Gamersnet.nl

Review: Assassin’s Creed: Valhalla

Ubisofts Assassin’s Creed: Valhalla is als een bijl die zich dwars door mijn gevoel rondom de game klieft. Enerzijds biedt de game mij een van de mooiste en betere – misschien wel de meest vermakelijke – open wereld-ervaring van 2020. Anderzijds is de game enigszins teleurstellend te noemen, vooral wanneer je – net als ik – had gehoopt dat Ubisoft weer wat meer terug naar de kern van de hele lore ging. Hoe je de wereld van Assassin’s Creed: Valhalla binnenstapt – of eerder met welk verwachtingspatroon – kan allesbepalend zijn voor de hoeveelheid lol die je eraan beleeft.

Mijn naam is Eivor, de Afwijkende

Het is wellicht het meest voor de hand liggende geval van een open deur intrappen, maar Eivor is niet je doorsnee Assassin. Waar de meeste leden van de Broederschap zich vrij goed op de achtergrond hebben kunnen houden – een uitzondering daargelaten – is Eivor uit heel ander hout gesneden. Niet dat hij of zij daar iets aan kan doen. Een gewelddadige levensstijl zit nu eenmaal bij deze Viking in het DNA, en wanneer beide ouders voor de neus van kleine Eivor worden koud gemaakt, kun je snappen dat een bloedvete onvermijdelijk is.

Klinkt bekend? Klopt, ook Arno Dorian (Unity), Ezio Auditore da Firenze (AC2) en Ratonhnhaké:ton (AC3) zagen minstens één van hun ouders het onderspit delven en ook zij hadden wraak als achterliggend motto, maar Eivor is toch even wat anders. Eivors hele doen en laten past gewoon niet zo lekker in het ‘stealthy’ karakter van de Assassin’s Creed. Ook dit is weer niet vreemd, gezien Eivor helemaal geen deel uitmaakt van de Broederschap. Sorry voor de lichte spoiler, ik zal het niet meer doen.

Met de botte bijl erin

Van het hele ‘we work in the shadows to serve the light’ blijft dus eigenlijk heel weinig over, al reikt Ubisoft je technisch gezien wel de optie aan om voor de subtiele aanpak te gaan. Nee, Eivors modus operandi is meer van het brute kaliber. Ja, je hebt een Hidden Blade gescoord – waar ik niet te veel over wil verklappen – maar een bijl is minstens zo effectief, al dan niet effectiever. Sterker nog, als je zin hebt kun je zelfs twee bijlen ter hande nemen en jezelf windmillend door een menigte klieven.

Dit maakt Assassin’s Creed: Valhalla een stuk gewelddadiger en explicieter dan we van de serie gewend zijn. Hoofden vliegen door het rond, ledematen liggen voor het oprapen en wapens van tegenstanders kunnen vakkundig geretourneerd worden, het liefste richting het voorhoofd of de torso. Het levert schitterende taferelen op wanneer je niet vies bent van bloederig geweld, maar het doet je ook meteen afvragen waarom dit het label Assassin’s Creed heeft gekregen. Als Viking-game doet Assassin’s Creed: Valhalla het overigens uitstekend.

Alle reden om te raiden

Nu zou je kunnen redeneren dat Valhalla voldoet aan de criteria van een AC-game omdat ook Valhalla de standaard activiteiten op het lijstje heeft staan. Synchronisatiepunten en de bijbehorende Leap of Faith, eindeloos veel side missions en een trits aan Order of the Ancient-leden die opgespoord en vermoord dienen te worden… ook Assassin’s Creed: Valhalla zit er stampensvol mee. Mocht dat dus hetgene zijn waar je Assassin’s Creed voornamelijk op speelt, dan kom je ook nu weer enkele tientallen uren aan je trekken. Wat dat betreft heeft Ubisoft niet al te veel getornd aan de formule.

De grootste veranderingen c.q. toevoegingen zijn het base building en raiden van andermans nederzettingen, waarvan de laatstgenoemde uiterst goed uit de verf komt. Om je kakelverse nederzetting in Britse land – Raventhorpe – uit te kunnen breiden tot een gerenommeerd Viking-dorp, moet er wat poen en grondstoffen vergaard worden. Als buurdorpen en steden dat al hebben… waarom zou je dan moeilijk doen? Fuck social distancing en gewoon met een bataljon Jomsvikingen in je bootje er naartoe om de boel in de hens te zetten en alles te klauwen wat waarde heeft. Wie de serie Vikings wel eens gekeken heeft, weet dat dit vaak op zeer ondiplomatieke manier gebeurt en ook Valhalla schoolt ons hier even in bij.

Het wordt pas echt leuk wanneer dit zich ontvouwt in een gefortificeerde nederzetting waar zich ook nog eens een high value target in verschanst, want dan trekt Eivor echt alles uit de kast om de hele stad in puin te leggen. Hier komt dan wel weer wat meer klim- en klauterwerk bij kijken om bijvoorbeeld ophaalbruggen neer te halen en ketels met kokend teer op non-actief te krijgen, maar ook hier benadrukt de gameplay dat stealth niet meer de meest voor de hand liggende optie is. Assassin’s Creed: Valhalla reikt je zo veel opties tot bruut bloedvergieten aan, dat je die Hidden Blade en diens nut vaak totaal vergeet.

