De automobiel, voor sommigen is het louter een manier om van A naar B te geraken, voor anderen praktisch een door mensenhanden gecreëerde godheid. De autosport is voor hen een religie op zich. Wie kwaad spreekt over ‘de heilige koe’ is niets meer dan een blasfemist. De auto is heilig, een onberispelijk geschenk van boven welke nimmer in een kwaad daglicht mag worden gesteld.
De Japanner Kazunori Yamauchi is een devoot aanhanger van deze religie. Sinds 1997 brengt hij een eerbetoon aan zijn goden met de Gran Turismo serie. Anno 2022 verrijst dankzij hem de Zevende Zoon, welke de naam Gran Turismo 7 baart. Bijgestaan door een nieuwe generatie aan hardware is het Yamauchi’s taak om het geloof van de oudgedienden te verstevigen en zelfs nieuwe aanwas te bekeren. Maar zoals met veel religies blijft Gran Turismo vasthouden aan de oude wegen en is het voorzichtig met het tornen eraan.
In den beginne…
1997, Ik weet nog goed hoe het voor mij allemaal begon. Gran Turismo was een gave gods, een game waar elke autoliefhebber alleen maar van kon dromen. Een ‘real driving simulator’, aldus Polyphony, voor zover dat destijds kon natuurlijk. Het was voor sommigen dé manier om geïntroduceerd te worden met meer auto’s dan slechts die rammelende Volvo V40 van je pa.
Ik had in 1997 nog nooit gehoord van een Mazda Demio, laat staan erin gereden. Maar Gran Turismo gaf me de mogelijkheid daartoe. Uiteraard, met je controller in je knuisten kon je niet spreken van ‘rijden in een Mazda Demio’, maar Gran Turismo gaf je toch het gevoel dat het je ging onderrichten in de wereld van de autosport. Het maakte totale autoverzamelaars van jonge knullen zoals ik.
Met elk deel werden de modellen alleen maar mooier. Terwijl de auto-industrie zich begon toe te spitsen op minder hoeken en meer ronde vormen, deed Gran Turismo dat ook. Nog meer polygonen zorgden voor een nog realistischere weergave van je favoriete vehikels. En aan dat stramien is met Gran Turismo 7 absoluut geen einde gekomen. Ik zou liegen als ik zou beweren dat Gran Turismo 7 de lat op grafisch gebied niet weer een stukje hoger heeft gelegd.
Immaculate grafische glorie
Nu is het zo dat we al enkele jaren niet meer van doen hebben met low-poly modellen op een CRT beeldbuis, maar Gran Turismo 7 verdient het anno 2022 nog steeds om tot één van de mooiste racing games gekroond te worden. het representeren van pure schoonheid binnen de autobranche is altijd een flink onderdeel van de serie geweest. Ik krijg altijd het gevoel dat er bij Polyphony zo veel aandacht aan het modelleren van auto’s wordt geschonken dat een inconsistentie of smet tonen bijna als een strafbaar feit wordt bezien.
Dat gevoel is in de afgelopen 25 jaar in stand gehouden door het gebrek aan een schademodel binnen Gran Turismo. Het is alsof het weergeven van een auto met uiterlijke imperfecties gelijk staat aan heiligschennis. Dat Polyphony daar in 1997 nog niet de middelen toe had is nog begrijpelijk. Maar Gran Turismo is in 25 jaar nooit verder geraakt dan ‘een krasje hier en daar’. En hoewel Yamauchi heeft aangegeven dat Gran Turismo 7 op dat vlak met de tijd is meegegaan, is daar toch weinig van te merken. Zelfs wanneer je een voiture met 200 km/h in de vangrail frommelt, blijft de schade beperkt tot oppervlakkige lakschade. Aan kromme chassis en afgebroken wishbones doen we niet. “The Mighty mustn’t fall”.
Het wiel niet totaal opnieuw uitgevonden…
En daarmee wordt toch een beetje de toon gezet wanneer het op vernieuwing aankomt. Gran Turismo is van origine heel goed in het overbrengen van een bepaald ‘gevoel’ en leunt daar in deel 7 veelal weer op. Door diens stijlvolle presentatie, gepaard met hier en daar een klassieke ouverture, ademt Gran Turismo 7 een bepaald gevoel van klasse. Op een manier zoals alleen een Japanse ontwikkelaar dat doet. Waar Amerikaanse tegenhangers nog wel eens voor bravoure kiezen, grijpt Polyphony naar rust en kalmte. Kabbelende beekjes en pittoreske bistro’s vormen de setting voor je mooiste kiekjes wanneer je jouw vierwieler niet aan het afraggen bent op het circuit.
Vooral de bistro vormt een sleutelstuk binnen Gran Turismo 7, of eerder een koffiehuis waarin een connaisseur je het een en ander uitlegt over alle soorten auto’s terwijl je opdracht krijgt om deze te verzamelen. Net als bij elke andere Gran Turismo is verzamelen een kerntaak, welke aangenamer wordt gemaakt door de lading aan achtergrondinformatie die je ermee vergaart. Achter vrijwel elk van de 428 voertuigen zit wel een verhaal, klaar om verteld te worden. Nou ja, verteld, er wordt geen woord gesproken, maar de kenner lult wel de oren van je kop, wat wellicht niet iedereen aanstaat. Het benadrukt wel dat een game als Gran Turismo niet louter bestaansrecht heeft bij fanatieke sim racers, maar zeker ook bij enthousiastelingen die geen moeite hebben met een hele hoop Wikipedia-praat.
