Gamersnet.nl

Review: Assassin’s Creed III

Een wijs man sprak ooit: als je ergens niets van verwacht, kan het nooit tegenvallen. Een waarheid als een koe, die helaas ook omgekeerd geldt. De verwachtingen van Assassin’s Creed III zijn extreem hooggespannen (het is de game bij uitstek waar bezoekers van GamersNET het meest naar uitkijken) en dus kan het spel eigenlijk alleen nog maar tegenvallen. Of heeft Ubisoft Montreal het nagenoeg onmogelijke gedaan?

Vive la Révolution!

In de beelden van Assassin’s Creed III die Ubisoft ons de afgelopen maanden heeft voorgeschoteld, nam Connor altijd een centrale rol in. Dat maakt het dan ook des te opvallender dat deze heldhaftige half-indiaan de eerste twee uur geen seconde in beeld is! Tijdens de eerste “sequences” (hoofdstukken) zul je vrijwel geen actie zien en enkel genieten van de avonturen van Haytham Kenway, een man wiens rol in het verhaal pas later duidelijk wordt. Assassin’s Creed III kent dus een heerlijk rustig en perfect georkestreerd begin, dat uiteindelijk resoneert in een spectaculaire climax. Want Connor zal tijdens zijn tienerjaren een ontdekking doen die zijn leven voorgoed zal veranderen.

Wanneer je Connor voor het eerst onder de knoppen krijgt, is het een klein ventje dat in de bossen met zijn vriendjes verstoppertje speelt. De kinderen vermaken zich kostelijk, maar besluiten na verloop van tijd terug te keren naar hun dorp. Wat zij daar aantreffen, tekent ze voor de rest van hun leven. Connors geliefde dorp is geplunderd door de Engelsen en compleet met de grond gelijk gemaakt. Wanneer Connor uiteindelijk noodgedwongen zijn brandende dorp moet verlaten, is hij belust op rechtvaardigheid. Omdat hij merkt dat het een onbegonnen zaak is om de wereld in zijn eentje te verbeteren, sluit hij zich aan bij de Assassins. Niet alleen om de moord op zijn dorpelingen te wreken, maar vooral in het belang van heel Amerika.

Wanneer je Connor voor het laatst in de game ziet, is hij dertig jaar ouder. Je beleeft dus een groot deel van zijn leven en dat zorgt ervoor dat je een onbeschrijflijke band vormt met de sympathieke half-indiaan. Het is fantastisch om te zien hoe een klein en onschuldig jongetje uitgroeit tot één van de belangrijkste Assassins in de geschiedenis. En doordat Connor duidelijke idealen heeft en zich sympathiek opstelt tegenover de rest van de wereld (twee eigenschappen waar Ezio nogal eens een gebrek aan had), is het bijna onmogelijk om niet van Connor te gaan houden.

Het overgrote deel van de game heb je Connor onder de knoppen, maar de overkoepelende verhaallijn die de Assassin’s Creed-games met elkaar verbindt, namelijk die van Desmond, is uiteraard ook weer aanwezig. Daarom zul je regelmatig in de huid van Desmond kruipen, wiens taak het is om ervoor te zorgen dat de wereld niet eindigt op 21 december. Helaas voegen deze missies op het gebied van gameplay niet bijster veel toe. Zonder te spoilen kan ik alvast verklappen dat de Desmond-missies over het algemeen nogal saai zijn en je enkel uit de pace van het verhaal halen. Zonde, want Ubisoft had hier zoveel meer mee kunnen doen – bijvoorbeeld door uitdagende puzzelelementen toe te voegen.

Nieuw speelgoed!

Het verhaal van Connor speelt zich af in de achttiende eeuw, bijna 350 jaar nadat Ezio zijn laatste adem uitblies. Tijdens die periode heeft de wereld niet stilgestaan en dus beschikt Connor over allerhande wapentuig waar zijn voorgangers enkel van konden dromen. Zo doet het musket zijn intrede, een geweer dat niet alleen handig is om vijanden van dichtbij neer te steken, maar ook om ze van veraf op de korrel te nemen. Let wel: wapens stonden ten tijde van de Amerikaanse Revolutie nog in de kinderschoenen, dus na het afvuren van een kogel zul je vijf tot tien seconden bezig zijn met herladen. Schieten met uiterste precisie is dus een vereiste.

Een andere opvallende nieuwkomer is het touwspeer. Deze ijzeren ketting komt in de meest uiteenlopende situaties van pas. Achtervolg je een vijand of is hij van plan om op jou te schieten, dan kun je hem op lange afstand uit balans trekken met je touwspeer. Of, nog vetter: zit je hoog in een boom en bevindt je doelwit zich onder je, werp de ketting dan om zijn nek, trek deze omhoog en zie hoe de arme ziel al spartelend en gorgelend aan zijn einde komt. En ja, dat ziet er net zo awesome uit als het klinkt.

