We hebben er allemaal wel eens mee te maken: frustraties die zich in een woedeuitbarsting uiten. Wij van de GamersNet-universiteit hebben een uitgebreid onderzoek naar dit verschijnsel gedaan en we hebben verschillende fasen in de woedeuitbarsting en de nasleep ervan kunnen ontdekken. Wij willen deze kennis met jullie delen.
Anatomie van een woedeuitbarsting
Fase 1: gamen.
Kenmerken: geen woede, onderwerp werkt rustig.
Het onderwerp zit rustig achter een machine te gamen. Alles is nog in orde in dit stadium.
Fase 2: opmerken.
Kenmerken: werken stopt abrupt, scherm wordt nauwlettend in de gaten gehouden.
Het onderwerp merkt een fout op, maar onderneemt nog geen actie.
Fase 3: bevestiging.
Kenmerken: scherm wordt centrum van alle aandacht. Handen worden tot vuisten geknepen.
Het onderwerp weet nu zeker dat er een fout is en is bereid actie te ondernemen.
Fase 4: woedepiek.
Kenmerken: Schreeuwen, hysterisch gezwaai met de armen.
Het onderwerp bereikt een nieuw niveau van woede en uit dit met veel geschreeuw en wilde bewegingen.
Fase 5: ‘ik-pak-je’.
Kenmerken: zoeken naar gereedschap, gemompel/gesis.
Het onderwerp gaat actie ondernemen tegen datgene wat hem de fout voorschotelde. Er wordt gezocht naar het juiste gereedschap om die actie te ondernemen. Hier wordt vaak ‘ik pak je!’ of ‘ik zal je krijgen’ door het onderwerp gesproken.
Fase 6: gereedschap gevonden.
Kenmerken: nieuwe gereedschappen, anticiperende blik.
Het onderwerp heeft het gereedschap gevonden en in de blik van zijn/haar ogen is te zien dat het plan zich in het hoofd van het onderwerp zeer bevredigend wordt afgespeeld.
Fase 7: in de aanslag.
Kenmerken: gereedschap wordt in de juiste houding gebracht.
Het onderwerp brengt het gereedschap in de juiste houding voor de meest effectieve uitvoering.
Fase 8: uitvoering.
Kenmerken: veel schade aan scherm.
Het onderwerp voert de meest destructieve actie uit met het gevonden gereedschap. Noot voor onderzoekers: ZOEK DEKKING!
Fase 9: ontnuchtering.
Kenmerken: woederoes is voorbij, resultaat van actie wordt duidelijk.
Het onderwerp heeft nu door wat het gedaan heeft en denkt ‘had ik dat maar niet gedaan.’
Fase 10: veroordelingsangst.
Kenmerken: panische blikken.
Het onderwerp krijgt door dat hij/zij schuldig is aan de daad, maar wil niet gepakt worden.
Fase 11: planning.
Kenmerken: angst slaat om in hevig nadenken.
Het onderwerp heeft bedacht dat er mogelijk een manier is om onder de veroordeling van de daad uit te komen.
Fase 12: planning gereed.
Kenmerken: handen wrijven, gemene blik.
Het plan om onder de veroordeling uit te komen is klaar en het onderwerp geniet hier erg van.
Fase 13: uitvoering.
Kenmerken: zoeken naar slachtoffer
Het onderwerp heeft voor het plan een slachtoffer nodig, waar de schuld op kan worden overgezet (schuldverplaatsing is het enige plan dat in deze situaties bedacht wordt).
Fase 14: slachtoffer gevonden.
Kenmerken: fixatie op slachtoffer.
Het onderwerp heeft het slachtoffer gevonden en houdt het nauwlettend in de gaten.
Fase 15: besluiping.
Kenmerken: sluipen naar slachtoffer.
‘Totaal onopvallend’ wordt het slachtoffer door het onderwerp benaderd totdat het onderwerp zeer dichtbij is.
Fase 16: hebbes.
Kenmerken: slachtoffer wordt gegrepen.
Het onderwerp grijpt totaal onverwacht voor het slachtoffer die laatstgenoemde en neemt het mee naar de plaats van het misdrijf.
Fase 17: verkneukelen.
Kenmerken: slachtoffer wordt bijna liefdevol behandeld.
Het onderwerp verkneukelt zich over het slachtoffer.
Fase 18: plaatsing.
Kenmerken: slachtoffer wordt geplaatst.
Het slachtoffer wordt door het onderwerp op de plaats van het misdrijf geplaatst. Het gereedschap wordt het slachtoffer door het onderwerp in handen gedrukt.
Fase 19: verkneukelen deel 2.
Kenmerken: knijpen in handen, bevredigde blik.
Het onderwerp verkneukelt zich nog eenmaal extra hard, aangezien het plan bijna ten einde is en er niets mis is gegaan.
Fase 20: verdwijning.
Kenmerken: weglopen.
Voor meer geloofwaardigheid verlaat het onderwerp de plaats van het misdrijf en laat het het slachtoffer achter.
Fase 21: stilte voor de storm.
Kenmerken: onderwerp afwezig.
Het slachtoffer is nu alleen op de plaats van het misdrijf en lijkt degene te zijn die de woedeuitbarsting gehad heeft.
Fase 22: terugkeer.
Kenmerken: terugkeer, schijnheilige blik.
Het onderwerp keert terug naar de plaats van het misdrijf, maar doet zeer schijnheilig alsof hij/zij er niets van weet.
Fase 23: paniekzaaiing.
Kenmerken: schijnheilig ‘oh nee!’-geroep.
Het onderwerp doet alsof het voor het eerst ziet dat er een woedeuitbarsting heeft plaatsgevonden en reageert onthutst.
Fase 24: slachtoffer naaien.
Kenmerken: ontredderde blik op slachtoffer.
Het onderwerp naait het slachtoffer door er erg ontredderd naar te kijken en ‘heb jij dat gedaan?’ te zeggen.
Fase 25: moralisme.
Kenmerken: totale hypocrisie.
Het onderwerp straft het slachtoffer af voor de daad die hij/zij zelf gepleegd heeft. Het onderwerp gaat zelf in de leugen geloven. Hypocriete rotzak…
Bij het maken van dit artikel zijn er geen monitoren mishandeld en/of vernield. Ook knuffelberen bleven ongedeerd. GamersNet bedankt de makers van Medal of Honor: Breakthrough voor het leveren van software die de woedeuitbarstingen mogelijk maakte.