Gamersnet.nl

Review: Call of Duty: Infinite Warfare

Hoewel de Call of Duty-franchise ooit werd opgezet door Infinity Ward is deze studio, mede door het vertrek van een aantal kopstukken naar Respawn Entertainment, niet meer dan een radertje in Activisions grote Call of Duty-machine. Waar de studio met Call of Duty 4: Modern Warfare de shooterreeks omturnde tot het commerciële succes dat we nu kennen, wist Infinity Ward na de Modern Warfare-trilogie met Call of Duty: Ghosts geen potten te breken. Door velen wordt dit als een van de meest teleurstellende delen uit de recente Call of Duty-geschiedenis gezien en dus is het niet erg verbazingwekkend dat de Californische studio met Infinite Warfare wat anders probeert.

Call of Duty in hart en nieren

Waar onder andere Call of Duty: Advanced Warfare en Black Ops 3 ons recent al wat van de toekomst lieten proeven, pakt Infinity Ward het met Infinite Warfare nog wat rigoureuzer aan. Voor het eerst in de franchise gaan we namelijk echt de ruimte in en dat pakt uitstekend uit. Hierbij gaat Infinity Ward niet ‘volledig sci-fi’, maar vecht je nog steeds tegen menselijke tegenstanders en hun mechs. Natuurlijk, de omgevingen zijn anders dan gewend in Call of Duty en de diverse planeten weten ondanks de achterhaalde audiovisuele kwaliteiten van de game toch de nodige indruk te maken. Uiteindelijk is Infinite Warfare echter gewoon een Call of Duty in hart en nieren en dus is het wapentuig waarmee je aan de slag gaat in de singleplayer, op bijvoorbeeld de anti-grav-granaat na, ook niet zo heel anders dan normaal.

Het is niet alleen de setting waarmee de Amerikaanse ontwikkelaar eens wat anders probeert, ook de opzet is wat anders. Naast een uitstekende soldaat blijk je namelijk een meer dan verdienstelijk piloot te zijn en dat betekent dat je met enige regelmaat in de Jackal mag plaatsnemen voor wat toffe dogfights in de ruimte. Het zorgt voor de nodige afwisseling en deze ruimtegevechten geven je daarnaast de nodige vrijheid, want je kunt alle kanten op vliegen met je bijzonder wendbare gevechtstoestel. Als je geen genoeg kunt krijgen van de, ietwat herhalende, fragmenten in de zeven verhaalmissies waarin je aan de slag kunt met je ruimteschip, is er daarnaast goed nieuws. Naast de reguliere missies kun je namelijk ook een reeks aan zijmissies spelen en een aantal daarvan is met de Jackal. Hoewel verhalenderwijs weinig interessant, zitten de optionele missies qua gameplay goed in elkaar en voelt het zeker niet aan als een goedkope manier om de speelduur op te krikken.

Meer dan door de setting weet Infinite Warfare door deze afwisseling, de singleplayer interessant te houden en dit wordt geholpen door een relatief simpel verhaal, maar met goed uitgewerkte karakters. Beperkt in manschappen en mogelijkheden probeer je met het ruimtefort Retribution het beste er van te maken en koste wat het kost de Settlement Defense Front (SDF) te stoppen in hun poging om de United Nations Space Alliance om zeep te helpen. Hierbij valt de grote bad guy dan wel weer uit de toon. Hoewel je wel degelijk de dreiging van het SDF aanvoelt, weet Admiral Kotch, gespeeld door Kit Harington (bekend als Jon Snow uit Game of Thrones) geen moment te overtuigen. Aan het einde van de uiteraard bombastische achtbaanrit merk je dat je je aan de rest van je crew, en zeker de op het goede moment komische gevechtsdrone Ethan, bent gaan hechten en dat is bij lang niet iedere Call of Duty gelukt.

Black Ops 3,5

Hoewel het natuurlijk fijn is dat de singleplayer campaign van Infinite Warfare goed in elkaar zit, is die achtbaanrit voor velen niet de reden dat zij ieder jaar trouw de nieuwe Call of Duty in huis halen. Waar Infinity Ward juist door, binnen het gekende Call of Duty-kader, te vernieuwen een sterke singleplayerervaring heeft neergezet, is er van deze avonturiersdrift op het front van de multiplayer weinig over. De meerspelermodus van Infinite Warfare lijkt namelijk wel héél sterk op die van Black Ops 3. Wederom kan er naar hartenlust in het rond gesprongen worden en kan je tegen muren aan rennen en afhankelijk van je specialist – pardon, combat rig – beschik je over een passieve en actieve vaardigheid. Net zoals in de singleplayer geldt dat de wapens, evenals de scorestreaks, soms voorzien zijn van een ruimtetintje, maar uiteindelijk weinig anders doen dan gewend.

