Razer Wildcat gaming controller

Een controller kan veel vertellen over de soort gamer die hem onder handen neemt. Het is immers een belangrijke keuze voor de ervaren gamer: aan welke gamepad wil jij al je uren spenderen? Waar bepaalde knopjes zich positioneren en hoe stevig de pookjes terugveren. Het bepaalt uiteindelijk toch voor een aardig deel hoe je al je toekomstige games bestuurt en, in essentie, dus ervaart. Naast het rijtje simpele maar effectieve controllers, komen nu dan ook steeds meer merken met wat meer high-end gamepads, voor zowel de nieuwe consoles als de oude vertrouwde pc.

Het betreft duurdere controllers, voor de gamer met een wat meer uitgesproken smaak of zelfs eSports-waardige eisen. Vorig jaar lanceerde Microsoft bijvoorbeeld een eigen Xbox Elite Controller en nu volgt hardware-boer Razer met een eigenzinnige opvolger van diens premium Xbox 360-controller, de Razer Sabretooth. Is de nieuwe, robuuste Razer Wildcat daarmee een waardige tegenstander voor de Xbox Elite Controller?

Het groene gevaarte

De Razer Wildcat zit zonder twijfel in dezelfde vaarwateren als de Xbox Elite Controller. Beide modellen zijn premium gamepads voor Xbox One en pc, pronken met grofweg hetzelfde lichaam, worden geleverd in een handig reistasje en kosten bovendien evenveel: een richtprijs van pak ‘m beet 150 euro. Verder beschikken de twee apparaten ook allebei over vier extra toetsen, een 3.5mm audiojack en twee in te programmeren profielen om snel tussen te kunnen schakelen. Het moge duidelijk zijn: op veel feitelijke aspecten komen de Wildcat en de Elite Controller heel sterk overeen. Dat betekent echter niet dat de twee elkaars gelijke zijn, integendeel juist.

Waar de Xbox Elite Controller zich toespitst op hoogwaardig en aanpasbaar gemak, is de Razer Wildcat namelijk een tikkeltje meer uitgesproken. Razers nieuwe gamepad is specifiek gericht op de eSportende atleet en dat houdt meteen in dat het gevaarte op een aantal fronten fundamenteel verschilt van Microsofts concurrentie. Zo is de Wildcat niet draadloos te gebruiken (want, te langzaam voor eSports) en zijn de ABXY-knoppen veel gevoeliger, met een haast muisachtige feedback. Ook zal het je niet ontgaan dat de Wildcat in het design wat schreeuwerig is. Zonder de optionele thumb grip en palm grip pads lijkt het uiterlijk nog enigszins binnen de perken, maar mét de knalgroene rubbertjes erop, is het gedaan met alle subtiliteit. Voorbijgangers moeten en zullen weten wat voor beest jij in je handen hebt.

Easy on the trigger

Waar de Wildcat met name de eSporter tegemoet komt, is in de ‘klik’ met de knoppen en triggers, die in dit geval dus erg gevoelig is. Het betreft hier Razers eigen ‘Hyperesponse’ switches, die ook al aanwezig waren in voorganger Sabretooth. De vier primaire actieknoppen zijn met deze schakelaars opvallend makkelijk in te drukken, net als de twee extra bumpers bovenop en het paartje (afneembare) trekkers op de rug van de Wildcat. Met de minste kracht druk je de switch in, die resulteert in een lichte klik als feedback, ware het een minuscule muisknop. Voor veel gamers zullen deze Hyperesponse toetsen wellicht een moeizame wensessie betekenen, zo ook in mijn geval, maar voor elektronische atleten elimineert het die overbodige milliseconden die leven of dood kunnen betekenen tijdens een wedstrijd.

Ook in het gewicht is de Wildcat wellicht de tactischere keuze voor de eSports-fanatiekeling. Waar Microsofts Elite Controller op zijn lichtst (geen batterijen, standaard thumbsticks, backpaddles en D-pad) een goede 309 gram bedraagt, weegt de Wildcat slechts 260 gram inclusief de optionele grip en trekkers. Het geheel is daarmee aardig wat lichter en dus wendbaarder, zij het wel dat de body iets minder solide aanvoelt dan die van de directe concurrent. Nog steeds is de Wildcat bijzonder robuust en stevig in elkaar gezet, maar misschien wel iets minder hoogwaardig in de afwerking en finish van de gebruikte materialen.

