Al jaren krijgt Activision het voor elkaar om een behoorlijke hype te creëren rondom de zoveelste Call of Duty. Twee jaar geleden was het meer dan terecht met de sublieme reboot van Call of Duty Modern Warfare. Vorig jaar slaagde Black Ops Cold War met de hakken over de sloot. Dit jaar mag ontwikkelaar Sledgehammer Games het paradepaardje afleveren en werd ik toch weer even enthousiast. Even. Helaas lijkt het resultaat met Call of Duty: Vanguard meer op een stukje langwerpig paard bij de FEBO dan op een luxepaard.
Ja, maar…
Met Call of Duty: Vanguard gaan we weer terug naar de Tweede Wereldoorlog. Waarom dat met zoveel enthousiasme werd onthaald is mij een raadsel. Er werd online gejoeld alsof we sinds Call of Duty 3 geen Franse stranden meer hadden gezien. Toch was het slechts vier jaar geleden dat Call of Duty WW2 verscheen. De ontwikkelaar van dienst? Yep, Sledgehammer Games. Uiteraard moeten ze met hun tengels afblijven van de Modern Warfare en Black Ops verhaallijnen, maar blijkbaar is dan de Tweede Wereldoorlog de place to be. Dit alles maakt van Vanguard een behoorlijke “ja, maar…” ervaring.
Dit is ook meteen over de hele (vuur)linie het grote euvel van Call of Duty: Vanguard. De Call of Duty-serie heeft al moeite om echt te vernieuwen, maar uit alle poriën van Vanguard druipen de clichés. De campaign draait om een aantal soldaten, elk met een specialisme, die op een belangrijke missie gaan. Het loopt niet helemaal volgens plan en vervolgens krijg je door middel van flashback-missies een stukje achtergrond van elk van de soldaten. Een mooie kapstok om over de hele wereld te kunnen zwerven en iconische regio’s aan te doen die in de jaren ’40 veel veldslagen hebben gekend.
Hoewel het verhalende stuk van de campaign niet eens zo heel dramatisch is, is bijna elk moment dat je zelf de controle krijgt dat wel. Missies barsten uit hun voegen van de overbekende acties. Een landing in Frankrijk en dan kunnen we anno 2021 niets beters verzinnen dan voor de zoveelste keren luchtafweergeschut uitschakelen? Kom op zeg. Ja de setting is tof, maar er wordt gewoon niets bijzonders mee gedaan. Ja het ziet er regelmatig best sfeervol uit, maar al snel kom je weer in een inspiratieloos vuurgevecht terecht.
Een handvol typetjes
Het helpt ook niet echt dat de campaign in 4 tot hooguit 5 uur wel te volbrengen is. Als je dan ook nog eens meerdere personages goed wilt introduceren en een eigen karakter wilt meegeven, dan is dat gewoon echt te kort. De korte achtbaanrit die de campaign van Call of Duty altijd wel kent, hoeft geen groot probleem te zijn. Het kan juist lekker intens uitpakken, zoals Infinity Ward heel goed voor elkaar kreeg met Modern Warfare. Maar om dan nu dat beperkte aantal uren uit te smeren over een handvol typetjes is vragen om problemen. Problemen als een gebrek aan verbinding met de personages en het verhaal. Inglourious Basterds The Game schreeuwt het haast met het bonte gezelschap soldaten, al is dat niet fair richting de toffe film.
Met de Russische Polina Petrova heeft Sledgehammer geprobeerd om het echt wat anders te maken. Deze sniper moet een soort familiemens zijn, wat resulteert in een tergend trage missie met verplichte momentjes aan tafel met haar vader. Je ziet de V2-regen al van mijlenver aankomen als ze haar ouderlijk huis verlaat. Alles wat daarna een beetje emotie probeert op te wekken, mislukt volledig. Het helpt ook niet dat Sledgehammer Games gewoon slechte keuzes maakt om iets over te brengen. Een heftig moment voor Petrova maak je mee op het moment dat je dertig meter boven de grond staat op de richel van een gebouw. Je ziet amper wat er gebeurt, waardoor de impact van het moment nihil is. Als je vervolgens een kwartier lang anonieme poppetjes omver mag snipen wordt wel duidelijk dat een goed verhaal vertellen niet tot de USP’s van Sledgehammer behoort.
