Gamersnet.nl

Review: Assassin’s Creed Odyssey

Assassin’s Creed keert dit jaar terug in de vorm van Odyssey. De Assassins en Hidden Blade staan alleen nog in de moderne delen centraal: het historische deel van de game gaat terug naar de Peloponnesische Oorlog, oftewel de oorlog waar het democratische Athene uiteindelijk ten onder ging tegen Sparta. We schrijven het jaar 431 voor Christus en de oorlog is net uitgebroken. Geen teken van een moordenaarsgilde, laat staan het bijbehorende credo, maar toch valt er meer dan genoeg te moorden en speuren. Weet de nieuwe telg in de franchise te overtuigen?

Innovatie te land, ter zee en op de map

Als enorm liefhebber van Assassin’s Creed Origins viel me direct een aantal verschillen op in Odyssey. Allereerst hemelt ontwikkelaar Ubisoft de nieuwe Exploration Mode behoorlijk op: in plaats van quest markers te volgen naar je doel, moet je nu naar aanwijzingen zoeken en op basis daarvan bepalen waar je heen moet. In eerste instantie vond ik dit enorm interessant klinken, aangezien het volgen van icoontjes behoorlijk afleidt van de werkelijk prachtige omgevingen.

Echter, in de praktijk ben je nog steeds op vraagtekens en andere icoontjes aan het jagen: je kan een quest giver om alle benodigde hints vragen zonder verder onderzoek te hoeven doen, en dan is het simpelweg bepalen welk icoontje op de map je moet hebben. De objectives zijn namelijk nog steeds altijd te vinden op de locaties die speciaal aangegeven staan, wat toch wel een teleurstelling is.

Een tweede verschil is de veel grotere nadruk op varen, wat logisch is: Griekenland bestaat voor een groot deel uit eilanden die worden gescheiden door woeste zeeën. Zwemmen is dus geen optie. Nee, in plaats daarvan dient de Adrestia als je trouwe schip, dat je middels allerlei upgrades kunt verbeteren. Ook kun je je crew uitbreiden met zo ongeveer elk personage in de game – en ja, dat meen ik!

Van de laagste soldaat tot de hoogstgeplaatste functionaris, bijna iedereen is te incorporeren in je bemanning als Luitenant. Elk personage biedt zijn eigen voordelen voor je schip, zoals extra brandschade of juist meer bescherming tegen inkomende projectielen. Afhankelijk van het niveau van je boeg, kun je maximaal vier luitenanten aanstellen, zodat je zult moeten kiezen welke NPC’s je inzet.

Daar heb je allemaal natuurlijk niks aan als je niet daadwerkelijk hoeft te knokken op zee. Maar het is oorlog in het Oude Griekenland, dus uiteraard zijn navale veldslagen ook van de partij. In Assassin’s Creed Origins zaten enkele zeeslagscènes, maar die zijn in Odyssey danig uitgediept. Het is nu meer zaak om vijandige schepen op afstand te bestoken met vuurpijlen en speren. Schepen zijn een stuk wendbaarder dan in Origins, dus is het stukken lastiger om ze goed te rammen. Dat behoort overigens nog wél tot de mogelijkheden. Sterker nog, als je een schip in precíés de goeie hoek raakt, gaat het in één klap richting de zeebodem.

Zeeslagen kunnen behoorlijk lang duren, waarbij je schip flink wat averij kan oplopen. Gelukkig is het mogelijk om je schip te repareren door vijandige zeevoertuigen uit te schakelen en vervolgens te enteren. Als je alle bemanningsleden van de vijand van hun schip weet te drijven of te doden, krijgt je schip een deel van zijn health bar terug. Ook op zee is er deze keer dus sprake van mêléegevechten. Al met al zijn de zeeslagen dan ook een stuk uitgebreider dan in Origins, waardoor Odyssey heerlijk fris aanvoelt.

