Dead or Alive: Ultimate

‘Weer een vechtspel’ zul je misschien denken. Hebben we er daar nu niet genoeg van gezien de laatste tijd? Het is waar dat er inmiddels nogal wat fighters zijn uitgekomen en we hebben er ook nog wat tegoed. Feit is dat dit deel van Dead or Alive niet meer is dan een samenraapsel van deel 1 en 2 plus wat online mogelijkheden. Of druk ik mij nu een beetje negatief uit? Wees gerust. De spel-ervaring in DdA Ultimate is zo bijzonder dat ik alvast kan verklappen dat het spel zijn subtitel meer dan waarmaakt. In deze review lees je waarom je als de bliksem dit spel moet gaan aanschaffen.

Lekkere game?

….’Hee, wat een gave game heb je daar liggen! Ziet er goed uit zeg!’….
….’Ja, dat zijn de meiden van Dead or Alive. Het is de nieuwste. Pas uitgekomen’….
….’Ik wist helemaal niet dat je dat soort games speelde? Gaaf hoor’….
….’Nou, normaal koop ik deze games nooit maar ik hoorde dat de verhaallijn zo goed is’….
….’Oh’….

De kans is groot dat je een dergelijke conversatie gaat horen als iemand jouw exemplaar van Dead or Alive Ultimate ziet liggen bij je favoriete gameconsole. Ja, inderdaad, favoriete, want deze game is Xbox exclusief. Gamers of zogenaamde vrienden die het dus maar raar vinden dat je een game speelt die er zachtjes gezegd ‘lekker’ uitziet, hebben het dus helemaal mis. Laat die gasten dus maar lekker tijdschriften lezen ofzo, geneer je niet en leef je helemaal uit met dit fantastische spelleke.

Ultimate
Dead or Alive 3 was bij de launch van de Xbox een toptitel en is dat heel lang gebleven. Nog steeds zijn er duizenden gamers die terecht dit schijfje regelmatig in hun Xbox schuiven, ondanks dat het geen online-mogelijkheden bevat. Dead or Alive: Ultimate is in feite niets anders dan een samenraapsel van twee oude games. Je vind in het pakketje dan ook twee doosjes. Een met een originele versie van Dead or Alive 1 en een met een opgesmukte versie van deel 2. Het eerste deel is een regelrechte port van het origineel dat uitkwam op de Saturn van Sega. Leuk om te spelen, maar niet meer dan dat. Niet dat dat erg is trouwens. Het geeft aan hoe snel de ontwikkelingen zijn gegaan en degenen die gevoelig zijn voor een vleugje nostalgie kunnen met dit presentje van Microsoft en Tecmo weer wat traantjes wegpinken, want ook het eerste deel was al een goede game.

We praten inmiddels al wel over circa zeven jaar verder en er zijn een paar zaken die onveranderd zijn gebleven. Zo was deel een in zijn tijd best baanbrekend. Als ik zeg ‘toegankelijk’ zullen veel gamers begrijpen wat ik bedoel. De manier waarop je de verschillende moves om kon zetten in een tegenaanval waren iets nieuws. Maar toch, als je dit deel nu speelt, kan je niets anders doen dan in de lach schieten en blij zijn dat we in 2005 leven. Zeker als je let op een ander element waar de game destijds furore mee maakte: bouncende borsten. Ze zijn in volle heftigheid terug en niet te vergelijken met die uit de vorige eeuw. Daarom: deel 1…leuk om te hebben…maar daar houdt het mee op!

De verschillen tussen het oude deel 2 en het nieuwe worden alweer wat kleiner, hoewel Team Ninja deze game wel volledig heeft verbouwd. En met verbouwen bedoel ik dat deze game grafisch gezien tot de top behoort wat wat er op de Xbox op dit moment speelbaar is. En daar overdrijf ik geen enkel woord van. De makers, met Tomonobu Itagaki van Team Ninja voorop, hebben gebruik gemaakt van een geupdate engine van Dead or Alive Xtreme Beach Volleybal en dan weten hardcore Dead or Alive-fans wel waar ik het over heb. Op grafisch gebied verslaat deze game in ieder geval alle andere fighters en doet daar gemakkelijk nog een schepje bovenop. Dat de game Xbox-exclusief is, is duidelijk aan deze remake van Dead or Alive 2 te zien. Het uiterste wordt van de Xbox gevergt en daarbij kan de box van ome Bill het ook nog eens gemakkelijk aan ook. Puur de verdienste van Team Ninja, dat er een soort specialiteit van heeft gemaakt om op grafisch gebied aan de top te staan bij dit soort ‘exclusive’-games.

Knoppenrammen??
Degenen die af en toe eens een fighting-game spelen, zijn al snel geneigd om als een hysterische te gaan button-bashen om zo veel mogelijk combo’s te maken. Helaas heb je aan Dead or Alive: Ultimate dan een verkeerde want het spelletje zit wat tactischer in elkaar. Ook helaas voor degenen die denken dat je met een beetje snelheid een eind komt. Het draait hier namelijk om inzicht en timing. Ook is een grondige kennis van je tegenstander niet onbelangrijk. In Dead or Alive: Ultimate is het uitermate belangrijk om de aanvallen die op jou worden afgevuurd zo snel mogelijk te beantwoorden met een gepaste tegenaanval. Alleen dan maak je kans om redelijk heelhuids uit de strijd te komen. En met een tegenaanval bedoel ik niet een simpele trap of stoot om die van de tegenstander af te weren. Een counter is er een waarbij de aanval moeiteloos overgenomen wordt, teruggegeven wordt en met flitsende ledenmaten en een harde klap op de grond flink wat pijn uitgedeeld wordt. Niet alleen leuk om te doen, maar het ziet er nog eens schitterend uit ook.

