Gamersnet.nl

Review: Brothers in Arms: Hell’s Highway

Het WO II-sausje is inmiddels oud, uitgehard, beschimmeld en ver over de uiterste houdbaarheidsdatum. Toch neemt Brothers in Arms: Hell’s Highway ons nogmaals mee naar die zwarte bladzijden uit de vaderlandse geschiedenis. Een ingrijpend avontuur, op eigen bodem, dat we zeker niet snel zullen vergeten…

Enkele maanden geleden had ik al het grote genoegen om tijdens de Ubidays eens aan de slag te mogen met Brothers in Arms: Hell’s Highway. Na die speelsessie wist ik het zeker: dit smaakt naar meer. Veel meer! Helaas werd de game, zoals vaker het geval was, opnieuw geplaagd door uitstel en we hebben uiteindelijk ruim een jaar langer op deze titel moeten wachten dan we oorspronkelijk dachten. Dit heeft natuurlijk voordelen, want zo had ontwikkelaar Gearbox mooi de tijd om alles helemaal te perfectioneren. Het nadeel is echter dat je het risico loopt om qua graphics en gameplay alweer wat achterhaald te zijn. Na een aantal ongekend intensieve uren met de definitieve versie, blijkt de game een wisselende mix te zijn van plus- en minpunten.

Kippenvel

In Brothers in Arms: Hell’s Highway heb je sergeant Matt Baker onder de knoppen. We zagen hem ook al in Road to Hill 30 en, vrij kort, in Earned in Blood. Verder zien we ook andere bekende gezichten, zoals de nukkige korporaal Sam Corrion en Joe “Red” Hartsock. Voor fans van de serie meteen al een feest van herkenning, maar ook voor nieuwelingen heeft Gearbox een oplossing. Zo begint Hell’s Highway meteen met een heuse “previously on Brothers in Arms”, waardoor je in sneltreinvaart een paar belangrijke momenten te zien krijgt uit de eerdere games. Natuurlijk is de emotionele meerwaarde groter als je voorgaande delen hebt gespeeld, want ook in dit deel staat emotie centraal. Het veelbesproken brilletje, waarmee je enkele flashbacks krijgt, is hier een overduidelijk voorbeeld van. Momenten van kippenvel voor alle fans, gewoon wat achtergrondinformatie voor nieuwkomers.

Over het verhaal van Hell’s Highway valt verder weinig te vertellen. Deels omdat de wereldgeschiedenis redelijk voor zich spreekt, maar aan de andere kant omdat het gewoon zonde zou zijn om nu al dingen weg te geven. Zien is geloven, spelen is meemaken. Gearbox schuwt de emotionele kant van de Tweede Wereldoorlog totaal niet en je zult er regelmatig aan herinnerd worden dat het een bijzonder ingrijpende gebeurtenis was voor de soldaten. Soms lijkt dit aspect er wel erg dik bovenop te liggen, maar dat siert de game eigenlijk ook wel. Lekker heroïsch, zoals een game over de oorlog best mag zijn.

Erg soepel

Aan de gameplay heeft men niet al teveel gesleuteld. Nog altijd hebben we te maken met een squad-based shooter, waarbij je diverse groepen soldaten onder je hoede krijgt die je vervolgens tactisch dient in te zetten om progressie te kunnen boeken. Denk hierbij aan een squad met een machinegeweer, ideaal om vijanden onder druk mee te zetten, of een assault team, dat tegenstanders prima kan flankeren. Zoals je merkt is het nog steeds een herkenbaar concept: je loopt in een bepaalde omgeving, je lokaliseert vijanden, je laat een squad de vijand onder vuur nemen en vervolgens kan je de vijand flankeren en de boel afmaken.

Toch is er wel een fris element te bespeuren, namelijk vernietigbare objecten. Hier komen de stoere kerels van je bazooka team om de hoek kijken, want zij zijn je beste mannen als het gaat om het verwijderen van obstakels waar de vijand zich achter schuil weet te houden. Een forse betonnen of metalen constructie zal wel stand weten te houden, maar houten schuttingen, karren en zandzakken zullen toch echt moeten wijken. Ook door het gooien van granaten kan je lekker explosief te werk gaan, al werkt dit gooien soms wat irritant als je de de visuele hulpcirkel om te mikken niet goed kunt zien. Het is wel jammer dat de mogelijkheden op het gebied van vernietiging beperkt zijn, want je kunt niet, net als in een Mercenaries 2 of Battlefield: Bad Company, je eigen doorgang zomaar ergens creëren, en dat is toch wel een duidelijk nadeel van het latere verschijnen van Hell’s Highway.

Je teamleden weten zich behoorlijk staande te houden en ze zullen uit zichzelf ook gebruik maken van cover in de buurt, mocht je ze de opdracht geven om iets naast een beschutte plek plaats te nemen. Het aansturen van je squads verloopt gelukkig erg soepel, waarbij je eerst via je D-Pad een keuze maakt uit de beschikbare squads en vervolgens kies je met de linker trigger de plek waar je squad naartoe dient te gaan. Zelfs voor gamers die nog geen enkele Brothers in Arms-game hebben gespeeld is de besturing eenvoudig op te pakken, zeker na enkele tutorials in het begin. Helaas is het initiatief van je squadleden soms even totaal afwezig. Ze schieten op vijanden tot ze een ons wegen, waardoor het meeste werk het beste door jou, de speler, gedaan kan worden. En af en toe wist de AI het even niet meer en bleven enkele squadleden rondjes lopen bij een muurtje, voordat ze alsnog in dekking gingen. Grappig om eens te zien, maar toch jammer dat zoiets gebeurt.