Een hoop vriendjespolitiek

Betekent dit alles dat Eivor alleen maar met zijn bloederige knuisten kan communiceren? Gelukkig niet. Assassin’s Creed: Valhalla doet namelijk ook een beroep op je menselijke kant en vraagt zelfs van je om het soms wel allemaal wat diplomatieker aan te pakken. Om niet compleet gedecimeerd te worden door de Saksen en de Denen – welke eerder al voet aan Britse wal hebben gezet – kun je alle hulp van omliggende provincies gebruiken. Allianties dienen gesloten te worden en heel soms beroepen toekomstige alliantiepartners zich op je oplettendheid en ervaring. Negen van de tien keert draait het alsnog uit op ‘leg die gast met zijn leger/bende voor me om en ik zal je bijstaan in tijd van nood’, maar heel soms bepaalt een keuze die je maakt hoe een alliantie uitpakt.

Naarmate je in meer provincies ‘geaccepteerd’ wordt en je niet om de haverklap van alle kanten beschoten wordt, komen ook de leden van de Order of the Ancient bovendrijven. Net als in Origins en Odyssey dienen aanwijzingen gevonden te worden voordat je de identiteit van je target ontfutselt. Tijdens de verhaallijn komen de meeste al op je pad, dus daar hoef je jezelf al niet al te druk over te maken. De enige factor die het soms gruwelijk lastig maakt om je intel te scoren, zijn de Zealots (voorheen mercenaries) die soms vitale info rondom de Order bezitten. Zelfs wanneer je een Zealot grandioos overklast in level, zijn deze een regelrechte pijn in de poeperd.

Assassin’s Creed: Faalhalla?

Anywho… geweld, geweld en nog meer geweld. Betekent dit dat er echt geen greintje Assassin’s Creed-DNA meer door de aderen van de game stroomt? Gelukkig is het niet zo erg. Sowieso heeft Eivors verhaal wel een lijntje richting de Broederschap, zij het een flinterdunne. Het zij zo. Wij – de oldschool AC-zeloten – zullen moeten accepteren dat het nooit meer naar het niveau van Assassin’s Creed 2 zal gaan. Maar toch lijkt het erop dat het ontwikkelteam heeft begrepen dat sommige aspecten van eerdere games gemist werden. Dingen zoals de Glyphs uit AC2, die bij het verzamelen ervan een kort filmpje vormden. Het was maar een kleine toevoeging, maar het voegde een vrachtlading aan mysterie toe. De toevoeging van Animus Anomalies doet deze tijden weer herleven en daar ben ik verdomd blij mee. De puzzel- en parkours-uitdagingen die deze met zich meebrengen zijn soms tergend, maar de pay-off is voor mij van enorm belang.

Daarnaast moet ik ook bekennen dat ik Ubisoft moet complimenteren met het luchtig houden van een game die zich heel serieus had kunnen nemen. Het zal misschien niet iedereen bevallen, maar Valhalla laat gelukkig tussen het bloedvergieten door nog ruimte voor wat humor, ook al is het soms te cringy voor woorden. Een gast die klaagt over hoofdpijn terwijl er een bijl in zijn hoofd zit, om maar wat te noemen. Of een vete tussen een muzikant en een bisschop beslechten door de bisschop in elkaar te slaan is ook een ding, maar de muzikant ‘smack my bishop’ laten zingen alsof hij de destijdse voorloper van The Prodigy is, vraagt wel om een facepalm, gevolgd door een glimlach. En die zuipwedstrijden welke echt de prijs voor de kutste QTE’s in de wacht slepen… tja, ze zijn altijd nog vermakelijker dan het tenenkrommende flyten.

Conclusie

Hoeveel plezier je aan Assassin’s Creed: Valhalla beleeft ligt voor een groot deel aan je verwachtingen. Wie had gehoopt dat Ubisoft weer terug naar de kern ging en er een verhaal a la Ezio-trilogie aan vast had gehangen, moet helaas ook deze keer weer onder ogen zien dat Valhalla de liefhebbers van een mysterieus plot veel te lang laat wachten. Zelfs van het stealthy karakter – waar de serie toch wel op gebaseerd is – is weinig over door het lompe geweld wat Valhalla aanmoedigt.

Mocht je eigenlijk niet zo krampachtig vasthouden aan het verhaal dat ons hier bracht en vooral een schitterende open wereld zoeken waarin je naar hartelust kan verkennen, klimmen en klauteren – plus en passant mensen de schedel open breken omdat je nu eenmaal een bloeddorstige Viking bent – dan ga je met Assassin’s Creed: Valhalla een wonderbaarlijke tijd tegemoet. Als Viking-game doet Assassin’s Creed: Valhalla nagenoeg niets fout, als Assassin’s Creed-game op zich zijn er wel wat kanttekeningen te plaatsen.

*De screenshots zijn genomen op een PlayStation 4