Het moge duidelijk zijn: de roguelike games beleven een mini-renaissance. Sinds het immense succes van kleinere games als The Binding of Isaac lijkt permadeath in terugkeer te maken. Loeizware tochten door duistere kerkers maken, met talloze doden als direct gevolg. Indie-game(r)s zijn er dol op. Ook het recente GoNNER begeeft zich in dit gruwelende genre, zij het dan wel met een unieke, eigen stijl. Psychedelisch en ongekend intens, maar daardoor wellicht des te verslavender…
Kleine game, hevige impact
Om eerlijk te zijn: GoNNER is geen gloednieuwe game. Het onafhankelijke project van Zweeds kunstenaar ‘Ditto’ — die voor het eerst onder zijn eigen ‘Art in Heart’ gamestudio werkt — verscheen eind vorig jaar al op Steam, GOG en werkelijk waar elk ander enigszins noemenswaardig verkoopplatform. Recentelijk werd de game echter ook naar Android gebracht, exclusief voor NVIDIA SHIELD-apparaten. Niet gek ook, aangezien het relatief kleine datapakketje een makkelijk thuis kan vinden op mini-consoles als deze. Precies het type spel dat een caster als deze goed kan gebruiken. Simpel in overkomen, maar tough as nails voor gamers van alle soorten en maten. En dan heb je mijn interesse in ieder geval te pakken.
En moeilijk wordt het zeker. GoNNER houdt zich trouw aan de handvaten van een roguelike game. Weinig uitleg, pittige gevechten en een permadeath insteek. Met name dat laatste is een speerpunt. Dat kruipende gevoel van een onontkoombare, permante dood, continu in je nek hijgend. Liefhebbers van het overduidelijke bronmateriaal, The Binding of Isaac, herkennen het gevoel als geen ander. Uiteraard staat de game toe enige algemene progressie te boeken over je verschillende levens, maar bijtijds helemaal van voor af aan beginnen, daar is geen ontkomen aan.
Psychedelische trip?
Zelf was ik ook gedoemd het op te zoeken, maar in GoNNER neem je de rol van Ikk op je. Deze blob zonder kop is gedoemd dieper en dieper door een duistere wereld te reizen, zonder enige reden of narratief whatsoever. Naar het schijnt doe je dat vooral voor de liefde van ruimtewalvis Sally, soms bijgestaan door je koddige mentor, de dood zelve. Geen grapje: Death bewaart al je verzamelde spulletjes om jezelf mee uit te rusten. Verder is haast alles eropuit je te vernietigen. Robots, grotegels, eindbazen, bodemloze afgronden; iedereen doet een poging op je leven. Aan de dood (de niet vriendelijke variant) is geen ontsnappen Alsof je alsmaar dieper spiraalt in een nare LSD-trip, maar dan op een relatief fijne manier.
Tijdens je avonturen in het donkere hol kun je een handvol verschillende voorwerpen aantreffen. Respectievelijk wapens, unieke rugzakjes en zelfs een boel doodshoofden om jezelf mee op te dossen. Door te variëren met dit triootje aan items, kun je jezelf een eigen speelstijl aanmeten. Sommige koppen voorzien je van extra levens, andere besparen je dat en geven daarvoor in de plek handige vaardigheden. Extra vuurkracht, een triple jump of meer houvast als je onderuit wordt gehaald, bijvoorbeeld. Hetzelfde geldt voor het wapengerei en de actieve abilities die de rugzakken je bieden.
De kunst van combo’s
De kunst is niet alleen je eigen speelstijl te vinden, maar ook om zelf te ontdekken hoe het spel precies in elkaar steekt. Waar (en hoe) vind je een nieuw hoofd en wat zijn de zwakke eigenschappen van sommige vijanden? Je dient het allemaal zelf uit te zoeken. En dan begrijp je al: dat betekent veel trial and error. En ja, dat staat op diens beurt weer gelijk aan tientallen keren het loodje leggen. Loeizwaar, maar stiekem best verslavend.
Om langer in leven te blijven en de dood te kunnen ontsnappen, is het zaak dat je verschillende runen verzamelt. Deze pick-ups verschijnen enkel en alleen wanneer je een vijftal moorden aan elkaar ketent. Door zoveel mogelijk kills in een sequentie te rijgen, stijgt niet alleen je score immens, het gunt je dus ook nog eens extra kansen om de permadeath uit te stellen. En die drijfveer vormt precies de verslavingsfactor van GoNNER.
