Black werd afgelopen E3 met veel bombarie aangekondigd. Het zou een traditionele shooter met revolutionaire elementen worden; de gehele speelwereld om je heen zou kapot kunnen en de levels zouden daar speciaal op toegespitst zijn. Je zou uitgenodigd worden om de wereld te verwoesten, de pyromaan/sadist/Rambo in jezelf zou omhoogkomen. Is dat allemaal waarheid geworden, of toch niet?
Nee. Zoals je misschien wel gemerkt hebt in het bovenstaande stukje heb ik eens te meer het werkwoord ‘zou’ gebruikt. Grote hypes kunnen meestal niet waargemaakt worden. Wanneer je heel veel, zoniet alles van een game verwacht, die dat uiteindelijk niet kan bieden, is de teleurstelling natuurlijk vele malen groter dan wanneer je je onbevangen in een game stort die je geheel onbekend is. Daarom wil ik voordat ik aan deze review begin iedereen vooral op het hart drukken dat Black géén slecht spel is, maar dat het gewoonweg de verwachtingen niet waar kan maken.
The Seventh Wave
In Black kruip jij in de huid van Jack Kellar, een speciaal agent. Je bent een geheime en bikkelharde arm van de wet in het Black Ops-tactical squad dat erop uitgestuurd wordt om ditmaal The Seventh Wave, een terroristenorganisatie op te rollen. Deze is opgezet door een ex-Black Ops genaamd Lennox, die Jack behoorlijk goed kent.
Er is echter heel wat misgegaan in Jack’s jacht op Lennox, en de Verenigde Staten wil het hele incident in de doofpot stoppen. Jack gaat vrijuit wanneer hij uitlegt wat er precies gebeurd is. Dit doet hij dan ook aan één van zijn superieuren in een ondervragingsruimte. Na een behoorlijk saaie tussenscène schakelt het spel dan over naar het level. De hele game is dus eigenlijk een grote flashback, en de verhaalopzet kent veel gelijkenis met bijvoorbeeld die uit de film ‘Spy Game’. Het verhaal is echter één van de zwakste punten uit het verhaal. Naast het feit dat de levels door dit saaie verhaal aan een flinterdun draadje aan elkaar hangen, is de vertelling ook nog eens rommelig gedaan. Gelukkig zijn de levels die deze tussenscènes omringen heel wat beter gedaan.
Lineair
De levels in Black zijn goed opgezet en daarnaast ook nog eens behoorlijk groot. Een ander sterk punt is dat ze behoorlijk gevarieerd zijn en ze zich voornamelijk in de open lucht afspelen, wat natuurlijk veel leuker is dan saaie gangetjes. In het eerste level wordt je meteen in de huid van Jack Kellar gezet en maak je binnen enkele seconden je eerste vijanden af. Je ziet links een zijstraat en rechts een aantal auto’s staan, die je met wat kogels uit je shotgun gemakkelijk op kunt blazen. ‘Hé, dat is leuk,’ denk je, en zo wordt je op een simpele maar doeltreffende manier door het level geleid. Hierdoor lijkt Black geen lineaire game, maar dat is het eigenlijk wel. Toegegeven, de levels zijn erg wijds en groots opgezet maar in de praktijk kun je meestal kiezen uit slechts twee, hooguit drie verschillende wegen naar je doel.
Alles kan kapot?