Toch zijn er wel wat kleine sprankjes van nieuwigheid, bijvoorbeeld in de vorm van Defender en Frontline. Defender doet wat denken aan het in Advanced Warfare geïntroduceerde Uplink, al hoef je als team nu enkel de Drone in bezit te hebben en niet te scoren om punten te verzamelen. Frontline is vrijwel identiek aan Team Deathmatch, al beschikt nu ieder team over een eigen basis waar je spawnt. Het maken van een kill vanuit je basis levert je team één punt op, terwijl kills buiten deze zone voor dubbele punten zorgen. Het hebben van een eigen basis, en geen constant verschuivend front, biedt de uiterst hectische natuur van de multiplayer, met de zeer lage time-to-kill, boosts en het wallrunnen, een vorm van vastigheid. Terwijl Frontline in beginsel dus weinig interessant klinkt, blijkt het een uitstekende modus om in te beginnen en de maps te leren kennen voordat je je onderdompelt in de hectiek die de vertrouwde modi als Hardpoint, Kill Confirmed en ook Domination bieden. Hoewel Infinity Ward het geprobeerd heeft, zijn het, zoals eigenlijk ieder jaar, toch ook de vertrouwde spelmodi waar de multiplayer het uiteindelijk van moet hebben.

Daarnaast kunnen de supply drops in Infinite Warfare niet onbesproken blijven. Met deze kistjes kun je namelijk speciale versies van reguliere wapens verkrijgen. Bij de NV4 (het machinegeweer waarmee je start) betekent dit dat je bij de ‘common’-editie extra ammo krijgt, terwijl je uiteindelijk bij de meest zeldzame versie van de NV4 over een oneindige damage range en een vastere hand bij mikken door aiming-down-sights beschikt. Kortom, voordelen die je daadwerkelijk de overhand kunnen geven. Zo’n wapen kun je op verschillende manieren verkrijgen, maar als je je portemonnee niet wilt trekken, vergt dit of heel veel geluk of heel veel tijd.

Door genoeg potjes te spelen kun je namelijk supply drops openen. Hierbij ben je op de goden aangewezen, want naast die betere wapens kunnen er ook talloze wapenskins, emblems en dergelijken uit verschijnen. De kans dat je daadwerkelijk een voor jou nuttig wapen krijgt, is dus miniem. Daarom kan je middels salvage, wat je spelenderwijs verdient en ook uit supply drops kunt krijgen, het wapen van jouw dromen aanschaffen. Als je echter het zeldzaamste exemplaar van een wapen wilt aanschaffen, moet je echter eerst de voorgaande varianten kopen. Kortom, het hele systeem zit zo in elkaar dat je wel heel veel speeluren nodig hebt om zo’n fijn wapen te bemachtigen. Natuurlijk is er altijd nog een andere manier en dat is het trekken van de portemonnee, want ‘gelukkig’ is Infinity Ward zo sympathiek geweest om ervoor te zorgen je de zeldzame wapens ook middels microtransacties aan kunt schaffen.

Trendvolger

De multiplayer van Infinite Warfare maakt al pijnlijk duidelijk dat Infinity Ward niet langer een trendsetter, maar trendvolger is in de Call of Duty-franchise, en dat geldt eigenlijk ook voor die derde modus. Waar Treyarch en Infinity Ward ten tijde van de Modern Warfare-trilogie met de zombiemodus en Spec Ops ieder hun eigen kindje hadden, is het nu enkel zombies dat de klok slaat en dat zorgt ervoor dat de nu drie Call of Duty-ontwikkelaars nog minder hun eigen stempel op hun games kunnen drukken. Dit doet overigens vrij weinig af aan ‘Zombies in Spaceland‘ wat Infinity Ward heeft de zombiemodus uitstekend geïmplementeerd in de nieuwste Call of Duty-iteratie. Ditmaal kan er op zombies geknald worden in een pretpark in jaren ’80-stijl en deze setting pakt prima uit. Uiteraard kan je naast het domweg neerschieten van zombies ook weer de nodige diepgang, en humor, in Zombies in Spaceland vinden, want zoals gebruikelijk kan je met genoeg geld toegang krijgen tot nieuwe gebieden waar je onder andere nieuwe wapens kunt vinden. Wat start met het aanzetten van de stroom zorgt uiteindelijk voor een ontdekkingstocht door een pretpark waarin diverse attracties, na wat moeite, uiterst praktisch blijken te zijn in je nimmer stoppende strijd tegen zombies.

Conclusie

Het is ironisch. Waar Infinity Ward enerzijds een stap vooruit in de Call of Duty-serie door voor het eerst een volledig ruimteavontuur neer te zetten, durft de ontwikkelaar op andere fronten nauwelijks de gebaande paden te verlaten. Het zorgt voor een uiterst sfeervolle en vermakelijke singleplayer, terwijl die lijn bepaald niet doorgezet wordt in de multiplayer. Die doet namelijk wel heel weinig anders dan Black Ops 3 deed. Hoewel alles een ‘ruimtetintje’ heeft gekregen voelt het met de door combat rigs vervangen specialists en de focus op wallrunnen en boosts wel heel vertrouwd aan. Misschien is het een kwestie van tijd, maar de maps in Infinite Warfare doen niet zo iconisch aan als die in sommige eerdere Call of Duty-delen en voelen zonder de sfeer van de singleplayer bij tijd en wijlen zelfs wat ongeïnspireerd aan. Als je simpelweg op zoek bent naar een nieuwe Call of Duty, dan zal Infinite Warfare je echter ongetwijfeld kunnen bekoren. Indien je echter ook openstaat voor schietspellen buiten dit strakke keurlijf, dan doe je er goed aan om ook de andere shooters die dit najaar zijn verschenen te overwegen…