Ik zie regelmatig ouders die wanhopig naar de gameschappen staren, niet wetend wat ze voor hun kroost moeten kopen. Ze voelen zich bij het grote aanbod games zo ongemakkelijk als Paris Hilton zich zou voelen tijdens een rondvaart voor padvinders op leeftijd. Een alcoholvrije rondvaart welteverstaan. Zo’n ouder ben ik niet. Ik ben de papa die ’s avonds aan het moorden slaat. Orcs, draken en onschuldige NPC’s; ik ruk ze met mijn duimen vakkundig uit hun zielige, gepixeleerde levens. Mijn frequente uitstapjes naar de verzonnen werelden zijn zeer ontspannend, zeker in combinatie met de blikken Bitburger die altijd binnen handbereik staan.
Je hoort mij niet zeggen dat ik alwetend ben, maar ik ben gezegend door een flinke dosis kennis van de game-industrie. Dat zeg ik zonder aarzeling over mijzelf. Vanaf de jaren ’80 heb ik nogal wat hands-on ervaring opgedaan en de jarenlange redactietaken voor een aantal gamesites hebben ook flink bijgedragen. Het zal mij dus niet gaan gebeuren dat ik in de toekomst als onwetende ouder over de tapijttegels van een lokale gameboer schuifel.
De stropdas-gamer
Voor mijn omgeving is iemand zoals ik moeilijk te begrijpen. Er is, om een voorbeeld te noemen, een tijd geweest waarin ik dagelijks met het openbaar vervoer naar Den Haag reisde. Mijn toenmalige werkgever stelde een jasje en een dasje verplicht en ik zat dus vijf dagen per week met een stropdas om mijn nek in de RandstadRail. Iedereen kent wel de meelezers – mensen die naar je toe leunen om de krantenkoppen mee te lezen – maar hoe ik op mijn PSPgo door het Tartarus-doolhof in Persona 3 manoeuvreerde, dat was voor mijn mede-forensen pas écht interessant. Het bleek iedere dag weer een intrigerend tafereel; een man die volledig in pak zit te gamen.
Mijn kinderen zijn nog niet in een bijzondere mate bezig met games. Mijn oudste probeert wel het een en ander op haar felroze 3DS, maar heeft tot op heden meer belangstelling voor tekenen en knutselen. Het nadeel daarvan is wel de onophoudelijke stroom papier en beplakte deuren. De middelste heeft geen aandacht voor games en vult haar tijd het liefst met constant Frozen-liedjes zingen of honderd keer per dag van jurk wisselen. Er is hoop, want mijn jongste is een ventje van bijna vier en hij heeft duidelijk wél de smaak te pakken. Hij smeekt dagelijks op zijn blote knietjes of hij de iPad van papa mag lenen om een Angry Birds-spelletje te spelen. Bewust heb ik het hier over een spelletje, want de benaming ‘game’ is in mijn beleving alleen aan het serieuzere werk voorbehouden. Hoe dan ook is het leuk om hem fanatiek te zien schieten met de katapult en de opofferingsgezinde vogeltjes van Rovio.
“Moet jij geen hut gaan bouwen?”
Mijn ouders hebben helemaal niets met gamen. Hun huidige telefoons zijn zelfs nog van het soort zonder internet. Bijna eng in deze tijd. Toch begon mijn liefde voor gamen dankzij hen. Ik kan mij nog goed herinneren hoe ik met mijn vader een Commodore 64 ging kopen. Een aankoop die met flink wat guldens werd gedaan. Niet veel later stond deze op mijn kamer te pronken en het klassieke systeem betekende het begin van mijn nog steeds voortdurende passie. Mijn vader en moeder hebben de knoppen nooit aangeraakt en kwamen af en toe alleen informeren of het niet tijd werd om buiten een hut te bouwen. Los van de hardware, heb ik mijn voorliefde dus niet van mijn ouders meegekregen.
Gamen werd een geliefd tijdverdrijf met vriendjes en na de Commodore 64 volgden een SEGA Mega Drive en alle PlayStation-systemen. De Gameboy Advance behoorde ook tot mijn bezittingen en uiteraard de eerder genoemde PSPgo, die overigens als een vreselijke miskoop moet worden beschouwd. Door deze aanschaf werkte ik namelijk mee aan Sony’s experiment om een handheld met volledig digitale content op de markt los te laten. Bij dezen nog mijn excuses daarvoor. Gelukkig was ik één van de weinigen en de handheld bleek al snel een vreselijke flop.
Waar is de tijd gebleven?
Door de jaren heen heb ik ontelbare uren in games gestoken. Als ik ze zou kunnen optellen, zou ik vast wit wegtrekken bij het totaal. Het was het echter waard en ik bewaar levendige herinneringen aan de Wipeout-sessies en de tijd die ik in Final Fantasy VII en Breath of Fire heb gestoken. Niet te vergeten ook de raids waaraan ik deelnam in World of Warcraft en de nieuwe manier van spelen die Heavy Rain bracht. Het is slechts een aantal voorbeelden in een lange lijst games. Voorlopig ben ik niet van plan om te stoppen met mijn hobby. Misschien speel ik over vijftig jaar zelfs een potje FIFA 2066 tegen de zuster van tehuis Weltevreden. Het is niet voor te stellen welke ultieme balgevoel-verbeteringen EA Sports tegen die tijd heeft doorgevoerd.
Naar mijn idee ben je nooit te oud om te gamen. Mijn leeftijdsgenoten hebben vaak een andere mening, want hoewel zij opgroeiden in dezelfde game-rijke tijd, laten zij één voor één hun hobby vallen. Ik merk wel dat de beschikbare tijd steeds schaarser wordt, niet in de laatste plaats door de tijd die mijn nageslacht verdient. Ik ben van plan om ze op te voeden met games, want ik ben nu eenmaal van de generatie die opgroeide tijdens de opkomst van het gamen. Naast mij is Peter nog jong en in de tijd waarin ik al laveloos over de straten van onze hoofdstad strompelde, moest onze Tom nog geboren worden. Ik heb dus de eer van een generatie hoog te houden. Anders dan mijn ouders zal ik een actieve rol spelen bij het gamen van mijn kinderen, al is het maar enkel voor mijn zoontje. Mocht blijken dat er bij geen van hen interesse is, dan kan ik natuurlijk altijd nog wanhopige ouders gaan adviseren.
Deze column is echt geweldig. Mooi geschreven.
Leuk gedaan rufus ! 😆
mooi geschreven 😀
Genius
Heel erg herkenbaar. Toffe column
Heel erg leuke column!
Je hebt hem met passie geschreven en ik heb je column met plezier gelezen.
Leuke commentaren! Ik zit in Frankrijk alvast inspiratie voor de volgende op te doen.
Leuke column weer. Felis Rufus is echt een aanwinst voor GN
erg leuk geschreven
Leuke column!
De eerste reactie van mijn pa toen ik mijn PS4 aanschafte: “Ben jij daar niet wat te oud voor geworden?”
Tip voor de ouders van gamende kinderen: een cadeaubon van een populaire gameshop, de kids zullen er wel raad mee weten! 😀
blij dat ik geen kinderen heb:O