Van de hedendaagse oorlogsvoering ut Modern Warfare hoppen we naar de Tweede Wereldoorlog in de Pacific van World at War. De één vindt dit misschien een stap terug, de ander is benieuwd naar dit ‘nieuwe’ deel van WOII. Wat wel zeker is, is dat Call of Duty: World at War een dijk van een game is.
Hypothetische verklaring
Zoals waarschijnlijk wel bekend is, wordt de Call of Duty-serie niet door één ontwikkelaar gemaakt. Dit in tegenstelling tot games als Halo en Grand Theft Auto, aangezien zowel Infinity Ward als Treyarch nieuwe games van deze serie afleveren. Een topgame maak je niet binnen twaalf maanden en dat weet Activision ook. Daarom werken beide developers twee jaar aan een nieuw Call of Duty-deel en worden deze om beurten gereleased, zodat we toch elk najaar nieuw schietvoer voorgeschoteld krijgen.
Ik denk dan ook dat dat de reden is dat Call of Duty: World at War, het vijfde deel in de serie, zich nog tijdens de Tweede Wereldoorlog afspeelt. Het spel is immers al in ontwikkeling sinds begin 2007, toen het vierde deel nog lang niet in de winkels lag en nog niet was gebleken dat een Call of Duty in een hedendaagse setting heerlijk werkt. Toen dat eenmaal aan het licht kwam, was de ontwikkeling van World at War al in een dermate vergevorderd stadium dat het roer omgooien niet meer mogelijk was.
Tot zover deze hypothetische verklaring over het hoe en waarom van de setting. Er zijn nog genoeg gamers die met regelmaat Tweede Wereldoorlog-shooters spelen en als minpunt mag het in dit geval zeker niet genoemd worden. Het is niet helemaal waar dat de oorlog tegen de Japanners compleet nieuw is en daarnaast zijn er ook missies die zich gewoon weer op ‘traditionele’ Call of Duty-locaties afspelen, zoals Moskou en Berlijn. Daarnaast wordt wederom de vertrouwde Call of Duty-manier toegepast om het verhaal te vertellen, dus vanuit meerdere oogpunten van verschillende soldaten. Dit zorgt weer voor een hoop variatie in missies, aangezien je met steeds andere soldaten met andere specialismen speelt. Vergelijk het met het vierde deel, waarin je achtereenvolgens speelde in open bossen, stoffige straatjes, achter het kanon van een helikopter en volledig gecamoufleerd in je Ghillie Suit. Veel van deze momenten herleven in World at War, waarbij je met een lijf vol adrenaline de infanteriemissies speelt en met het zweet op je ruggengraat de sniperlevels afwerkt.
Lafhartige doorzetters
Het is wel zo dat schieten tegen Japanners daadwerkelijk andere gameplay met zich meebrengt. Wij, als Westerlingen, zijn maar een stel slappe watjes die de handdoek al in de ring gooien wanneer het heel even tegen zit. Nee, dan die lui uit het Land van de Rijzende Zon. ‘Opgeven’ komt niet in hun woordenboek voor en dat uit zich in talloze kamikaze-acties waardoor je hart twee tellen overslaat.
Laf zijn ze dan weer wel, gezien de vele hinderlagen. “Ambush! Ambush!” klinkt het meermaals tijdens het spelen van Call of Duty: World at War. Japanners in de bomen, Japanners in het water, Japanners in het gras en Japanners in de bosjes. Zie op zo’n moment maar eens het hoofd koel te houden, maar gelukkig heeft Treyarch je voorzien van een bajonet. Deze zul je dan ook stevig aan je geweer vastpinnen om snel een doodssteek uit te kunnen delen tijdens hectische momenten.
Natuurlijk komt dit in beeld met de nodige blood and gore en World at War is dan ook de eerste Call of Duty-game die een 18+ rating opgeplakt heeft gekregen. Sowieso zijn een aantal stukken behoorlijk confronterend, met een scène waarin jij dood ligt te bloeden als het summum. Gieren vreten van de lijken van je medesoldaten en degenen die nog leven krijgen zonder pardon een vuurpeloton over zich heen. Misschien niet geschikt voor iedereen, maar het levert zeker zijn bijdrage aan de levendige manier waarop dit lugubere, minder bekende, deel van de oorlog zich afspeelde.
