Review: Demon’s Souls

Zo’n elf jaar geleden verscheen er een exclusieve game voor de PlayStation 3, die in die tijd maar door weinigen werd begrepen. Reviewscores waren wel ok en de verkoopcijfers niet echt om over naar huis te schrijven. De masochisten die de game wel konden waarderen, zijn de kern van een community die in de elf jaren die volgden langzaam groter en fanatieker werd. Een community waar ik sinds Bloodborne zelf ook enthousiast deel van uit maak. Demon’s Souls is het startschot geweest van een serie wereldgames van From Software, misschien wel het laatste bastion van ouderwets goede games maken.

Anno 2020 heeft Bluepoint Games de taak op zich genomen, om een iconische titel als Demon’s Souls volledig te transformeren en waardig te maken voor de next-gen console. De keuze voor Bluepoint is dan ook volkomen logisch na de wereldse remake van Shadow of the Colossus, een game die nog een aantal jaren ouder is dan Demon’s Souls. En dames en heren, in combinatie met de fijne hardware van de PlayStation 5 en de DualSense-controller, is deze remake van Demon’s Souls van grote en duistere klasse.

De mist

Het voorheen prachtige land van Boletaria is geconsumeerd door een duistere mist, nadat de koning een demonische kracht heeft wakker gemaakt. Deze Old One en zijn demonen leger hebben het hele land overgelopen en aan jouw de taak om de vijf rijken van Boletaria te ontdoen van het kwaad. Dat is eigenlijk alles wat je zo krijgt te horen en te zien. Voor de rest is het aan jou hoeveel meer je nog van het verhaal meekrijgt, want From Software geeft zat lore maar je moet wel een beetje opletten.

Er zijn ook zat sidestories te vinden, al is dit ook helemaal aan de speler om die te ontdekken. Op de raarste plekken kom je NPC’s tegen, die zo hun eigen dingen hebben meegemaakt tijdens de mistige jaren in Boletaria en ze zijn niet allemaal te vertrouwen op hun mooie blauwe ogen. De personen die uiteindelijk met jou mee gaan naar de Nexus zijn uiteindelijk de mensen waar je de meer bijzondere spreuken en aanvallen leert. Ook vind je hier een blacksmith voor het upgraden van je wapens en een man die jouw storage beheert.

Op je tanden bijten met wat hulp

Ergens is het idioot dat Sony gekozen heeft voor Demon’s Souls als de exclusieve releasegame voor de PlayStation 5, want het is en blijft een behoorlijk niche genre. Ook is het totaal geen toegankelijke game voor het grote publiek, want deze game is voor het grote publiek toch vreselijk moeilijk. Soms gekmakend moeilijk doordat de game amper savepoints heeft, of Archstones zoals ze hier heten en als je er één vindt moet je wel eerst een (helaas niet al te moeilijke) baas verslaan. Het is dat die DualSense-controller zo duur is……

Maar tegelijkertijd is de game ook vergevingsgezinder geworden, mede door de technische wonderen van de PS5. Allereerst maken de bizar korte laadtijden het veel makkelijker voor de speler om wat langer op de tanden te bijten, om dat ene lastige stuk door te komen. Doodgaan voelt namelijk niet meer als een enorme straf en even teruggaan naar de Nexus – de main hub van Demon’s Souls – is zo gepiept. We hebben het dan echt over laadtijden van 2 a 3 seconden maximaal bij respawnen en fast travel. Idioterie!

Ook helpt de DualSense je mee om de ervaring makkelijker te maken, als je hem niet ondertussen in het plafond hebt gegooid. De haptic feedback in de controller geeft op het eerste oog bijna ongemerkt, heel veel extra informatie mee tijdens een gevecht. Zodra een vijand bijvoorbeeld dreigt een vuurbom uit zijn broekzak te halen om naar je hoofd te smijten, voel je een hele specifieke rumble in de controller waardoor je veel sneller kan anticiperen. Ditzelfde geldt ook voor inkomende magische spreuken van die teringlij…..ik bedoel Mind Flayers in de Prison of Hope, maar die rumble voelt dan wel net wat anders. Oh, en die stabiele 60 FPS in Performance Mode wilt ook wel helpen.