Matten op zijn Grieks

Ook de combat is van een nieuwe laag polijst voorzien. Het werd voor de release al aangekondigd dat schilden niet aanwezig zijn in het arsenaal van de speler – ook al heeft bijna elke soldaat in Assassin’s Creed Odyssey wél een schild. Hoewel dit enigszins vreemd aanvoelt, en ook al ben ik persoonlijk erg fan van schilden, kan ik waarderen wat Ubisoft heeft gedaan in plaats van het gebruik van schilden: gevechten worden meer afhankelijk van goeie timing – en dus je eigen vaardigheid. Zo is het mogelijk om, op het juist moment, een vijandelijke aanval af te weren. De opponent wordt hierdoor blootgesteld en zal vervolgens kennis maken met het uiteinde van het zwaard.

Maar je kunt nu ook vier verschillende abilities instellen voor mêlée, alsook vier voor ranged-gevechten. Denk daarbij aan de Sparta Kick uit de eerste officiële teaser, maar ook aan meer defensieve skills zoals het regenereren van een deel van je gezondheid. Deze perks speel je, net als in Assassin’s Creed Origins, vrij middels vaardigheidspunten.

Deze keer krijg je echter niet in één klap toegang tot de volledige skills: de meeste kennen meerdere niveaus die individueel moeten worden gekocht. Athena’s Vision, wat Eagle Vision uit eerdere delen vervangt, moet bijvoorbeeld worden vrijgespeeld en is in het begin slechts bruikbaar binnen vijftien in-game meters; om verder te reiken met je allesziende zintuigen, moet je de skill verder uitbreiden door Ability Points te spenderen. Op die manier voelt het écht aan alsof je steeds sterker wordt, want ook je bestaande vaardigheden kennen vaak nog ruimte voor verbetering. Een fijne aanpassing!

Mooie plaatjes en heerlijke geluiden

Audiovisueel is Odyssey prima verzorgd. Over het algemeen geef ik de voorkeur aan de stemactrice achter protagonist Kassandra ten opzichte van andere mogelijke protagonist Alexios, maar allebei doen ze het prima. Ook NPC’s zijn voorzien van prima stemmenwerk, wat het sterke verhaal uitstekend aanvult. Spoilers zal ik niet geven, maar de sfeer wordt prima gezet en dat is een groot deel te danken aan de stemacteurs.

Niet alleen in de cut scenes, maar ook in de open wereld: zeelui zingen liederen om de tijd op zee te doden, mensen op straat hebben verhitte gesprekken, en ga zo maar door. Helemaal positief over het stemmenwerk ben ik overigens niet: veel side quests, vooral de dagelijkse en wekelijkse opdrachten, recyclen stukken tekst. Als je dus een uurtje of twee gaat zitten om de tijdelijke quests van de dag op te lossen, is de kans flink aanwezig dat je twee of drie keer dezelfde tekst hoort van Alexios of Kassandra.

Maar de voice acting is op zich, nogmaals, prima in orde. Hetzelfde geldt voor de graphics en de soundtrack: die zijn geweldig. Des te jammerder het is dat de eerdergenoemde Exploration Mode zo teleurstelt: er zijn meer dan genoeg redenen om aandacht te besteden aan deze aspecten, maar uiteindelijk wordt de hele boel teruggebracht tot simpele quest markers of vraagtekentjes op de map. Ik heb oprecht geprobeerd deze te negeren, maar dit is onmogelijk als je het doet om te genieten van de omgevingen.

Je kunt er natuurlijk voor kiezen om geen markers op je precieze locatie te zetten, maar uiteindelijk wordt die radar in het bovenste derde van het scherm tóch bepalend voor waar je heen loopt. Dus tenzij je die weet te negeren – niet makkelijk, en bovendien verlies je een derde van je scherm en daarmee de omgevingen waar je juist naar wilt kijken – is het onmogelijk om écht de omgevingen in je op te nemen op je eigen tempo en tegelijkertijd voortgang te maken in de missie.