Elke nieuwe ruimte is afgeladen met rode, vijandelijke gedaantes. Eerst oogt dat vooral als een gevaarlijk mijnenveld, maar met oefening verandert het in een soort ‘combo canvas’ voor je. Gracieus van de ene moord naar de andere springen, elk stukje gevaar ontwijkend, wordt uiteindelijk een broodnodig instinct. Nog altijd zal het resulteren in talloze keren gruwelijk afgaan, maar het is niet zonder reden. Met elke permadeath wordt je weer een stukje beter. Sneller, wijzer en voorzichtiger. Of juist niet. Wie combo’s wil maken, moet immers soms in het diepe springen.
Plateaumomenten
Op het eerste gezicht komt GoNNER voor velen ongetwijfeld over als een dertien in een dozijn indie-titel. Minimalistische graphics, simplistische platform-gameplay en gunplay: de indie-wereld staat er bol van. Toch voelt GoNNER ergens enorm eigenzinnig aan. Niet tijdens je eerste poging en ook zeker niet als je voor een zoveelste keer het loodje legt. Het zit hem vooral in de plateaumomenten die je in het duistere wereldje kunt beleven. Die situaties waarin de LSD op volle toeren lijkt te draaien en alles eventjes héél intens wordt…
Vooral wanneer je heerlijke combo’s aan elkaar rijgt, bereikt GoNNER zijn hoogtepuntjes. De slepende synthesizers — die oprecht een applausje verdienen — beginnen opdringerig te dreunen, de omgevingen lijken kortstondig te pulseren in ongeziene kleuren, dat terwijl chaos in het rond vliegt en de adrenaline razendsnel door je lichaam gepompt wordt. Toegegeven, het eindigt meer dan eens in een ongekend schrale dood, maar bijtijds resulteert die psychedelische opkikker in een heerlijke run. Hogere scores bovendien, maar vooral een ervaring waar je even van uit moet rusten. Niet ongelijk het gebruik van psychedelica, wederom. Met als enige verschil het feit dat je hier veel minder tolerantie voor opbouwt.
De comedown
Ondanks het feit dat GoNNER daarmee ontzettend intense gameplay voor kan schotelen, is de titel verre van feilloos. De stijl, muziek en ambiance van het geheel is grandioos, maar het mist een significant stuk diepgang. Zo is het aanbod aan verschillende wapens, rugzakjes en doodshoofden vrij gelimiteerd. In totaal zijn alle verschillende voorwerpen op een hand of drie te tellen. Dat terwijl het gros van deze items ook pas in latere (en vrij moeilijk te bereiken) stadia te verkrijgen is. In andere woorden: een significant part spelers zal niet meer dan zes voorwerpen in totaal aantreffen. En daar moet je het dan maar mee doen. Keer op keer falend.
Uiteraard is dat een deel van de charme: de nodeloze zoektocht naar betere loadouts, zodat je maar eens een nieuwe speelstijl kunt proberen. Het maakt de game pittig, precies zoals bedoeld. Toch zou het GoNNER niet misstaan om meer vrijheid te bieden aan ook de ongelukkigere spelers. Eindeloos falen kan namelijk enigszins verslavend zijn, maar wat variatie in de mix is nooit verkeerd. De game laat je toch wel lijden, doe het dan op zijn minst in wat uiteenlopendere scenario’s.
CoNCLUSIE
GoNNER is zonder meer een geslaagde indie-titel. De sublieme synthesizersoundtrack, interessante worldbuilding en de ongekend pittige gameplay vormen zich tot één interessant geheel. De leercurve blijft charmant stijl, maar daarmee komt een gedegen verslavingsfactor opdoemen. Keer op keer doodgaan resulteert niet altijd in razernij, maar soms juist in een haast onmiddellijke tweede poging. Nog sneller, nog heviger en nog gewaagder; alles om een nieuwe dood mee te kunnen ontsnappen.
Gamers met korte lontjes doen er goed aan GoNNER volledig links te laten liggen, maar zij die konden genieten van games als Super Meat Boy en The Binding of Isaac, zijn des te meer welkom in dit helhol. Waag een poging, maar verwacht geen gemakkelijk rit. Geniet van je zoveelste psychedelische dood met de liefde van ruimtewalvis Sally, wereldbindende longcats en de alsmaar slepende synthesizers…