Gamersnet.nl

Review: Midnight Club: Los Angeles

So you wanna be a player, but your wheels ain’t fly? Just hit us up, to get a pimped out ride. Pimp my ríííííde. Damn right.

California, knows how to party

Ik ben in mijn leven al vier keer in Los Angeles geweest en ik moet zeggen dat alleen Las Vegas lager staat op mijn lijstje van favoriete steden. Het probleem met Los Angeles is namelijk dat het gewoon een parkeerplaats ter grootte van Zuid-Nederland is met een overdaad aan huizen, slechte buurten, fastfoodrestaurants en snelwegen. Wanneer je naar het oude centrum van de stad gaat, is het oudste huis van Los Angeles te bezichtigen als museum. “Avila Adobe” staat er op het bord. This is the oldest existing house in Los Angeles, built in 1818 […]. Wij als Europeanen lachen hier natuurlijk om en hebben serviesgoed van oma in de kast staan dat minstens zo oud is, maar het geeft wel aan hoe trots de Amerikanen zijn op hun gebakken lucht.

Niet de afstand tussen A en B is belangrijk, maar de tijd die het kost om met de auto van A naar B te komen. Het gevolg is een spinnenweb aan boulevards die een heel voetbalveld breed zijn en waarop een niet aflatende stroom van auto’s richting of juist vanaf de freeways rijdt. In Midnight Club: Los Angeles kwam ik achter de andere kant van Los Angeles, namelijk de positieve. Ik ben nu in gaan zien dat geen enkele parkeerplaats in de vermomming van een metropool beter is om in te racen dan The City of Angels. Amen.

In the city, of L.A.

De ontwikkelaars bij Rockstar hebben Los Angeles namelijk bijna tot op de straat nagemaakt. Uiteraard is niet huis voor huis in het spel gemodelleerd, maar de belangrijke gebouwen en kruisingen zijn wel terug te vinden. Denk dan aan de Santa Monica Pier, de wolkenkrabbers in het zakencentrum, het kantoor van Capitol Records en natuurlijk de Hollywood-letters in de Hollywood Hills. Gelukkig is niet geheel Los Angeles vertaald naar enen en nullen. De Schotel City-agglomeraten aan de buitenranden, zoals San Bernardino en Anaheim, ontbreken bijvoorbeeld, maar het meest interessante deel, omvattende het financiële centrum en alles ten (noord)westen daarvan, zoals Sunset Boulevard, Hollywood, Santa Monica en Beverly Hills zit keurig in de game verwerkt en is er klaar voor om overheen gescheurd te worden.

Midnight Club: Los Angeles is in principe een free-roaming game. Je kunt vrij rondracen door de stad en naar de start van races toe rijden. Er zijn vaste racelocaties tegen meerdere tegenstanders, maar ook head-to-head races, dus met z’n tweeën. Deze start je door naast of achter ze te gaan rijden en met je koplampen te knipperen. Voordat de daadwerkelijke race begint, kun je ook al naar de start van de wedstrijd racen, voor wat extra reputatiepunten en een eerste morele tegenslag.

In the city, of good ol’ Watts

Deze reputatiepunten zijn tijdens de echte races in grotere hoeveelheden te winnen, net zoals de geldbedragen. Hiermee kun je natuurlijk uit winkelen gaan en nieuwe onderdelen voor je auto aanschaffen, of zelfs een hele nieuwe bak. Midnight Club: Los Angeles kent geen supergroot wagenpark, maar de auto’s die er in zitten zijn meer dan voldoende om je mee te vermaken. Daarnaast zal het een stuk langer duren voordat je een nieuwe bak onder je kont kan schuiven, zodat je je echt gaat hechten aan de auto’s.

De één zal dit een minpunt vinden, ik zie het als een pluspunt. Het is veel gaver één of twee bakken in je garage te hebben staan en hier echt voor te werken, dan dat je letterlijk dood wordt gegooid met oud schroot, zoals in Need for Speed en Burnout. Daar komt ook nog eens bij dat je niet hóéft te upgraden om de concurrentie bij te blijven. Een volop getunede Nissan hoeft niet per sé langzamer te zijn dan een sportwagen zoals een Corvette, zodat je langer met een auto kan blijven doen. Uiteraard is de Corvette wel weer sneller wanneer deze volgepropt zit met nieuw ijzer, maar wanneer je deze net hebt aangeschaft is hier niet altijd voldoende geld voor.