Het belangrijkste punt in de grootse marketing rond Black was natuurlijk de destructiviteit van de game. Alles in het spel zou helemaal kapot kunnen mits je er maar lang genoeg op schoot. Muren, bomen en complete huizenblokken zouden kunnen worden weggevaagd, en vele gamers konden er met mij al weken niet van slapen. In de praktijk blijkt dit echter vies tegen te vallen. Om eerlijk te zijn is Black inderdaad de meest destructieve game tot nu toe, maar het is allemaal nog redelijk beperkt. Er kan heel veel kapotgeschoten worden op het hoofdpad dat je bewandelt, maar wanneer je daar maar even vanaf wijkt blijft muurtje een muurtje, en geen handige schuilplaats die helemaal naar de puinpoeier geschoten kan worden. Daarnaast is die vrijheid ook onderhevig aan het feit of je wel of geen rocketlauncher bij je hebt. Hiermee kun je een complete kerktoren, flatverdieping of wachttoren in elkaar laten lazeren, maar wanneer je met je AK-47 minutenlang op de gammele houten palen van diezelfde wachttoren magazijn na magazijn leegschiet, gebeurt er niets. De kogelgaten die her en der verschijnen zien er wel erg mooi uit en ook het opvliegende stof en splinters zijn cool, maar de wachttoren blijft staan waar hij staat.
Vijanden
Over het algemeen kan een object in Black alleen kapot wanneer er vijanden bij in de buurt staan. Schuilen ze achter een auto? Pomp er wat lood in en de boel ontploft. Zitten ze achter een muurtje? Schiet een half magazijn erop leeg en hun schuilplaats ligt in vele stukjes aan hun voeten. Zijn ze binnenshuis? Loop een keertje om het huisje heen en zoek naar een vat explosief materiaal. Je schiet er een paar kogels op en alles explodeert en het huisje vliegt in de fik.
Om de destructiviteit van de game te vergroten hebben de vijanden in hun voorgeprogrammeerde hersens daarom vooral meegekregen dat ze altijd naar auto’s, gammele muurtjes, onder afdakjes en vlakbij explosief materiaal moeten gaan. Hierdoor bestempelen wij, slimme wezens, de AI dan ook als ‘dom’, wat natuurlijk hardstikke waar is. Maar het wordt nog erger. Sommige vijanden staan een paar meter voor je met hun neus naar je toe, maar zien je nog steeds niet. Pas wanneer je iemand neergeschoten hebt en het alarm afgaat is opeens iedereen paraat. Maar ook wanneer je je samen met een vijand in een kamer bevindt waarin een kast staat, waarvan de je boeken van de planken hebt geschoten, lijkt de arme terrorist niet door te krijgen dat je dan door de kast heen kan kijken, waar jij staat. Hierdoor worden deze aanhangers van The Seventh Wave slechts hersenloos slachtvee. Ook je teammaten willen trouwens niet meewerken. Een groot gedeelte van de game speel je met maximaal drie andere teammaten die geen slimme posities innemen en voor je geweerloop langs lopen, zodat zij het lood op kunnen vangen.
Jack Kevlar
Ieder mens is gelijk, heb ik zovaak gehoord, maar in Black is niets minder waar. Je blaast met gemak een heel groepje terroristen naar de volgende wereld door de auto waar ze naast staan op te blazen, maar wanneer je team er letterlijk tegenaan leunt waarna jij diezelfde auto laat exploderen, leven ze allemaal nog. De hoofdpersoon zelf is dan nog het ergste. Zeker in de lagere moeilijkheidsgraden is er letterlijk een heel leger voor nodig om je neer te krijgen, Jack Kellar had wat dat betreft beter Jack Kevlar kunnen heten. Als je een hogere moeilijkheidsgraad instelt wordt je zelf natuurlijk minder onsterfelijk, maar in plaats van de vijanden slimmer te maken heeft Criterion ze alleen maar meer bescherming gegeven. In de Black Ops-mode, de moeilijkste, zijn er letterlijk twee magazijnen kogels nodig op iemands hoofd om hem neer te krijgen. Niet erg realistisch dus, eigenlijk frustrerend en zeker geen reden om op een hogere moeilijkheidsgraad te gaan spelen. Wanneer je op een hogere moeilijkheidsgraad speelt moet je dingen in een leven verzamelen. Documenten, belastende informatie, logboeken en speciale dingen die je op moet blazen. Hoe heeft Criterion het ooit in zijn domme hoofd gehaald om in een cool schietspel zoals Black dit soort suffe opdrachtjes te maken? Er is dus voor niemand reden om Black te herspelen in een moeilijker moeilijkheidsgraad, waardoor de speelduur wel heel erg kort wordt. In vijf, hooguit zes uurtjes gameplay heb je het spel uitgespeeld. Er is geen multiplayer aanwezig dus het spel zal al snel weer in de kast belanden, waarna er een dikke laag stof op zal komen te liggen.
