Diablo, één van de meest geliefde RPG’s van vroeger, wist met behulp van het concept “easy to learn, hard to master” veel gamers aan hun PC gekluisterd te houden. Nu, twaalf jaar na het tweede deel, kunnen we eindelijk aan de slag met Diablo III. Weet Blizzard’s titel haar naam hoog te houden? Ik kon niet wachten om erachter te komen.
Oud en nieuw
Diablo III speelt precies zoals haar twee voorgangers; je kiest een klasse voor jouw personage, (Barbarian, Demon Hunter, Wizard, Witch Doctor of een Monk) waarna het avontuur begint. Het spel speelt met een top-down perspectief, een typisch kenmerk van de serie. Je begeleidt jouw held door de duistere wereld van Diablo III, al hakkend en schietend door de hordes monsters die de duivelse heersers op jou afsturen. Diablo is weer terug zoals we dit kennen.
Maar toch is er een hoop veranderd. Zo zijn de klassen elk zeer divers en nodigen zij uit om een bepaalde situatie ieder keer compleet anders aan te pakken. Neem bijvoorbeeld de Demon Hunter, een klasse die het meest doet denken aan de Rogue uit Diablo II. De Demon Hunter kent geen Mana Pool, maar wel een Hatred/Discipline Pool, waarmee je zowel offensieve als defensieve vaardigheden kan gebruiken. Je kunt snel pijlen afvuren, maar je bent de pineut als je in een close-quarters gevecht terecht komt. Dit is een enkel voorbeeld, maar elke klasse kent zo haar goede en slechte punten, waardoor elke playthrough met een andere klasse anders zal zijn.
Verslavend
Tot zo ver de verschillende klassen. Diablo III draait, net zoals deel één en twee, om maar één doel; het vergaren van loot! Iedereen wil natuurlijk een mooi setje bij elkaar hebben verzameld om je vrienden hiermee jaloers te maken. Tijdens de vele quests die de game telt zul je duizenden stukken armor en wapens vinden, waarvan jij weer een mooi setje kunt maken. Het is een verslavend proces, want ook ik kwam er niet onderuit; mijn Demon Hunter moest en zou er shady en gemeen uit komen te zien, koste wat kost!
Uiteraard beschikt de game ook over een storyline, één die het verhaal van de wederopstand van de Duivelse heerser en zijn volgers vertelt. Jij bent een nobody, die plots vooraan in de strijd komt te staan tegen Diablo. Maar voordat je hier terecht komt zul je eerst zijn volgers moeten verslaan. Kijk niet gek op als je plots tegen een enorme slager moet vechten, want de game zit vol met gestoorde monsters. Hierbij hoort uiteraard ook een dosis flinke gore; onthoofdingen, het uithollen van een lijk om te kijken of er goudstukken in zitten, een kijkje nemen in een martelkamer, Satanische rituelen bijwonen; het kan allemaal en niets wordt aan de verbeelding overgelaten.
Daarnaast is elke kerker anders dankzij een grid systeem. Telkens zullen de vele dungeons willekeurig gegenereerd worden, waardoor je in principe nooit het gevoel krijgt hetzelfde te doen. De enorme wereld nodigt immers spelers uit om meer te ontdekken, iets wat nu mogelijk is dankzij dit systeem.
De technische puntjes
De grafische stijl van Diablo III doet erg denken aan Blizzard’s MMORPG, World of Warcraft. Nu vraagt menig PC-gamer zich natuurlijk af of hij/zij de game wel kan draaien op haar systeem, maar ook hier blinkt de game weer uit. De titel heeft namelijk erg lage systeemeisen, waardoor ook eigenaren van een wat ouder systeem voluit kunnen genieten van de game.
De game, net zoals zijn voorgangers, is te spelen met maximaal drie andere spelers. Hierbij wordt een drop-in-drop-out concept gehanteerd; je kunt een game met gemak induiken en ook weer verlaten. Maar wie denkt dat de game makkelijker wordt als je met vier man aan het spelen bent komt zichzelf al snel tegen, want Diablo III zal de vijanden en locaties aanpassen aan de hoeveelheid spelers in een match. Hierdoor word je alsnog gedwongen om jouw klasse ten volle te benutten en zal je zelden overleven door als een Rambo te spelen.
Deze balans vloeit door de gehele game. Zo zijn de minpunten van de vorige game serieus genomen en zijn deze uitgewerkt in dit derde deel. Denk aan Diablo II: jij speelt met een maat en vindt een zeldzaam voorwerp. Voordat jij de kans krijgt om deze op te pakken gapt jouw maat het voorwerp voor je neus weg. In Diablo III kan dit niet meer; loot is client-side en kan dus niet “gestolen” worden.
Maar er is echter één ding wat ik niet begrijp. Een game als deze speelt heerlijk weg in je eentje, maar toch dien je ten alle tijden online te zijn. Hierdoor kun je tijdens een downtime van de servers niet verder gaan met je spel, terwijl Diablo III geen enorme MMORPG is waar veel online aan gewerkt moet worden. Jammer is het zeker, maar een heel groot punt is het niet.
Conclusie
Met Diablo III heeft Blizzard de Diablo franchise nieuw leven ingeblazen. Twaalf jaar is een flinke tijd om een game te maken, maar dankzij deze lange periode heeft de ontwikkelaar dan ook de tijd gehad die hij nodig had voor een titel als deze. De minpuntjes uit de vorige delen zijn aangepast en zorgen samen voor een gebalanceerde titel.
Daarnaast nodigen de verschillende klassen en de dynamische wereld spelers uit om de game steeds vanuit een andere hoek te bekijken en te ontdekken. Diablo III mag hierdoor bijna de perfecte game in de franchise genoemd worden, maar het “always online” beleid weerhoudt spelers ervan om in hun eentje te genieten van de game (zonder overlast van vrienden en buitenstaanders), iets wat mij ervan weerhield om volledig in de wereld op te gaan.