Des te spannender zijn de races waarin je je auto op het spel zet, de zogeheten Pink Slip-events. Verlies je je wagen dan baal je daar natuurlijk extreem van, omdat je er minstens een paar uur voor hebt gewerkt en dit nu in één klap verliest. Daarnaast moet je nu weer plaats nemen in het afdankertje waar je in begon, in mijn geval een Volkswagen Golf van vijfentwintig jaar oud. Hoe typisch…

Het tunen van je wagen in motorisch opzicht is vrij simpel gehouden. Verschillende, welbekende categorieën, zoals je cilinder, je turbo, je remmen, je banden en je stikstofdioxidesysteem kun je tweemaal upgraden voordat je er het maximale uithaalt en deze verbeteringen zullen eerst vrijgespeeld moeten worden en gaan logischerwijs steeds meer kosten. Qua optische tuning kun je helemaal los gaan zoals je dat al in duizend voorgaande straatracers hebt gedaan. Kleuren, spoilers, velgen, bodykits, zijspiegels, luchthappers, je kunt het zo gek niet bedenken of je kunt er je auto mee verpesten. Pluspunt is dat visueel tunen niet meer reputatiepunten oplevert, zodat je ook wat subtielere variaties aan kan brengen aan je auto zonder vooruitgang mis te lopen.

In the city, city of Compton

De race-ervaring in Midnight Club: Los Angeles is op sommige punten ongeëvenaard. Op het hoesje pronkt de tekst “The best way to see Los Angeles is at 245 MPH” en geef ze eens ongelijk. Wanneer jij met meer dan driehonderd kilometer per uur over de heilige freeways scheurt, lijken de Duitse Autobahnen op de onverharde wandelpaadjes die de schapen in het erf van collega Teun hebben gesleten. Dit alles wordt nog eens bijgestaan door de visuele pracht die het spel op je scherm tovert, waardoor de auto’s letterlijk langs je heen zoeven en vervagen tot strepen. En dan heb je je lachgashendel nog niet eens open gedraaid…

De keerzijde van deze snelheid is dat je wel eens tegen iemand aan kunt rijden. Het gevolg is een spectaculaire botsing, maar helaas ook een paar posities verlies. Zo kan het voorkomen dat je in de laatste meters van een race de winst uit handen geeft, maar Midnight Club is soepeler dan Burnout. Ook als laatste verdien je nog wat geld om in ieder geval je reparatie te betalen en ook de reputatiemeter wordt wat aangedikt. Uiteraard lang niet zo snel als wanneer je zou winnen, maar je hebt zeker niet voor niks gereden. Hier is precies de goede balans gevonden tussen inzet en beloning, waardoor het natuurlijk wel frustrerend is wanneer je crasht, maar je de game hierdoor niet weg legt.

Wel is duidelijk te merken dat deze Midnight Club behoorlijk pittig is. Op je kaart zijn de makkelijke en de moeilijke races er binnen één oogopslag uit te pikken, maar de dreiging van een politieachtervolging of het nietsvermoedende verkeer waar je op kunt knallen is altijd aanwezig. Hierdoor wekt de game een behoorlijk sterke spanning op, wat nog eens versterkt wordt door de verslavingsfactor.

Overigens ben je niet helemaal gelijk aan je tegenstanders en beschik je over een paar speciale vaardigheden. Zo kun je een soort bullet-time activeren en hierdoor tijdelijk met extra precisie door het verkeer heen manoeuvreren. Deze is goed te gebruiken voordat je een scherpe bocht in gaat, of wanneer je ziet dat er plotseling een zwerm forensen op je afkomt. Het kan het verschil betekenen tussen een eerste of een laatste stek en je doet er dus goed aan hem altijd achter de hand te houden. Daarnaast heb je nog drie abilities waarmee je het andere verkeer, inclusief je tegenstanders, met het grootste gemak aan de kant beukt, ze onklaar maakt door een elektromagnetische puls of middels een flinke schokgolf een eind weg slingert.

We keep it rockin’, we keep it rockin’

Midnight Club: Los Angeles heeft me verrast en niet een beetje ook. Vernieuwing is er niet te vinden, maar alles wat de racer doet, doet hij zeer goed. Los Angeles is op een perfecte manier nagemaakt. Weliswaar niet één op één, maar de stad ademt gewoon West Coast. Dit wordt nog eens ondersteund door een sterke soundtrack en prachtige visuele plaatjes, die strak met zestig frames per seconde op je scherm worden getoverd.

De ontwikkeling van je wagenpark is terughoudend maar daardoor des te interessanter. Je hebt het gevoel dat je daadwerkelijk voor je auto’s werkt, dat het jóúw scheurijzers zijn en die je na een gewonnen race het liefst een geruststellend klopje zou geven, zoals een jockey dat doet bij zijn paard. De game is pittig, maar dit brengt eerder spanning dan frustratie met zich mee. Tel daar nog eens een speelduur van een uur of twintig, plus een zeer uitgebreide multiplayermode bij op en wat mij betreft is het duidelijk; de simulatieracer van 2008 is GRID, Midnight Club: Los Angeles krijgt de arcadetitel.