De open wereld van Griekenland

Het lijkt haast alsof Ubisoft op juist dat laatste aspect wil voortborduren, want de open wereld bevat naast de quest markers op het moment van schrijven ook de nodige bugs. Cameraperspectieven die niet meewerken, animaties die niet helemaal vloeiend lopen, mensen die je moet omleggen die niet naar de aangewezen locatie terugkeren na een gevecht waar je uit hebt moeten vluchten vanwege vervelende omstandigheden, waardoor je de main quest niet kunt voltooien… je weet wel: de standaarddingen in open wereld-games anno 2018.

Waar sommige bugs in een game als Skyrim nog hilarisch kunnen zijn, zijn de glitches in Assassin’s Creed Odyssey veelal ergerlijk, hoewel ze niet zó vaak voorkomen als in de gemiddelde Bethesda-game. Soms moet je zelfs van de geroemde Exploration Mode overschakelen naar de traditionele Guided Mode om om deze bugs heen te werken – en dat als je de mazzel hebt dat dat het probleem oplost.

Ook werd eerder al gezegd dat sommige stukken tekst worden gerecycled voor meerdere missies, vooral de tijdelijke missies die in Odyssey te vinden zijn. In Origins was dit niet heel storend, maar in Odyssey zijn er zóveel tijdelijke quests dat het goed mogelijk is dat je in een avondje spelen drie of vier keer naar exact dezelfde regels luistert van Alexios of Kassandra. Leuk dat Ubisoft probeert de wereld wat meer op te vullen, maar wat mij betreft is dat in Odyssey toch jammerlijk mislukt.

Daar komt nog bij dat de spelwereld in de nieuwste Assassin’s Creed enigszins afgeraffeld lijkt, vooral als het aankomt op het taalgebruik. In het oud-Grieks word je steevast aangesproken als misthios: huurling. Echter, dit is een mannelijk zelfstandig naamwoord en ook Kassandra wordt hiermee aangesproken. Ook neemt Ubisoft het niet echt nauw met enkel- en meervouden van oud-Griekse woorden.

Nou hoor ik je al zeggen: ja, dat zijn zaken waar alleen een Grieks historicus zich druk om kan maken. Echter, ik ben geen Grieks geschiedkundige en heb ook nooit maar een woord Grieks geleerd naast ‘yamas’ (proost), laat staan oud-Grieks. Toch kan ik dit soort taalfouten identificeren. Met een klein beetje meer moeite (letterlijk niet meer dan een uurtje) had Ubisoft veel van deze fouten kunnen voorkomen.

Deze zaken zijn echt jammer, want de game is écht gaaf. Alle belangrijke provincies van Griekenland ten tijde van de Peloponnesische Oorlogen zitten in de game, waarmee ook de nodige variatie in landschap komt kijken: de ene stadstaat moet het hebben van zijn landelijke omgevingen, waar andere juist weer heel erg gericht zijn op de zee. Hier had veel meer differentiatie in gezeten als je het mij vraagt. Ook is het verhaal echt van hoogstaande kwaliteit, aangevuld door de uitmuntende stemacteurs. Toch wordt Odyssey geplaagd door dit soort irritaties. Ik vermoed dat de gebrekkige uitwerking van deze open gamewereld neerkomt op het gebrek aan interesse in deze historische periode onder het algemene publiek – en daarmee ook interesse bij de ontwikkelaar.

Conclusie

Assassin’s Creed Odyssey vertelt een spectaculair verhaal, maar lijkt dwars te worden gezeten door een totaal gebrek aan interesse in de tijdsperiode van de Peloponnesische Oorlogen. De enorme open wereld voelt – zeker in de (tijdelijke) side quests – enorm repetitief aan en tevens laat men het oog voor historische nauwkeurigheid compléét varen, tot op het punt van basale grammaticale fouten die een stagiaire nog had kunnen voorkomen. Ik geef de game nog steeds een prima cijfer omdat de gameplay én het verhaal zo gaaf zijn, maar Ubisoft moet echt werk maken van zijn world building als het wil dat Assassin’s Creed zo succesvol blijft als het nu is.