij is Dmitri alleen een oog kwijt geraakt. Dmitri neemt in de eerste missie wraak op Bruno, waarbij Bruno levenloos achterblijft.

No One Lives Forever is een verhaalgebaseerde First Person Shooter, gecombineerd met First Person Sneaker, zoals Thief. Dat zorgt voor een interessante gameplay, omdat missies nu op meerdere manieren gehaald kunnen worden. Een basis binnenrennen en schieten op alles wat beweegt kan best, als je maar op tijd wegduikt voor de kogels van vijanden. Maar het is ook mogelijk om door de schaduwen te bewegen en achter kratten weg te duiken, waardoor je de stillere weg kiest. Daarbij kun je gebruik maken van geldstukken om vijanden weg te lokken en een karateslag om ze lekker te laten slapen. Op die stille toer zul je ook camera’s, zoeklichten en honden moeten ontwijken. Verwacht echter geen Thief: Vijanden zien je behoorlijk snel als je buiten een schaduw staat en eenmaal gezien houden ze niet op totdat ze je gedood hebben. Gezien worden is sowieso al behoorlijk vervelend, want iedereen weet spontaan waar je bent en iedereen lijkt verder ook nog een volwaardig scherpschutter.

Waar je verder nog op moet letten, is dat je raak schiet en daarbij geen omstanders gewond raken. Als meer dan drie omstanders gedood worden door anderen, dan is de missie voorbij. Dood je zelf iemand, dan is de missie ook gelijk voorbij.

Toys for spies
Je bent pas spion als je een afdeling voor je hebt werken die spulletjes voor je in elkaar zet die je tijdens je missies kan gebruiken. En dus heb je in dit spel een aantal mooie speeltjes tot je beschikking. Allereerst een kogelvrij vest, wat heel handig is, want je kunt tijdens de missies geen verbandtrommels vinden om jezelf te genezen. Je hebt verder eerdergenoemd muntje, waarmee je bewakers kunt afleiden. Voorts heb je enkele parfumverstuivers, waarin één of ander gas zit, alsmede een haarspeld annex loper annex giftig steekwapen. Ook heb je een zonnebril met zoomfunctie en fotocamera en verder nog een speciaal poeder waarmee je lijken kunt laten oplossen, zodat camera’s en bewakers ze niet kunnen vinden.

Een aansteker met snijbrander is ook aanwezig. Voordat een missie begint moet je wel kiezen wat je meeneemt, want je kunt niet alles dragen. UNITY geeft zelf aan wat verplicht is, verder mag je kiezen of de computer een keus laten maken. Dat geldt ook voor wapens, hoewel je die ook in de missies zelf kunt vinden. De wapens zijn vrij standaard, maar wel echte wapens uit de tijd waarin alles speelt, zoals een revolver, een pistool met geluidsdemper, een machinegeweer, AK47, een karabijn met demper en scope en nog meer. Je kunt deze spulletjes uitproberen in de missies die je moet volbrengen. In die missies zul je verschillende dingen moeten doen: Prijsschieten op terroristen met een sniper rifle, parachutesprong maken, inbreken, op een sneeuwscooter rijden en nog veel meer.

Centraal in No One Lives Forever staan toch het verhaal en de sfeer. Het geheel wordt echt geleid door het verhaal, waarin het spel af en toe onderbroken wordt door een real-time gerenderede cutscene. Ook kun je net als bij Thief gesprekken afluisteren van bewakers. Die hebben dan weer allerlei sociale problemen en meestal is het beter af te wachten tot ze klaar zijn, waardoor je meer ellende hoort dan goed voor je is. Maar het maakt het spel iets interessanter dan de gemiddelde Doom kloon van enkele jaren terug waarin je alleen maar dom van begin tot eind alles tot pulp moet schieten.

Wat de sfeer betreft: Deze is zeer goed en ademt jaren zestig en spionage. Aan alles is gedacht: meubels, muurdecoraties, kleding, auto’s, wapens en muziek. Laatstgenoemde is zeker een aanvulling op de sfeer, want vooral de muziek maakt het gevoel dat het avontuur in de jaren zestig plaatsvindt compleet. Bij gewone omstandigheden is het een prettig deuntje, zodra er actie plaatsvindt wordt het een opzwepende muziek, gekenmerkt door de blaasinstrumenten die de vroegere James Bond films ook zo goed lieten klinken. Erg lekker allemaal.

Om de sfeer tot leven te brengen is er gebruik gemaakt van de LithTech 2 engine. Deze engine is de opvolger van de LithTech 3D engine die ervoor zorgde dat spellen als Shogo, Blood 2 en KISS: Psycho Circus tot leven kwamen. In deze nieuwe versie is het detail omhoog gegooid, wat vooral in de personages tot uiting komt. Deze zijn van hoge kwaliteit, vooral in de gezichten. Tijdens de gesprekken is nu eindelijk lipsynchronisatie aanwezig en iedereen knippert zelfs met zijn of haar ogen. Alle visuele pracht en praal gaat wel ten koste van snelheid. Er is in het spel gelukkig een handige optie aanwezig waarmee de visuele effecten kunnen worden in- en uitgeschakeld, afhankelijk van de snelheid van het systeem. Voor volle effecten wordt in ieder geval een Pentium III 750 aangeraden. Ter vergelijking: een K6-III 450 met 128 MB Ram en een GeForce DDR (upgrade is in aantocht!) kon alleen bij de laagste stand van effecten en lage resolutie (640x480x32 bits kleur) de schietscènes met meerdere vijanden schokloos laten verlopen. Bij de laagste stand van effecten is overigens al een Pentium II 400 gewenst.

Conclusie
No One Lives Forever is een leuk spel, vooral sinds er de laatste tijd zo weinig verhaalgedreven First Person Shooters uitgekomen zijn. De actie is snel, de omgevingen zijn strak, de gameplay is vrij soepel en de muziek is gewoon steengoed. Wie de systeemeisen haalt kan lekker spelen dus.

Het is niet mogelijk om op dit bericht te reageren