Het grootste nieuwe “wapen” van Connor is zonder meer zijn schip. Assassin’s Creed III bevat zo’n tweeënhalf uur aan zogenaamde Naval Battles. Hierin ben jij de kapitein van een gigantisch schip dat je heelhuids door de meest epische zeeslagen dient te loodsen. Dit doe je niet alleen door het bakbeest veilig over de woeste golven te sturen, maar ook door je bemanning de juiste commando’s te geven. Je begint met enkele kanonnen en een slechte bepantsering, maar door genoeg geld te sparen kun je upgrades kopen die jouw schip veranderen in een varende moordmachine. De Naval Battles zijn verrassend vermakelijk en vormen bijna een aparte game op zich.

Van eikenhout tot gouden munten

Je nieuwe wapens komen niet alleen van pas in de strijd tegen je vijanden: ook dieren zijn dit keer niet veilig voor Connor. Jagen neemt in Assassin’s Creed III namelijk een centrale plaats in. In de Amerikaanse bossen huppelen de meest uiteenlopende diersoorten rond, van schattige konijntjes en wasberen tot afschrikwekkende beren en poema’s. Wanneer Connor een dier doodt, dient hij het wel van zijn huid en vlees te ontdoen: echte Assassins doden namelijk niet voor de lol, maar uit pure noodzaak. Kies je ervoor om wel veelvuldig zonder goede reden dieren te doden, dan zal een vertegenwoordiger van de plaatselijke jachtclub vragen of jij je bij hen wil aansluiten.

Wanneer je merkt dat je inventaris overvol raakt door alle dierenhuiden, materialen en grondstoffen, kun je feitelijk twee dingen doen. Ten eerste is er de mogelijkheid om de spullen te verkopen: dit kan niet alleen in de stad, maar ook vanuit je eigen basis. Vanaf daar kun je een koopman op pad sturen, die met zijn konvooi naar de stad afreist om de spullen te verkopen. Maar Assassin’s Creed zou Assassin’s Creed niet zijn als ook hierbij een licht strategisch element om de hoek komt kijken. Zo dien je de juiste koopman op pad te sturen; de één rekent bijvoorbeeld een hogere provisie dan de ander. Bovendien is het zaak om eventuele gevaren in te calculeren. Stuur je een amper geüpgradede koets op pad met peperdure huiden, dan vraag je immers om ongelukken…

Heb je genoeg geld op zak, wil je juist meer centen verdienen of jeuken je handen om aan de slag te gaan met nieuwe wapens, dan kun je er ook voor kiezen om de door jou verzamelde grondstoffen te laten bewerken door je ambachtslieden. In de zogenaamde burgermissies – die regelmatig op je map verschijnen – is het zaak om een burger in nood te helpen. Dit systeem doet aanvankelijk denken aan het Brotherhood-mechanisme uit de vorige twee delen (dat overigens nog steeds aanwezig is), ware het niet dat dit veel diepgaander is. Burgers kunnen namelijk de meest uiteenlopende taken vervullen – de één garandeert als boer de voedselvoorzieningen van het dorp, terwijl de ander timmerman in hart en nieren is. Zo vervult ieder zijn eigen specialiteit en ontvang je de meest uiteenlopende grondstoffen. De houthakker verzamelt een stapel eikenhout voor jou, dat je vervolgens door de timmerman kan laten omzetten in een houten vat. Tot slot stuur je de koopman op pad met dit vat en hij verkoopt het voor een aardig bedrag. Simpel, doch geniaal.

De eerdergenoemde dorpsmissies zijn een vloek en een zegen tegelijk. De missies zelf zijn over het algemeen namelijk nogal saai. Als je geluk hebt mag je een groepje vijanden uitschakelen of een beer doodmaken, maar regelmatig krijg je opdrachten van het kaliber “zoek een cadeau voor een smoorverliefde burger”, “help een koppel met trouwen” of “pluk bloemen voor een jongedame”. Je vraagt je af waarom jij je, als Assassin wiens taak het is om de wereld te redden van kwaadaardige Engelsen en Tempeliers, verveeld wordt met dergelijke bezigheidstherapie. Maar het resultaat is het allemaal waard! Doordat steeds meer mensen hun diensten verrichten op Connors land zie je jouw dorp steeds verder groeien. Het is een fantastisch gevoel om uiteindelijk vanuit een hoge boom neer te kijken op jouw dorp, waar druk gewerkt, gekletst en gespeeld wordt.

Menselijk schild

Het is algemeen bekend dat de Assassin’s Creed-games het leukste en meest uitdagend zijn wanneer je kiest voor een stealth-aanpak. Je wordt weliswaar slechts zelden verplicht om een missie stilletjes en geruisloos te voltooien, maar de optie is er vrijwel altijd. Dat neemt niet weg dat vechten een grote rol speelt en op dat vlak heeft Ubisoft enkele welkome verbeteringen doorgevoerd. Want hoe vermakelijk het vechten in de vorige Assassin’s Creed-titels ook was, het was wel erg makkelijk. Het enige wat je hoefde te doen was de rechtertrigger ingedrukt houden en, wanneer je aangevallen werd, op de aanvalsknop drukken. Door vervolgens ritmisch op deze toets te blijven rammen schudde je binnen de kortste keren de meest indrukwekkende killstreaks uit je mouw, terwijl je vijanden als slachtvee toekeken hoe hun maatjes één voor één uitgeschakeld werden.

