Normaliter krijg je de gemiddelde gamer niet warm met een re-release of twee. Al helemaal niet met eentje die nota bene dik zes jaar geleden verscheen en sindsdien voor een lange tijd bekendstond als de legendarische kroon op het eigen genre. Toen al kon haast niemand ontkomen de uitgestrekte game, en toch gaat ons spelend hartje weer sneller kloppen voor een zoveelste heruitgave van die game. Waarom? Zeer simpel: omdat we nu voor het eerst écht draagbaar draken mogen jagen. Zo maar, op de Switch. Is dat genoeg reden om je keel alwéér te schrapen voor een paar fiere ‘fus ro dah’s?
Een compacte klassieker
Kort door de bocht is dat precies wat Bethesda hier verscheept: heel Skyrim, maar dan op de Switch. De uitgebreide open wereld en alle RPG-vrijheid, maar dan in mobielste vorm tot dusver. Waar re-releases als The Elder Scrolls V: Skyrim Special Edition ons vorig jaar enigszins koel lieten, betreft het hier een kundige en compacte klus. Letterlijk álles wat Skyrim zo sterk maakte, is nu dunnetjes en draagbaar over te doen. Tot aan alle downloadable content nog aan toe.
En hoewel het enigszins opmerkelijk is om warm te worden van een jarenoude klapper van een game, is het lastig niet meteen te vallen voor de Switch-versie van Skyrim. Bethesda bevredigt, simpelweg door één simpele belofte hard te maken. Van Thalmor terroriseren in de trein tot aan wapens craften tijdens vervelende hoorcolleges; nooit voelde het zijn van de Dragonborn zo draagbaar. Bethesda heeft de gehele formule werkend gekregen op Nintendo’s hybride console, zonder daarbij al te veel visuele of technische concessies te hoeven doen.
Toegegeven, dat maakt enigszins pijnlijk duidelijk hoe stoffig Skyrim inmiddels is qua grafisch overkomen, maar tegelijkertijd is het een fantastische uitbreiding voor de catalogus van de Switch. Naast tal van sterke first-party knallers heeft de kleine console nu nóg een game waar je honderden uren in tekeer kan gaan. Vrijheidje blijheidje, ook on-the-go. En dat wijst weinig gamer vanzelfsprekend af.
Weinig extra praal, prima prestaties
Met de geringe grafische kracht van de Nintendo Switch kan deze port uiteraard niet uitkomen als een van de mooiere edities van het bekende epos, maar Bethesda heeft het geheel wél aardig stabiel draaiende gekregen. Met een relatief constante framerate van dertig beelden per seconde, voelt de Switch-versie nauwelijks benadeeld.
Tel daarbij op dat ook wachttijden voor het opslaan en laden van je wijde wereld miniem zijn (in vergelijking met bijvoorbeeld de oorspronkelijke console-versie), en je snapt waarom er weinig te klagen valt over Skyrims prestaties op het compacte apparaat. Vernieuwen doet het weinig, maar het wérkt gewoon. Ook dat voelt als een trotse overwinning voor Nintendo’s game-tablet.
‘Meh’-xtras
Toch blijft deze draagbare editie van de vijfde volledige Elder Scrolls-titel niet compleet gebrekkig aan unieke extra’s. Twee nieuwe features steken na zes jaar dan toch de kop op, respectievelijk de implementatie van bewegingsbesturing en — hoe kon het ook anders — amiibo. Beide toffe toespitsingen op de Switch en diens functionaliteiten, al komen ze wat karig uit de verf. Zo voelt het richten, blokkeren en slaan met Joy-Con afstandsbedieningen niet bepaald als een erg rendabele toevoeging. Leuk voor even, maar nergens met de precisie zoals bijvoorbeeld een first-party titel als Splatoon 2 die wist te gebruiken.
De motion controls zijn op papier een nobele gedachte van Bethesda, maar er lijkt verder amper over nagedacht. Een bepaalde finesse mist, juist wanneer die zo ontzettend belangrijk kan zijn. Fysiek je boog richten gaat bijvoorbeeld vaak gepaard met plotselinge uitschieters, waardoor pijlen met mijlen je doel kunnen missen. En draken zijn minder vergevingsgezind voor dat soort gedrag dan je zou denken. Een jammerlijk gemis van precisie. Letterlijk.
Dan zou je denken dat de implementatie van Nintendo’s toys-to-life succesformule een veiligere keuze geweest is, maar ook die voelt weinig uitgewerkt. Eenmaal daags kun je de (koop)kracht van Nintendo’s poppetjes loslaten om een willekeurige schatkist uit de hemel te doen mieteren, met een kans op unieke The Legend of Zelda-voorwerpen om te verzamelen. Maar dan begrijp je het al; dit beperkt zich alleen tot een handvol van Links iconische looks, uiteraard enkel te vergaren met de bijbehorende amiibo. Een leuke ode aan, maar verder wel een eenzame qua cross-overs met Nintendo.
Om de potentiële anti-amiibo pijn te verzachten, kunnen spelers diezelfde willekeurige kistjes ook vinden zónder amiibo te gebruiken. Een begrijpelijke toespitsing op de gamers die geen oren hebben naar het unieke speelgoed, maar tegelijkertijd onderstreept het ook weer de overbodigheid van de hele nieuwe feature. De toegevoegde waarde van de NFC-functionaliteiten zijn immers meteen zoek wanneer deze ook simpelweg omzeild kan worden. Maak dan een toffe Zelda-gethematiseerde missie, of wat dan ook. Op deze manier voelt de amiibo-implementatie als een loos moetje. Een kortstondige nerdgasm voor een bepaalde niche, maar verder nul noemenswaardig op Skyrim-schaal.
Episch genoeg
Hoe naar het ook is om te zien dat we na zes jaar nog weinig vernieuwing krijgen op Elder Scrolls-gebied, blijft het lastig om deze port de kille rug toe te keren. Ergens klinkt het wat laf, maar Skyrim heeft het in dit geval ook helemaal niet nodig. Het feit dat de game nu ongekend draagbaar is geworden, vormt de nodige nieuwigheid al op zichzelf. Bethesda heeft nergens het absolute onderste uit de kan gehaald, maar levert simpelweg meer van het bejubelde, zij het nu mobiel. En dat is voor velen alweer genoeg om nogmaals in Noord-Tamriel te kukelen. Nota bene wél voorzien van de knusse knutselpraktijken uit de Hearthfire DLC en het verlengde drakenepos van de Dragonborn-uitbreiding. En dat is en blijft al een aardig epische prestatie.
Conclusie
Hoewel de Nintendo Switch-port misschien nog ontbreekt aan échte nieuwigheden binnen de bekende formule, doet het wel precies wat Bethesda belooft. The Elder Scrolls V: Skyrim draait na zes jaar gewoon op een godvergeten tabletje. Zonder zware concessies op graphics op prestaties bovendien. Zo maar, een complete en epische provincie in je pocket, met alle ongeroerde vrijheid die het aloude avontuur ooit kon bieden.
Dat boksen met bewegingsbesturing en aanrommelen met Nintendo’s amiibo dan niet weloverwogen voelt, dat nemen we dan ook maar even voor lief. De draagbare Dragonborn is immers een feit, en dat is voor velen al episch genoeg. Want ja, wie wil er nou niet door magische kerkers en drakengrotten heen bazuinen, terwijl je wacht op de bus?