Sinds 2013 sleutelt NVIDIA alweer aan diens eigen G-Sync technologie, een eigen manier om uit- en inkomende beelden van je gameplay beter op elkaar af te stemmen. Het probleem? Voor lange tijd was die synchronisatie exclusief voor én duurdere videokaarten én duurdere beeldschermen. Monitorfabrikanten kochten slechts in mondjesmaat de licentie af, terwijl AMD’s gratis alternatief, FreeSync, meer en meer tot de industriestandaard groeide.
Daar moet met 15 januari een einde aan komen. Op CES 2019 maakte NVIDIA CEO Jensen Huang bekend dat G-Sync binnenkort ook moet werken op een reeks FreeSync-monitoren, middels een handige nieuwe driver update.
Maar, hold your horses. Van de ruim 400 geteste “adaptative sync” monitoren, kwamen er voor nu maar twaalf met succes door NVIDIA’s veeleisende tests. Respectievelijke modellen van Acer, Asus, AOC en BenQ. Deze moeten over een week al volledig met G-Sync werken, maar voor andere beeldschermen dienen meer tests gedraaid te worden.
NVIDIA geeft daarbij aan voortaan meer monitoren retrospectief te willen ondersteunen per software-updates, opdat weer meer GeForce-gamers uiteindelijk kunnen genieten van hun eigen gaming displays mét de juiste beeldsynchronisatie via G-Sync. Minder screentearing en input lag, waarom ook niet?
Naast de twaalf schermen waar NVIDIA verlaat een G-Sync certificaat opgooit, is er voor gamers ook de mogelijkheid een variable refresh rate handmatig in te schakelen op andere FreeSync-monitoren, aldus NVIDIA’s bijbehorende persbericht.
Voor NVIDIA bleef het echter niet bij FreeSync-ondersteuning vanuit G-Sync, de fabrikant bracht op CES 2019 ook ander groot nieuws; de komst van gigantische, high-end gaming displays onder het “Big Format Gaming”-certificaat. Daaronder werden al drie vooruitstrevende beeldschermen aangekondigd in Las Vegas.