Knoppen en (gebrek aan) compatibiliteit

Net als de Elite Controller ondersteunt de Razer Wildcat ook het zelf programmeren van twee profielen op de controller. Door de knoppen op de ingebakken functieconsole te benutten, kun je wisselen tussen de twee standen (aangegeven met groene LED-lampjes naast het Xbox-logo) en toetsen handmatig mappen aan andere toetsen. Mooi is dat je dit on-the-fly kunt doen zonder de bijkomstigheid van enige software, maar aan de andere kant is het misschien scheef dat je de extra toetsen niet daadwerkelijk als extra toetsen kunt gebruiken, enkel als vervanging of kloon van je al bestaande en toegewezen knoppen. Op pc is dat een ander verhaal met sommige games (waar ook M1 tot en met M4 toe te wijzen zijn), maar op Xbox One worden de additionele M-knoppen vaak niet als echte toetsen gezien.

Dit resulteert in een verschijnsel dat zich niet voordoet bij de Elite Controller in combinatie met de Xbox One. Deze controller wordt natuurlijk native ondersteund door Microsoft eigen console en dus opgepakt in een groot aantal games, de Wildcat mist die brede ondersteuning en daarom moet je vaak zelf nadenken over en experimenteren met de toewijzing van je extra knoppen. Vaak komt het aan op het omwisselen van je aan elkaar gebonden toetsen en overhoop gooien van de twee profielen, maar het kan zich ook manifesteren in het aanpassen van de besturing in elke andere of nieuwe game. De breed ondersteunde instellingen van de Xbox Elite Controller en vooraf ingebakken profielen overbruggen veel van dat gehannes.

Wel erg fijn aan het on-the-fly aan kunnen passen van de knoppenprogrammering is dat ook de reguliere trekkers omgezet kunnen worden. Deze welbekende triggers zijn al uitgerust met een schakel om de ‘trek’ korter te maken, maar middels de profielbindingsknoppen kun je deze ook digitaal instellen op ‘hair trigger response’, wat resulteert in snellere handelingen bij shooters bijvoorbeeld. Dit kan uiteraard ook bij de Elite Controller, al moet het dan weer via de software-matige profielbinding in plaats van simpele knoppencombinaties.

Minder toegankelijk?

Jammerlijk aan de toetsen op de Wildcat vond ik persoonlijk dan weer de View, Options en Xbox-knoppen en vooral de D-pad. Waar de Hyperesponse toetsen juist enorm gevoelig en licht in feedback zijn, komen deze andere toetsen juist overdreven log over. De knoppen zijn weliswaar stevig en precies, maar vergen significant meer kracht om in te drukken dan Microsofts eigen modellen. En dat is nou juist zo jammer, want naar mijn idee was de D-pad van de originele Xbox One Controller al perfect, om nog maar niet te spreken van de verbeterde versie op de Xbox Elite Controller, die ook nog eens customizable is. Daarin schiet de Wildcat mogelijk te kort. Vrijwel alle toetsen hebben een eigen, uitgesproken gevoel wat in grote lijnen niet aan te passen is naar smaak. Als die specifieke touch of feedback je niet ligt, is er weinig mogelijkheid om dat achteraf nog te veranderen, daarin stelt de Elite Controller zich dus stukken toegankelijker op.

Ook geldt dit nadeel voor de twee joysticks. Deze zijn robuust en zullen voor Xbox-gamers ongetwijfeld vertrouwd aanvoelen, maar er is wederom geen mogelijkheid om ze aan te passen. Waar de concurrerende controller geleverd wordt met drie verschillende soorten pookjes, is de Wildcat vrij rechtlijnig: tweemaal dezelfde aluminium pookjes, eventueel uit te rusten met de knalgroene thumb grips. Handig is uiteraard dat je na eventuele slijtage deze rubbertjes om zou kunnen wisselen, maar de lengte en vorm van de joysticks staat vast. Als ze je goed liggen: geen probleem, maar wederom wint de Elite Controller op het breder toegankelijk zijn door middel van meer aan te passen onderdelen.