Het gevecht om Midway kent hetzelfde euvel. Op papier is de Slag om Midway echt een indrukwekkende strijd met vliegtuigen, grote schepen en intense actie. De uitwerking is alleen enorm clunky. Je krijgt enorm veel restricties mee, waardoor de ervaring continu om zeep wordt geholpen. Als je ook maar iets te ruim aan het omkeren bent met je vliegtuig krijg je meteen knipperende alarmen in beeld dat je je missie aan het verlaten bent. Je zit echt aan die kleine speelruimte gebonden, wat best gek is voor een ‘vrij’ gevecht in de lucht. Hierdoor zijn ook de paar verplichte dogfight momenten geen intense achtervolging, maar een moment van dom schieten tot je wat hebt geraakt wat toch wel voor je langs komt vliegen.
Een campaign met twee gezichten dus. Tijdens cinematics is er zeker vermaak, maar als het er op aankomt dat je zelf de touwtjes in handen krijgt stort de boel behoorlijk in elkaar. Dat is echt te weinig om van een boeiende -laat staan goede- campaign te kunnen spreken.
Nodeloos complex
Qua multiplayer is het eigenlijk van hetzelfde laken een nazi-kostuum. Ja, maar… De gunplay is an sich dikke prima. Heel erg Call of Duty, dus inmiddels bijna zo springerig als Unreal Tournament in zijn betere tijden. De “maar” zit in het feit dat er nogal wat Duitse haken en ogen zitten aan de mappen en de techniek. De mappen komen grotendeels gewoon niet lekker uit de verf. De meeste mappen bevatten zoveel open vlaktes dat het camp-city is voor alle snipers. Daarbij zijn routes door de mappen vaak nodeloos complex, waardoor de actie zich al snel clustert op een paar extreem drukke punten. Uitzondering op regel is onder andere de map Eagle’s Nest, die een vrij klassieke structuur kent en juist daardoor een stuk fijner speelt. Dat je nu wat kleine destructie kunt toepassen in de map, zoals het kapot schieten van luikjes, haalt in de praktijk weinig uit. Het biedt zelden een heel waardevol vantage point om aan te vallen.
Mocht je geen grote fan zijn van overdreven veel drukte qua spelers in een map (aangenaam, ik ook) dan kent Vanguard een systeem om aan te geven wat je gewenste ‘intensiteit’ is. Combat Pacing zoals de game het noemt. Op die manier kan de matchmaking je helpen bij het vinden van drukke of minder drukke gevechten. Blitz potjes staan voor veel spelers in kleine ruimtes, dus lekker chaotisch knallen. Tactical is juist een rustiger tempo met minder spelers in een map en Assault is de gulden middenweg. Zullen we weer een “ja, maar” er in gooien? Ja op papier is dit een prima idee, maar het werkt gewoon niet. Ik heb de eerste uren multiplayer nog gepoogd om op Assault of Tactical te spelen, maar negen van de tien keer kwam ik gewoon in een Blitz gevecht. Maak er dan geen optie van als je het niet kunt waarmaken!
Qua levelen en techniek achter de multiplayer hoor ik binnen zowel de Gamersnet redactie als online kritische geluiden. Van “het is compleet kapot” tot het iets minder heftige “het werkt niet lekker”. Tijdens mijn uren met de multiplayer van Vanguard had ik er niet al te veel problemen mee. Hooguit werden vrijgespeelde items niet altijd direct herkend of kwam ik een paar keer een crash tegen. Vervelend, maar geen game breaking ellende die paar keer in alle uren. Ik heb meer moeite met de keuzes van Sledgehammer bij wat je vrijspeelt en wanneer. Waarom bewaar je echt toffe perks en field upgrades tot de allerlaatste rangen? Dead Drop is een field upgrade waarmee je je killstreak kunt bewaren mocht je neergepoft worden. Super handig voor als je niet de meest elitaire eSports-prof bent en best snel afgeknald wordt. Met daarbij de goede keerzijde dat jouw maximale killstreak maar één keer in een potje geactiveerd kan worden, zodat het geen totale OP optie is. Maar waarom zit dit dan verstopt onder rang 48? Dit is juist een perfecte optie om de lagere rangen te helpen en leuker te maken, zeker als je fanatiek objective based modi speelt en niet stilletjes in een hoekje tegenstanders probeert om te leggen als ze toevallig langs rennen.