Aardige jongens, die Amerikanen

Zoals gezegd is de gameplay vrijwel gelijk gebleven, wat toch ook voor een aardig nadeel zorgt. Je speelt wel in vele uiteenlopende omgevingen, maar je handelingen zijn steeds grotendeels hetzelfde. Het gaat wat te ver om te stellen dat de verveling al snel toe begint te slaan, maar het is wel erg jammer dat Gearbox de extra tijd niet heeft benut om Hell’s Highway van een extra stuk vernieuwing te voorzien. De omgevingen zijn overigens heel sfeervol, van vrolijke, groene landschappen met molens tot locaties die roodgloeiend in vuur en vlam staan. Dit is dan wel weer een sterk punt, want de afwisselende omgevingen geven de game erg veel sfeer en uitstraling mee. Ook al laat de techniek het iets afweten, bijvoorbeeld dankzij de matige lip-synchronisatie, het voelt altijd lekker om door het Hollandse landschap te banjeren.

Je eerste ontmoeting met Nederlanders in de game is er sowieso eentje om niet snel te vergeten. Net zoals in diverse films klinken we als een kruising tussen Fransen, Oekraïners en Amerikanen. Grappig genoeg werd door je squadgenoot al snel gezegd dat die Nederlandse kerel erg goed Engels sprak. Aardige jongens, die Amerikanen. Gelukkig maakt de rest van de voice-acting veel goed en zijn ook de gesprekken tijdens de diverse cut-scenes van een behoorlijk niveau en bij vlagen ook nog best grappig, voor zover het gepast is.

Kilroy Was Here

Er zijn nog meer aspecten van Hell’s Highway die de game zeker ten goede komen. Zo is er de Action Cam, die bij een heerlijk headshot of een lekkere ontploffing de actie in slow-motion in beeld brengt. Je kunt ervoor kiezen om dit stukje ‘gore’ uit te schakelen, maar persoonlijk vond ik het wel een stukje intensiteit opwekken. Daarnaast is er het systeem waarbij het beeld steeds roder kleurt als je teveel in de vuurlinie loopt en je weer kunt ‘healen’ door een beschutte positie te kiezen. Een bekend principe, maar zeer functioneel en duidelijk.

Verder kan je op verschillende plekken in het level zogeheten Kilroy’s vinden. Vroeger schreven soldaten vaak de tekst “Kilroy Was Here” op muren, om aan te geven dat ze bij die locatie hadden gevochten. Samen met het vinden van goede plekken in een level om de omgeving te overzien, de Recon Points, zijn dit leuke extraatjes om te ontdekken. Natuurlijk zijn de Recon Points extra zinvol, omdat je zo een snel overzicht kunt krijgen van een deel van het strijdveld en waar de vijand zich bevindt.

Ten slotte valt Hell’s Highway ook online te spelen, maar dit voelt meer aan als een verplicht nummertje dan als geweldig schietvertier. Dat je met 20 personen online kunt knallen is leuk, maar hier is nooit eerder echt aandacht aan besteed en op dit moment valt deze modus ook nog amper echt te testen. Brothers in Arms: Hell’s Highway is gewoon opgezet als singleplayer en dat weet Gearbox ook heel goed.

Conclusie

Het heeft lang geduurd, ontzettend lang zelfs. Sommige fans hebben de moed misschien al opgegeven, want Brothers in Arms: Hell’s Highway leek er bijna een sport van te maken om steeds weer iets later te verschijnen. Nu de game eindelijk zijn weg richting de winkels vindt, is er sprake van een conclusie met twee gezichten. De game trekt het oude concept naar een ‘next-gen’ niveau, maar heeft eigenlijk te weinig bagage in zijn rugzak om de gehoopte topper te zijn.

Grafisch is het gewoon nog prima en de animaties ogen soepel, ook al is de lip-synchronisatie van een bedenkelijk niveau. Verder werkt de gameplay met het vastzetten en flankeren van tegenstanders nog altijd perfect. Helaas bieden de omgevingen weinig variatie en voelen de missies aan als een herhaling van zetten. De diverse landschappen zijn daarentegen wel ongekend sfeervol en afwisselend, waardoor de game toch weer iets meer karakter krijgt.

De Action Cam, het knallen met een bazooka team, de ongekende emoties tijdens het verhaal… allemaal prachtige onderdelen van Hell’s Highway. Toch moeten we ook kritisch zijn met het oog op de concurrentie en de huidige stand van zaken, want ik weet zeker dat deze game veel hoger zou hebben gescoord als we deze een half jaar of langer geleden al konden spelen. Brothers in Arms: Hell’s Highway verlaat de oorlog deze keer met een dikverdiende 8, hoe graag ik er ook meer van had willen maken.