Je beschikt voor deze aanval over een speciale tegenaanvalknop, waarbij je onderscheid moet maken tussen hoge, lage en aanvallen op het midden van het lichaam. Door middel van het indrukken van deze tegenaanvalknop, tegelijkertijd met de D-pad (in welke richting dan ook), resulteert dit in een overname van de aanval van je tegenstander. Het klinkt heel makkelijk, maar dat is het niet. Niet alleen omdat iedere tegenstander beschikt over een groot aantal verschillende moves, maar ook omdat je tegenstander ook niet geheel ongeoefend is in het tegenaanvallen. Daarbij lijkt het alsof ze jouw gedachten wel kunnen lezen dus je zult nooit te lang in vaste patronen moeten blijven hangen. Ook is het mogelijk om weer een tegenaanval te lanceren op een tegenaanval, maar dat is echt iets voor de hardcore-fighters.

Xbox-ondergoed
Hoewel Tina mijn persoonlijke favoriet is, blijkt het spelen met andere karakters ook erg leuk te zijn. De game is in vergelijking met bijvoorbeeld Dead or Alive Xtreme Beach Volleybal minder gericht op extraatjes en gadgets, maar ook hier kun je je hart ophalen als je je karakter zo goed mogelijk wilt kleden. Alle vijftien speelbare karakters zijn in bijna 150 verschillende creaties uit te dossen. Dat daarbij alles volgens natuurkundige wetten beweegt, hoef ik niet duidelijk te maken. Er is gewoonweg zat te zien en je zult je niet snel uitgekeken zijn op je personage. Bij de vrij te spelen kostuums zitten ook een paar hele bijzondere. Verklappen doe ik niets, maar sleutelwoorden zijn: ‘Xbox’ en ‘ondergoed’. Het duurt ook wel even voordat je het zal vinden, maar je beloning zal groot zijn en je zult veel meer van dit soort grappigheden vrij wilen spelen. Gelukkig biedt de game je die ook.

Mogelijkheden zat!
Al dit moois speelt zich af in 21 arena’s en zijn zeer gevarieerd. De omgevingen varieeren van bos en weide tot aan woestijngronden en van sneeuw- en ijsvlaktes tot de meer stedelijke omgevingen. En allemaal adembenemend mooi. Door alle actie die zich afspeelt heb je bijna geen oog voor de omgeving en dat is eigenlijk jammer want die is ernstig interactief. Kijk dus ook niet gek op als bijvoorbeeld dieren reageren op jouw onhandige geploeter. Ook iemand door een muur, raam of vloer heenslaan hoort er allemaal bij, natuurlijk met veel gebulder en gekinkel.

Online
Gamers zijn in te delen in twee groepen. Niet alleen de pc- en de consolegamers, maar ook in ‘online’-gamers en, ik noem het altijd maar; ‘singleplayer’-gamers. Voor beide groepen biedt dit spel de nodige fun. Of je kiest ervoor om op je dooie gemakje de game in Story Mode door te werken, of je haalt het maximale uit het spel en geniet van alles wat het spel biedt, maar dan ook online. Tegen elkaar met twee spelers of tegen een digitale tegenstander laat de game je al genieten van heel veel moois. In de offline modus is wederom een aantal speelmodi, hoewel deze niet echt is veranderd ten opzichte van de vorige delen. Behalve de standaard Story Mode, kun je offline ook de Survival-, de Attack- en de Tagmodus spelen. Eenmaal online laat het spel echter zijn ware kracht zien. Naast jouzelf is er nog plaats voor zeven andere gamers, hoewel je uiteindelijk maar met twee personen tegelijk kunt vechten. De rest is toeschouwer en dat maakt de game meer arcade dan ooit. Naast de standaard online-mode krijg je ook de mogelijkheid om een zogenaamde ‘Winner Stays’-mode te spelen. De naam zegt het al; zo lang je wint, blijf je staan. Zeer verslavend.

Belangrijk is dat je zelden of nooit met enige vorm van lag te maken krijgt en dat is met een drukbezochte game als deze op het Live-netwerk bijzonder te noemen. Verder ontbreken de gebruikelijke Xbox-Live opties niet en is de game voorzien van een degelijk rangorde-systeem. Ook Content Downloads worden in de toekomst niet uitgesloten, en dan moet je vooral denken aan nieuwe outfits of arena’s.

Conclusie
Voor de een zullen de digitale borsten en billen een reden zijn om de game aan te schaffen, voor de ander zal het compleet houden van de serie doorslaggevend zijn om voor Dead or Alive: Ultimate naar de winkel te rennen. In beide gevallen zullen gamers niet bedrogen uitkomen. Dead or Alive: Ultimate is wederom ook een hele goede reden om je voor Xbox Live in te gaan schrijven. De game ziet er fantastisch uit en speelt zowel on- als offline heerlijk weg. Nadeel is dat de game over het geheel, met uitzondering van de Live-mogelijkheid, niet echt vernieuwend is. Het feit dat de game juist door deze Live-optie bijna onbeperkt houdbaar is, maakt hem daarentegen verplichte kost voor iedere Xbox-eigenaar die wel van een robbertje vechten houdt. Ook voor mensen met Dead or Alive 3 dus.

Meer Dead or Alive: Ultimate

Het is niet mogelijk om op dit bericht te reageren