Citizens on Patrol
Positieve noot in de multiplayer is de modus Patrol, die samen met het klassieke Domination tot mijn favorieten is gaan horen. Patrol draait om een bewegende zone die je moet bezetten danwel verdedigen om punten te scoren. Dit maakt een potje extra dynamisch, omdat je nooit de route kunt voorspellen of vaste posities hebt om een zone onder vuur te nemen. De stap van de oppervlakkige deathmatch naar Domination was al een verademing, maar Patrol is net zo goed een fijne aanwinst om de multiplayer onderhoudender te maken. Tijdens die momenten kan je je zeker vermaken.
Zombies
Een sprankje hoop biedt Zombies dit jaar. Sorry Sledgehammer, maar dat is toch wel dankzij Treyarch weer. Het knallen van ondode nazi’s is al meer dan tien jaar regelmatig aanwezig in de franchise en met steeds meer succes. Voor het bizarre verhaal kan je terecht op de officiële website, vol gekke namen van typische, occulte personages en andere fantasy-figuren. Het had zo een nieuwe groep docenten van Zweinstein kunnen zijn. Toch zit Zombies echt vol met lore en diepgang voor de liefhebbers, wat deze horde-achtige spelmodus al jaren veel fans oplevert.
Grote pré van de Zombies modus in Vanguard is dat het geheel een stuk toegankelijker is gemaakt. Ideaal voor nieuwkomers die niet al tientallen uren in Zombies hebben gestoken de afgelopen jaren. Je doelstellingen zijn helder, de plekken waar je kunt upgraden worden prima geïntroduceerd. Niets dan lof, of zullen we nog een keertje? Ja het is toegankelijker, maar de boel is gewoon incompleet. Wat Zombies zo leuk maakte de afgelopen keren is een lading pittige objectives en toffe easter eggs om te ontrafelen. Dat alles schittert momenteel nog door afwezigheid. De focus ligt op een toegankelijke horde-modus, wat toch wel een teleurstelling is voor veel liefhebbers. Al binnen een paar minuten voelt de nieuwe map Der Anfang en de opzet van Zombies als een herhaling van zetten. Treyarch heeft al aangekondigd dat de “ervaring” begin december wordt uitgebreid, en met elk seizoen van de game meer nieuwe content krijgt, maar daar heb je dus nog niets aan. Op dit moment valt gewoon niet te voorspellen hoe boeiend, grappig en onderhoudend Zombies echt zal worden. Een gemiste kans en nogal apart om je fanbase op die manier aan het lijntje te houden.
Conclusie
Call of Duty: Vanguard is als je stoere buurjongen in zijn wagen. Capuchon met harig nep-bontje op, grote spoiler achterop en dikke dubbele uitlaten… onder zijn gifgroene Kia Picanto. Het is het allemaal net niet. De campaign kent een leuk verhaal en unieke personages, maar ze komen totaal niet uit de verf en alle missies barsten van de clichés. Soms wil je in games een tussenfilmpje overslaan om snel de actie in te duiken. In de campaign van Vanguard zou ik het liefst de actie overslaan. Dan doe je toch echt iets serieus niet goed met je game.
De multiplayer heeft eveneens last van het “ja maar” syndroom. De gameplay en gunplay zijn lekker vlot en met de dynamische spelmodus Patrol is er echt wel vermaak te vinden. De techniek laat alleen soms te wensen over. Combat Pacing werkt zelden en veel mappen zijn door hun opbouw gewoon niet tof om te spelen. De Zombies modus past perfect bij het totaalplaatje. Een paar stappen in de goede richting met wat meer toegankelijkheid, maar de unieke kenmerken en diepgang schitteren nog heel veel weken door afwezigheid. Het voelt niet af. Waar andere games uitstel krijgen om echt ‘klaar’ gelanceerd te worden, merk je aan Vanguard dat snelheid boven kwaliteit is gegaan. De deadline stond en het moet gewoon elk jaar gebeuren, ongeacht hoe.
Dit maakt het eindcijfer voor Call of Duty: Vanguard best lastig. Na een avond vol mindere ervaringen vervloek je alles en gun je het spel amper een 4. Als ik later echter merk dat ik toch verrassend veel uren lol heb beleefd met Domination en vooral Patrol kan ik er zeker een ruime voldoende voor overwegen. De waarheid ligt deze keer in het midden, als we eerlijk zijn over de mankementen en het totaalpakket. De meest minimale voldoende, op hoge scholen en universiteiten ook wel de bekende ‘oprotzes’.