Het is daarom van belang dat geen enkel detail gemist mag worden, zelfs niet in het interieur. Hoe mooi je wagen er ook van buiten uitziet, wanneer het interieur dat niet weerspiegelt, haakt de echte kenner af. Gelukkig hebben we in Gran Turismo 7 niet te maken met suffe zwarte dashes zonder enige vorm van realisme. Hoewel enkele zaken nog wel wat ‘plat’ overkomen – de display unit van de Tesla bijvoorbeeld – ziet de rest er allemaal best prima uit. Ook qua motorgeluid zit GT7 best aardig in elkaar. Het is niet zo dat elke motor als een defecte stofzuiger klinkt. Zelfs aan saillante details als een gierende turbo’s is gedacht, mits je deze in de tuning shop hebt laten fitten.
…maar wel geüpgrade
Dat betekent niet dat Gran Turismo 7 verder niet onderworpen is aan verandering. Na een matige receptie van Gran Turismo Sport – mede door diens primaire focus op online – heeft Polyphony ditmaal de focus weer grotendeels op offline gameplay gelegd, zonder het online element volledig de demonteren. Wie serieus online wil racen krijgt daar – na het instemmen met strenge regelgeving – nog steeds de mogelijkheid toe. Maar wie er zwaar het baal van had dat een offline campaign totaal absent was in GT Sport, kan ditmaal weer rustig ademhalen.
Want er valt weer genoeg offline te doen in Gran Turismo 7. Van nationale en internationale rijbewijzen vergaren tot challenges voltooien, het brons, zilver of goud lonkt weer voor fervente solisten. Gran Turismo 7 is wederom het Walhalla voor tuners en customizers die zelf willen priegelen aan de afstelling van zijn scheurijzer. Daar moet dan wel weer een bepaalde status voor worden verworven bij de tuning shop door jezelf op te werken in de scene, maar dat komt vanzelf wanneer je races wint en je lijst met verzamelde auto’s zich uitbreidt. En hey, misschien win je wel een gratis upgrade middels het verzilveren van een roulette-lot, want dat kan helaas ook.
En dat brengt me bij een pijnlijk punt binnen Gran Turismo 7. Het mag geen loot box of verboden gokelement heten, maar ik vraag me sterk af wie het een goed idee vond om een roulettesysteem – waar je als speler volgens mij niet eens invloed op hebt – in een game als Gran Turismo 7 te verwerken. Negen van de tien keer valt de prijs op een handvol credits in plaats van een gratis auto of upgrade, waarna de game je ook nog eens wijst op de optie om in-game credits te kopen in de PlayStation Store. In mijn optiek heeft een game als Gran Turismo 7 – welke zichzelf uitermate serieus neemt – dit soort randzaken helemaal niet nodig.
All hail the power of the DualSense
Maar goed, je vergeet dit soort storende elementen als gauw wanneer je stilstaat bij de dingen die wel bijdragen aan een fijne sim ervaring. Dingen als DualSense ondersteuning, met de nadruk op diens haptic feedback en adaptive triggers. Wie eenmaal heeft kennisgemaakt met de verfijnde feedback van de DualSense, denkt niet meer aan de rumble van weleer. Elk kuiltje in de weg, iedere curb… zelfs de naad tussen indiduele stukken wegdek zijn voelbaar. Volgens Yamauchi moeten de adaptive triggers het gevoel van fluctuerende druk op je pedalen simuleren, maar daar heb ik te weinig van gemerkt. Maar dat kan ook aan mijn verwachtingspatroon liggen.
Wie het overigens wil aangaan om de DualSense als een stuur te gebruiken mag dat ook eens proberen. Middels de bewegingssensoren van de DualSense bestaat namelijk de optie om de D-pad of analoge stick te verruilen voor het kantelen van de controller zelf. Dat laatste vergt wel wat oefening trouwens. Ik heb het geprobeerd en vlamde linea recta mijn ‘16 Ford Mustang GT in de muur door massive overstuur omdat ik nul tegendruk ervoer. Mijn advies: als je per sé het gevoel van een echt stuur wilt hebben, probeer dan een compatible stuurwiel op de kop te tikken. Hoe leuk de DualSense ook is, er gaat niks boven the real deal. Gran Turismo 7 in combinatie met een Thrustmaster T300 doet wonderen, heb ik ervaren.
Conclusie
Voor wie het lange verhaal van hierboven wat korter verkiest: Gran Turismo 7 is vooral een Gran Turismo-game wiens kern veelal ongewijzigd is gebleven. Polyphony legt de nadruk nog steeds op het uiterlijke vertoon en het overbrengen van een ‘gevoel’, waarbij het toch weer vergeet om bekende tekortkomingen aan te pakken. Dat neemt niet weg dat die kern uitmuntend is. Met beeldschone auto’s over magnifieke circuits vlammen – zowel online als offline – is nog steeds geen straf, maar met de hedendaagse technologie had ik verwacht dat realistische schademodellen van Gran Turismo 7 een ‘real driving simulator’ hadden kunnen maken.
Op de PlayStation 5 is Gran Turismo zo goed als de koning der simulatoren, maar Polyphony zal thans moeten begrijpen dat ook de heerschappij van een koning eindig is. Het is dat Project CARS 3 de strijd heeft opgegeven en Assetto Corsa zijn ware potentie nog niet heeft laten zien op de PlayStation 5. Maar als Polyphony de hegemonie binnen de simulatoren wil behouden, dan zal het de volgende keer toch met wat meer op het paddock moeten verschijnen.