Gamersnet.nl

Owlboy

Gamers met slechts het kleinste greintje voorliefde voor indie-titels, zullen ongetwijfeld van Owlboy gehoord hebben. Dit koddige, tweedimensionale spelletje is het product van jarenlange inzet van een handjevol Noren, verzameld onder hun eigen ontwikkelbedrijfje D-Pad Studio. Owlboy wist voor de uiteindelijke release al een flinke aanhang te verzamelen, met enkel en alleen diens overkomen. Bloedmooie pixel-art, die het genre eigenhandig op zijn kop zet. Een prestatie op zich, maar hoe bevalt Owlboy nu in zijn geheel?

TIP: Voor meer informatie kun je ook terecht bij onze gameplay-video ‘Wat is Owlboy?

Deels uil, deels jongen

In Owlboy stap je, niet geheel verrassend, in de schoenen van een jonge uil-kerel. Niet bepaald een vogel voor honderd procent, maar in deze fictieve wereld wel een afstammeling van de nobele lijn vliegende wezens. De protagonist in kwestie is Otus, de stomme half-uil uit het zwevende dorpje Vellie. Onze Otus mag dan wellicht niet in staat zijn om te praten, maar heeft wel als taak een dappere uil te worden en zijn omgeving te beschermen tegen het kwaad. En laat het nu net zo zijn dat luchtpiraten op een oorlogspad zijn. De perfecte gelegenheid voor ons uiltje om zich te vermannen en te bewijzen als volwaardige beschermer.

Qua gameplay leeft Owlboy een relatief vanzelfsprekend bestaan. Otus vliegt zonder enige moeite naar alle kanten van het scherm, kan zichzelf enigszins weren tegen vijanden en dient verder legio puzzels op te lossen. De diepgang komt meer voort uit het feit dat Otus verschillende objecten — en later teamgenoten — op kan pakken en in kan zetten in zijn avonturen. Denk aan bommen om in het rond te werpen, maar ook loyale vriendjes die wat shooter-elementen met zich meebrengen. Deze gevechtspartners doen Owlboy her en der aanvoelen als een twin stick shooter, maar voorzien het narratief ook van meer dialoog en talloze stukjes expositie.

Oog voor detail — en emotie

En dat is vooral waarin Owlboy als game excelleert. Het schieten, rondvliegen en puzzelen heeft zeker een simplistische charme, maar de game maakt pas echt meters in het narratief. De ‘vibe’ van het geheel. Samen met de pijnlijk mooie pixel-art en de sublieme low-fi soundtrack, weet Owlboy talloze emoties op een krachtige wijze over te brengen. Vrienden die voor Otus opkomen als hij gepest wordt, de strenge leermeester die zijn fouten erkend, bijtijds een droge uitbarsting van een tertiair personage: stuk voor stuk prachtige momentjes om mee te maken. En telkens weer wordt het gesierd door het sterke oog voor detail dat D-Pad Studio over de jaren heeft weten te implementeren.

Wie let op de vrij minimalistische animaties of het contrastrijke kleurgebruik, ziet meteen waarom de Noren zo ontzettend lang op deze game hebben zitten broeden. Aan werkelijk elk detail is gesleuteld, opdat het allemaal samen kan komen in één krachtig en emotioneel avontuur. Een grote smeltkroes van emotie, met een vrachtlading aan nostalgische gevoelens over de games van weleer. Wie menig platformer op SNES (of wellicht Game-Boy Advance) heeft gespeeld, gaat warme gevoelens krijgen van zijn of haar achtbaanrit in Owlboy.

Klungelen met controls?

En ja, Owlboy scoort op dat vlak ongekend veel punten. Dat een dergelijk ‘klein’ spelletje toch zo veel impact kan hebben, dat blijft mooi om te zien. Nadert de game daarmee perfectie? Naar mijn idee zeker niet. De game kan bij vlagen namelijk enorm frustrerend aandoen, wat mij meer dan eens uit de roze nostalgiewolk rukte. Met een wat pittigere moeilijkheidsgraad heb ik doorgaans geen problemen, maar in het geval van Owlboy waren het vooral de controls die enige frustratie opwekten. Menig twin stick shooter en platformer weet juist punten te scoren op een intuïtieve aanpak van besturing, maar hier deed het mij klungelig aan.

In chaotische situaties — die de game overigens rijk is — kan Otus’ besturing wat naar uit de verf komen. Allesbehalve intuïtief. Het wisselen tussen gevechtspartners moet vaak snel en op de gok, waardoor enige vorm van overzicht compleet verloren kan raken. Dit gold in mijn geval voor zowel controller als input met muis en toetsenbord.

Natuurlijk, dat kan ook volledig aan mijn onkunde liggen. Hoogstwaarschijnlijk zelfs. Maar naar mijn idee zijn er indie-platformers en andere games die hier beter over nagedacht hebben. Neem bijvoorbeeld een Ori and the Blind Forest: veel vaardigheden, maar toch overzichtelijk vertolkt naar de gamepad in kwestie. De mogelijkheid op intuïtievere besturing lag misschien ook voor Owlboy in het verschiet, maar D-Pad Studio heeft deze mogelijk over het hoofd gezien.

Conclusie

Voor mij is Owlboy dé grote, kleine hit van het jaar 2016. Zij aan zij met het eveneens sfeervolle Inside dan. Dit ongekend schattige en meeslepende avontuur is in staat gamers te transporteren naar een ‘vibe’ die we in jaren niet meer echt gevoeld hebben. De relatief rechttoe-rechtaan gamepay laat zich onderdompelen in eersteklas pixel-art, bizar koddige animaties en een wereldse soundtrack. Tel daarbij het goed uitgekiende narratief bij op, en je hebt een indie-game van proportie. Om nog maar niet te spreken van alle minuscule momentjes waarin Owlboy erin slaagt iets in je los te maken. Het plots uitkramen van een “Awww”‘-geluid, een traan of her en der een klein, gemeend lachje. En dat met slechts een minuscule 2D-animatie of een droog lapje tekst.

Een enig obstakel wat zich voor kan doen bij dit indie-pareltje, is wellicht het kostenplaatje. Met ruim twintig euro aan richtprijs voor Owlboy op Steam, zetten de Noren wellicht iets te hoog in. Jazeker, Owlboy is in staat je toch zeker tien uur bezig te houden, vooral als de controls ook jou tegenwerken of je toevallig op zoekt bent naar alle verstopte muntjes en geheimen, maar toch. Het is en blijft een flinke afweging. Ben je echter op zoek naar dat warme gevoel van de 2D-games van vroeger, dan ben je met Owlboy wel aan het juiste adres. En als dat echt de high is die je nu begeert, dan is die fikse prijs het dubbel en dwars waard.