Porno voor wapenliefhebbers
Criterion maakte ons toen Black aangekondigd werd lekker met het verhaal dat Black porno voor wapenliefhebbers zal zijn. Achteraf blijkt ook dit een leugen geweest te zijn. Toegegeven, de wapens zien er erg mooi uit en het geluid ervan is al helemaal fantastisch. Ook het arsenaal is behoorlijk uitgebreid, zo is er bijvoorbeeld een Glock-pistool, AK-47, SPAS-shotgun, UZI-machinegeweer, Walther 2000-sniper en de RPG, een rocket launcher die een spoor van vernieling maakt in de levels. Het probleem is echter dat de wapens veel beter in het spel geïntegreerd hadden kunnen worden. Zo zul je namelijk vooral je AK-47 gebruiken, omdat de vijanden die ook hebben en de munitie daarvoor dus veel talrijker is. Close combat-gevechten kom je zelden tegen dus de shotgun zal je maar zelden gebruiken, en heel af en toe is de sniper nodig voor verre afstanden.
Grafisch overweldigend
Dat de destructiviteit van Black de gameplay niet perfect maakt, wil niet zeggen dat daarmee de effecten die ermee gepaard gaan ook slecht zijn, integendeel. De actie in Black is weergaloos. Pomp twee magazijnen van je geweer leeg op een willekeurige locatie en het stof, gruis, splinters en zand vliegt in het rond. De kogelgaten in zien er geweldig uit en dan hebben we het nog niet eens over de explosies gehad. Auto’s opblazen is sinds kort mijn favoriete bezigheid geworden. Eerst volgt de schokgolf, waardoor de terroristen meters naar achter worden geblazen, dan de steekvlam die het hele level verlicht en tenslotte de paddestoelwolk die opstijgt. De verdere kwaliteit van de graphics is ook adembenemend te noemen. Het is ongelooflijk wat men nog uit de PlayStation 2 en Xbox geperst heeft. De versie voor die laatste console doet niet per sé onder voor de graphics van de wat minder mooie Xbox 360-spellen. Het oog voor detail is heel groot, er zijn bijna geen grove textures of irritante kartels te vinden en jongens, jongens, jongens wat zijn die special effects toch gaaf.
Ook het geluid van Black is in één woord super. Met een goede boxenset wordt je letterlijk van je stoel geblazen, of je nu een paar kogels afschiet of het hele gebied sloopt met je rocket launcher. Je ratelende geweer, het doffe geluid van kogelinslagen, de keiharde explosie van een auto, waarna de muur waartegen hij staat geparkeerd met veel geraas instort, zo heftig hebben we het nog maar zelden gezien.
Conclusie
Black is zeker geen slecht spel, helemaal niet. Het feit dat de speelduur zo kort is en de destructiviteit tóch beperkingen had maakt de teleurstelling echter vele malen bitterder dan hij had hoeven zijn. Black is een heerlijk spel om je in uit te leven, vijanden komen van alle kanten aangerend, je sproeit maar wat in de rond met je geweer en probeert alles te raken wat je pad kruist. Hekjes, bomen, muren, huizen en complete woontorens storten met supermooie geluidseffecten en adembenemende special effects in elkaar. Het is alleen jammer, heel erg jammer dat je er zo snel op uitgekeken bent. Zes uur doldwaze gameplay vol hectische momenten, spannende shootouts en een tevreden grijns op je gezicht wanneer je weer iets gesloopt hebt is eigenlijk je 60 euro niet waard, hoe cool die uurtjes ook zijn. Daarom kun je in mijn ogen Black een keertje huren of wachten tot de game goedkoper wordt.