Coöperatief
Mocht je te bang zijn om dit alles in je eentje te kunnen doorstaan, dan komt World at War je tegemoet middels een coöperatieve modus. Deze is nieuw en werkt heerlijk. De beste mogelijkheid is om deze te spelen via internet, zodat je kunt genieten van je volledige beeldschermgrootte. Deel je het scherm, dan zie je vrij weinig, omdat men aan een 4:3-beeldratio vasthoudt, zodat grote stukken van je scherm ongebruikt zijn en je heel erg moet turen.
Het grootste pluspunt van de coöperatieve modus is het competitieve systeem dat Treyarch heeft geïmplementeerd. Per kill krijg je punten, waarbij de wijze waarop je dit doet ook meetelt. In principe werkt het hetzelfde als het vergaren van experience in de multiplayermodus, maar voor headshots of lastige schoten van afstand krijg je significant meer krediet. Aan het einde van de rit wordt getoond wie de meeste punten heeft en zo blijf je tijdens deze co-op potjes je best doen. Je wilt immers niet het kneusje van het team zijn en hierdoor zijn spelers die er maar wat achter aan hobbelen en niet actief meedoen passé. Gelukkig wordt ook samenwerking een beetje gestimuleerd, door spelers te belonen die gewonde medesoldaten healen.
Multiplayer
Het sterkste punt van Modern Warfare was zonder twijfel de multiplayer. Het systeem waarbij je per potje en vermoorde tegenstander ervaringspunten opdeed, die je hielpen om hogere levels en bijbehorende wapens en perks te bereiken, was zeer slim bedacht en ongelooflijk verslavend. World at War bouwt verder op dit principe maar verandert natuurlijk wel het één en ander om het in de setting te laten passen. Verwacht dus een serie nieuwe perks, zoals de mogelijkheid een bajonet op je geweer te zetten of, zoals een echte Jap betaamd, in een boom te klimmen of spelen alsof je dood bent, om vervolgens verrassend toe te slaan.
Zoals gezegd kan het feit dat World at War een Tweede Wereldoorlog-shooter is niet als een minpunt worden opgevat, omdat dit een kwestie van smaak is en smaken verschillen. De enige concrete stap achteruit ten opzichte van Modern Warfare is het feit dat de wapens van zestig jaar geleden simpelweg minder geavanceerd zijn die van dan vandaag de dag. Schieten is dus minder accuraat en met name het herladen gaat een stuk trager. Hierdoor wordt het algehele tempo wat omlaag gehaald en dat is met name in de multiplayer goed merkbaar. Zelf ervoer ik echter dat dit vooral een kwestie van wennen was.
Conclusie
Hoewel ik het niet had verwacht, is Treyarch er in geslaagd om met Call of Duty: World at War de kwaliteit van Modern Warfare dicht te benaderen. De singleplayer is door de geniepige Japanners, confronterende momenten en grote variëteit misschien nog wel iets beter dan die van het vorige deel. De coöperatieve modus kan ook als een heel groot pluspunt gezien worden, zeker door het leuke systeem, wat een onderlinge competitie uitlokt. Minder is wel de manier waarop het scherm gedeeld wordt in split-screen, maar co-op over internet speelt heerlijk. Op het gebied van multiplayer is World at War redelijk conservatief. Het level-systeem is behouden en opgerekt tot vijfenzestig in plaats van vijfenvijftig levels, zodat je nog langer bezig bent om het ultieme wapen, de vlammenwerper, te unlocken.
Call of Duty: World at War kan gezien worden als deel vier in een Tweede Wereldoorlogs-jasje. Kwalitatief gezien doen ze weinig voor elkaar onder en dat is natuurlijk een heel goed punt, aangezien Treyarch niet eerder in staat was een dergelijke topper af te leveren. Of jij World at War beter gaat vinden dan Modern Warfare, dat is een kwestie van smaak. Ben jij nog niet uitgekeken op de Tweede Wereldoorlog of stel jij kwaliteit boven persoonlijke voorkeur, dan kun je hier zeker geen miskoop aan beleven.