Het vechtsysteem uit Assassin’s Creed III daarentegen is een stuk uitdagender. Zodra een vijand de aanval inzet dien je deze eerst te ontwijken, waarna je vervolgens een tegenaanval kunt uitvoeren. Je opponenten zijn echter een stuk taaier dan voorheen en dus is de kans klein dat je deze bij een tegenaanval onmiddellijk doodt, waardoor het veel moeilijker is om killstreaks aan elkaar te rijgen. Bovendien bestaat de kans dat, wanneer jij de ene belager aanvalt, zijn vriendje besluit om jou een kopje kleiner te maken – ofwel met zijn steekwapen van dichtbij, ofwel met zijn geweer van lange afstand. Dan dien je vliegensvlug te anticiperen op de situatie, bijvoorbeeld door snel een tegenstander als menselijk schild te gebruiken. Dit maakt de gevechten stukken dynamischer, uitdagender en uiteindelijk ook bevredigender.

Beeldschoon

Assassin’s Creed III draait op een volledig nieuwe engine en dat is te merken. Want dames en heren, wat ziet deze game er verbluffend goed uit! Zodra je je eerste sprintje met Desmond trekt valt meteen op hoe vloeiend de verschillende animaties in elkaar overlopen en hoe realistisch ze ogen. Het tussenfilmpje dat kort daarop volgt toont de geweldige gezichtsanimaties, die dit keer middels volledige motion capturing zijn opgenomen. Wanneer je uiteindelijk je eerste stappen zet in Boston, komt de AnvilNext-engine pas echt volledig tot zijn recht. De stad in Assassin’s Creed III leeft als nooit tevoren en dat resulteert vanaf de eerste minuut in een orgie van sfeer. Iedere burger leidt een eigen leven: een man is druk aan het zagen om op die manier brood op te plank te krijgen, kinderen rennen luid joelend door de mensenmassa heen en twee soldaten zijn verwikkeld in een hevige discussie. Al snel valt mijn oog op een vrouw die al zwetend en strompelend probeert een kist tomaten te tillen. Wanneer ze de kist vervolgens laat vallen en alle tomaten over de grond rollen, ziet een dief zijn kans schoon. Dit soort willekeurige gebeurtenissen zijn aan de orde van de dag in Assassin’s Creed III en het zorgt ervoor dat de stad levendiger is dan ooit tevoren. Deze prachtige wereld wordt bovendien vergezeld door schitterende muziek – het is verdorie alsof God zijn viool bespeelt! Dit maakt Assassin’s Creed III een prachtig schouwspel voor zowel het oog als het oor. Zien is in dit geval echt geloven.

Echter, het probleem met een wonderschoon mooie vrouw is dat kleine schoonheidsfoutjes – zoals een pukkeltje op de neus of een litteken op de wang – ineens extra opvallen. Hetzelfde geldt voor Assassin’s Creed III. Dat realiseer ik me ten volle en daarom reken ik de game ook niet af op dit soort foutjes (zoals de onvermijdelijke pop-up in een grootse en schitterende wereld als deze). Maar Assassin’s Creed III gaat wel erg ver. Zo barst de game van de slordigheidsfoutjes: tijdens het paardrijden wappert je cape constant in de rug van je trouwe viervoeter, wanneer burgers op straat met elkaar vechten slaan ze niet op elkaar maar door elkaar heen, dieren blijven soms vastzitten in bomen… Daarnaast laat ook de AI van je vijanden het regelmatig afweten, waardoor ze bijvoorbeeld bij een botsing stompzinnig tegen elkaar aan blijven lopen, of plotseling stoppen met hun vaste patrouilleroute waardoor het voor jou onmogelijk is om ongezien te blijven. Wat extra poetswerk had Assassin’s Creed III zeker geen kwaad gedaan, maar aan de andere kant is de game ruim tweeënhalf jaar in ontwikkeling geweest. Waren drie omgevingen van een dergelijk kaliber dan toch iets te ambitieus voor Ubisoft Montreal? Of kunnen we – wat ik eerlijk gezegd wel verwacht – nog een patch verwachten?

Conclusie

Met een gevoel van opluchting kan ik de vraag uit de inleiding met een volmondig “ja” beantwoorden: Assassin’s Creed III overtreft alle verwachtingen. De game kent een heerlijk rustig begin waarin we kennismaken met Haytham Kenway, maar dit is slechts een voorproefje van alle epische momenten die je later nog gaat beleven. Assassin’s Creed III laat zich dan ook het beste vergelijken met een chocolade toffee: het chocoladelaagje eromheen is heerlijk, maar zodra je bij de karamelkern komt is het pas echt genieten. Iedere gamer verdient het om dit avontuur mee te maken, want Assassin’s Creed III is niet minder dan een meesterwerk.