Schandalige stickers

Afgezien van alle gedetailleerde verschillen levert de Wildcat ook nog een van de meest ongemakkelijke features die ooit verscheen op een premium gamepad: het zelf moeten plakken van de zogenaamde palm grip pads. Een beetje hoogwaardig controller biedt immers meer grip, maar naar mijn idee is het erg opmerkelijk dat je als koper die houvast zelf nog op de controller aan dient te brengen. Handig uiteraard dat je deze verslijtbare rubberen platen eventueel nog een keer zou kunnen vernieuwen, maar tegelijkertijd voelt het scheef dat een gamepad van 150 euro nog niet helemaal ‘af’ is wanneer je hem in ontvangst neemt. De stickers zijn bovendien bijzonder lastig om in één keer goed aan te brengen (wat wil je dan ook met die vorm?) en dat resulteert uiteindelijk in een boel frustratie om het ding telkens weer voorzichtig los te peuteren en beter terug te plakken. Bijkomend nadeel? Stof en vuiltjes verzamelen zich bij de randen van de plakkant, wat mogelijk ook weer meebrengt dat het gehele ding eerder loslaat.

Conclusie

Al met al is de Razer Wildcat absoluut geen verkeerde controller, het apparaat is een uitgesproken kandidaat die zich met recht een eSports-product mag noemen. Wat het echter niet is, is een waardige concurrent van de Xbox Elite Controller, in ieder geval niet voor deze richtprijs. Voor hetzelfde bedrag krijg je minder aanpasbare onderdelen, het ontbreken van een draadloze functie, een gebrek aan native ondersteuning op Xbox One (pc daargelaten) en bovendien meegeleverde gripplaten die je zelf nog op het apparaat moet priegelen. Kort door de bocht betekent dat meer gehannes en minder toegankelijkheid, voor dezelfde prijs als de Elite Controller.

Waar de Razer Wildcat echter Microsofts concurrentie wel op aftroeft, is toch de aandachtigere focus op de elektronische atleten. De hypergevoelige knoppen komen in veel eSports-situaties beter van pas en ook het significant lichtere gewicht komt onze digitale kampioenen hoogstwaarschijnlijk tegemoet. Als je op zoek bent naar die specifieke snelheid en wendbaarheid, dan is de Wildcat wellicht jouw controller. Voor het gros van de gamers lijkt echter Xbox’ eigen Elite Controller de betere keuze van de twee. Misschien is deze dan wel iets zwaarder of minder ‘easy on the trigger’, maar in de afwerking, aanpasbaarheid en ondersteuning lijkt deze toch superieur aan de Wildcat. Vooral voor ons ‘gewoon gepeupel’, dat graag een gamepje speelt zonder er geld of eeuwige roem aan te verdienen.

  1.   
    Thomsnov's avatar

    Ik denk dat ze voor de zelf-op-te-zetten grip hebben gekozen omdat je dan de grip op de controller zetten naar eigen wens. Want iedereen heeft een andere hand en iedereen heeft een eigen wens.
    Ik vind er trouwens niet goed dat je de grip zelf er op moet zetten. Maar ik denk dat dit de reden is. Een andere kan ik eigenlijk niet bedenken. Al moet ik er bij zeggen dat ik de kleuren combinatie heel mooi vind.

  2.   
    Juanvdwb's avatar

    ik doe mee ik zou hem graag willen winnen

  3.   
    Tom's avatar

    Deze geven we helaas (nog) niet weg. Dit heet een review.

  4.   
    noah81's avatar

    Tom schreef, "Deze geven we helaas (nog) niet weg. Dit heet een review. "

    Hahaha, en toch doe ook ik graag mee 😉

    OT: vind hem erg mooi en lijkt me geweldig om te proberen.
    Helaas is het iets te duur voor mij, maar ik ga deze zeker wel later erbij kopen.

  5.   
    gk_douwe's avatar

    ik doe mee met de xbox giveaway