Alles opgeteld is Demon’s Souls voor PlayStation 5 misschien wel de meeste toegankelijke game uit het Soulsborne genre, ook als het gaat om bosses. De meesten zijn namelijk best wel makkelijk te verslaan, als je de juiste spullen kan vinden of tactiek gebruikt. Ook is de game net als het origineel heel erg traag, waardoor je ook niet zo snel wordt overweldigd door een hyperactieve baas met driehonderd verschillende combo’s. Je hebt de tijd om ze te bestuderen en te leren wat je precies moet doen.

Next-gen tot de max

Sony heeft de afgelopen jaren bijzonder goede remakes uitgebracht, zoals het eerdergenoemde Shadow of the Colossus maar ook Ratchet & Clank uit 2016. Games die een tijdreis maken om weer helemaal modern en up-to-date eruit te komen voor het grote publiek. Demon’s Souls gaat nog een stap of drie verder in dat. Het zet de lat op grafisch en technisch vlak meteen op een behoorlijk hoog niveau voor de PlayStation 5 en heeft wat quality of life-veranderingen ondergaan, zonder de charme te verliezen van het origineel.

Je kan vanaf iedere Archstone overal naartoe teleporteren, in de menu’s kan je nu meerdere items tegelijk gebruiken en goddank kan je alle items vanuit je menu direct naar de storage transporteren. Niets is zo erg als te veel spullen bij je te hebben en je mijlenver van een Archstone bent om je zakken te legen. Het lijken kleine nietszeggende aanpassingen, maar hierdoor hou je wel wat tempo in een behoorlijk trage game. Ook is het heel tof dat ieder wapen veel unieker aanvoelt en nu ook eigen animaties hebben bij backstabs en parry’s. Iemand bewerken met de battle axe is echt een extreem genot.

Maar de olifant in de kamer is natuurlijk de geweldige graphics en het meesterlijke werk van Bluepoint om deze classic opnieuw op te bouwen. De werkelijk prachtige omgevingen vertellen het gros van het verhaal in Demon’s Souls en de PlayStation 5 tilt de beelden ook naar een hoog niveau tot in de kleinste details. Weerspiegelingen in het water, rimpelingen als je een dik monster slaat en particle effects die elke spreuk en aanval net dat beetje extra geven. Boletaria is een lust voor het oog en nodigt ook uit om elke hoek van de wereld uit te pluizen.

Vijanden hebben allemaal een likje 4K-verf gekregen zonder de animaties te onteren en omgevingen zien er zo indrukwekkend uit mede door de grafische kracht van de PS5. De Tower of Latria ziet er kwaadaardig uit door de duistere groene vlammen die reflecteren over het hele level (zonder Ray-tracing!), de Shrine of Storms is een dreigende plek met een constante donderbui en mijn hemel sommige bossfights zijn echt twintig keer epischer geworden met als mijn absolute favoriet The Storm King.

En zelfs de soundtrack is next-gen te noemen. De gehele OST is opnieuw opgenomen voor deze remake, door een enorm orkest waardoor het geheel vooral in bossfights uit je speakers galmt alsof je midden in een kathedraal staat.

Conclusie

Er wordt door veel mensen getwijfeld over de line-up aan releasetitels voor de PlayStation 5, terwijl Sony paradeert dat het de beste line-up ooit is. De waarheid ligt ergens in het midden, maar de start van de PlayStation 5 is een stuk overtuigender dan zijn voorganger (Knack….). En Demon’s Souls mag dan wel ‘slechts’ een remake zijn, het is wel echt een verdomd goede. Ondanks dat en ondanks het feit dat dit genre nog steeds vrij niche is, mag Demon’s Souls gewoon worden aangeduid als systemseller.

Het laat zien waar de console toe in staat is in het prille begin, en het is de perfecte instap voor mensen die nog niet zijn betoverd door de games van From Software. Bluepoint Games laat zien dat het talent heeft om games te renoveren en ik kan niet wachten tot ze weer een classic van PlayStation onder handen nemen. Killzone? ICO? De tijd zal het leren, maar voor nu ga ik nog even aan de gang met New Game+. Umbasa!

Gamersnet Score

Wat is HOT

  • Grafische pracht
  • Verbeterde soundtrack
  • Idioot korte laadtijden
  • Veel quality of life aanpassingen
  • Gebruik van de DualSense
  • Eindelijk 60 FPS Demon's Souls!

Wat is NOT

  • Iets te makkelijke bosses

9.5

Het is niet mogelijk om op dit bericht te reageren